De moed zakte me in de schoenen toen ik woensdagavond naar het item van Eva Wiessing in het NOS Journaal keek dat ze achter de opening over de nieuwe, minder royale steunpakketten voor ondernemers hadden geplakt. Ze ging op bezoek bij door corona getroffen ondernemers, nou dan hoef je de klok niet eens te horen luiden om te weten hoe laat of het is. Eva ging langs bij ‘een familiehotel’ in Amersfoort en een ondernemer die stands maakt voor beurzen. In de showroom van de laatste was de afgelopen maanden maar één klant geweest, één.
Ook in ‘het familiehotel’, het bleek uiteindelijk wel wat groter en commerciëler dan dat, legde Eva de bal vriendelijk op de stip. De keeper ging heel nadrukkelijk tegen een paal staan leunen, Eva adviseerde in de andere hoek te mikken.
Nou raak.
De horecaondernemer vond dat hij nergens recht op had, maar het was wel zo dat veel van zijn collega’s het zonder steun van de belastingbetaler niet gered zouden hebben en bij hem moesten er door de anderhalvemeterregel toch ook al snel zeventig of tachtig mensen uit. Wel allemaal parttimers en nul-urenmensen, maar toch: veel mensen.
Ondertussen was de cameraploeg meegetroond naar een modelkamer waar een kamermeisje voor de vorm wat met kussens boven het heerlijke bed stond te schudden. Het was nog net geen barteren, maar wel heel nadrukkelijke voor-wat-hoort-wat-televisie. Ik onthield: fijne douche, leuk behang, groot bed, mooi plasmascherm en een prima systeemplafond. En een ongezellige eetzaal, maar dat kwam natuurlijk door die vervloekte anderhalve meter.
Als ik noodgedwongen in Amersfoort moest overnachten, wist ik het wel. Al was het maar voor die arme man die in zijn grijze lamswollen trui vooropgaat in de tweede polonaise van horecaondernemers die langs de talkshows trekt, want als er een groep nadrukkelijk aan de bel kan trekken, zijn zij het. Allemaal met die Herman den Blijker-uitstraling van keihard werken en ‘iets toevoegen’. Het is niet eens dat ze ondersteuning willen, ze vinden dat ze er recht op hebben. Horecamensen doen het tenslotte niet voor zichzelf, maar voor ons en voor de werkgelegenheid.
Behalve dan de uitbater van dat familiehotel in Amersfoort, die zo nadrukkelijk zei dat hij nergens recht op heeft, maar die zit dan ook niet echt in de problemen.