Analyse

Het derde steunpakket: geld, scholing, investering én tijd

Coronavirus De nieuwe coronasteun richt zich ook op herscholing en investeringen in woning- en wegenbouw. Werkgevers en werknemers steunen de plannen, maar de politieke strijd moet nog losbarsten.

Op de aanvankelijk geplande versobering van de coronasteun voor het midden- en kleinbedrijf klonk kritiek. In de definitieve versie van het derde steunpakket lijkt het kabinet daaraan tegemoet te komen.
Op de aanvankelijk geplande versobering van de coronasteun voor het midden- en kleinbedrijf klonk kritiek. In de definitieve versie van het derde steunpakket lijkt het kabinet daaraan tegemoet te komen. Foto Marcel van den Bergh

Dat het nieuwe economische steunpakket van het kabinet anders van aard is dan de eerste twee, wordt al verraden door de titel van de Kamerbrief. Ging het in maart en mei nog om ‘noodpakketten’, vrijdagmiddag presenteerden de ministers Wiebes (Economische Zaken, VVD), Hoekstra (Financiën, CDA) en Koolmees (Sociale Zaken, D66) het ‘steun- en herstelpakket’.

Dat is de langverwachte, nog altijd nodige verlenging van een serie ingrijpende maatregelen om te proberen de economische schade voor zowel bedrijven als werknemers en zelfstandigen zo minimaal mogelijk te laten zijn.

Het kabinet trekt opnieuw ruimhartig de portemonnee: nog eens 11 miljard euro, boven op de ruime 37 miljard die voor de eerste twee pakketten waren uitgetrokken. Dat brengt de directe financiële crisissteun van het kabinet op bijna 50 miljard euro. Het derde steunpakket, dat op 1 oktober ingaat, gaat niet meer alleen om financiële tegemoetkoming om de huidige crisis door te komen, maar bevat ook twee nieuwe elementen. Allereerst het begeleiden van ondernemers en mensen die hun baan dreigen te verliezen bij het aanpassen aan de nieuwe economische werkelijkheid. Sommige bedrijven zullen nieuwe verdienmodellen moeten bedenken – een bedrijfscateraar die al maanden tegen een lege kantine aankijkt, zo noemde minister Koolmees als voorbeeld, zou zich op de zorg kunnen gaan richten. En werknemers in loondienst, flexwerkers en zzp’ers zullen zich vaak op ander werk moeten richten, waarbij om- of bijscholing allicht noodzakelijk is. Daarbij wil nu de overheid, in samenwerking met werkgevers, vakbonden, scholen en gemeenten, te hulp schieten.

Het tweede nieuwe element is dat het kabinet de economie wil gaan „aanjagen” door zelf te gaan investeren. Vooruitlopend op het al eveneens langverwachte nieuwe investeringsfonds dat over ruim twee weken op Prinsjesdag zal worden aangekondigd, wil de regering nu al voor zo’n 2 miljard euro bestaande investeringsplannen naar voren halen, zoals in de infrastructuur en woningbouw. Daarnaast wil het kabinet geld steken in een nieuw op te richten fonds van werkgeversorganisatie VNO-NCW dat de solvabiliteit moet versterken van middelgrote bedrijven die geen toegang hebben tot de kapitaalmarkt.

De factor tijd

Een aanzienlijke verbreding dus van de overheidssteun aan bedrijven, werknemers en zelfstandigen. De belangrijkste uitbreiding van het nieuwe pakket is de factor tijd. Waar de eerste twee versies een looptijd van drie respectievelijk vier maanden hadden, zal het nieuwe pakket een looptijd hebben van negen maanden, tot de zomer van 2021. De drie bewindslieden noemden hiervoor een psychologisch motief. Het kabinet wil werkgevers en werknemers „zekerheid en perspectief bieden voor de komende maanden.” Opdat bedrijven die hun omzet verder zien dalen, en hun personeel dat bang is voor verlies aan inkomen niet over drie of zes maanden opnieuw maar moeten afwachten of en hoe de overheid te hulp schiet.

De verlenging van het steunpakket, dat overigens in stappen wel behoorlijk wordt versoberd, heeft vooral ook een politieke reden. Het kabinet wil rust in eigen huis – een vierpartijencoalitie – en in het parlement. Dus liever geen discussie over een eventueel vierde of vijfde steunpakket in het heetst van de aanstaande campagnestrijd. In maart zijn de volgende Tweede Kamerverkiezingen, waarna de regering demissionair wordt zolang de daaropvolgende kabinetsformatie duurt en dan geacht wordt geen nieuwe ingrijpende besluiten te nemen.

Een logische gedachte maar het is niet erg denkbaar dat er politieke rust rondom het (economische) coronabeleid zal komen. De architecten van dit pakket (Hoekstra, Koolmees en Wiebes) overlegden de afgelopen dagen en weken weliswaar intensief met de sociale partners om „breed draagvlak” te vinden voor de maatregelen, politiek moet het debat nog losbarsten.

Omdat de maatregelen over (veel) belastinggeld gaan, zullen ze pas kunnen ingaan als het parlement ermee instemt. In zowel Eerste als Tweede Kamer heeft het kabinet ten minste één oppositiepartij nodig om steun te krijgen. Enkele oppositiepartijen roeren zich al: de PvdA wil dat er miljarden worden ingezet om banen te behouden en GroenLinks kwam deze week met een ‘crisisinkomen’ om vooral zzp’ers en flexwerkers financiële zekerheid te bieden. De belangen van deze kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt worden volgens GroenLinks slecht gediend. Forum voor Democratie uitte kritiek op het versoberen van steun aan het midden- en kleinbedrijf – al lijkt in de definitieve versie van het pakket de uitbreiding van de vastelastenregeling daar wel aan tegemoet te komen.

Douceurtje voor de zorg

De steun die werkgevers en vakbonden donderdag al aan het kabinet gaven, is comfortabel maar niet gegarandeerd. Dat geeft in elk geval de linkse oppositie, die nauw met de bonden optrekt, nog alle ruimte om aanpassingen af te dwingen. Net zoals ze bij het tweede pakket in mei het schrappen van de ‘ontslagboete’ wist te voorkomen, voor bedrijven die ondanks overheidssteun toch personeel wilden ontslaan.

Daarbij zal het kabinet van veel meer kanten worden aangevallen op andere keuzes in de coronacrisis. Bijvoorbeeld voor het gebrek aan steun aan andere groepen in de samenleving die niet door het derde noodpakket worden gedekt. Zo is het donderdag al uitgelekte extra douceurtje voor zorgpersoneel – een nieuwe bonus van 500 euro – in de ogen van partijen als PVV en SP veel te mager. Dat verhitte debat zal komende week bij aanvang van het nieuwe politieke (verkiezings)jaar in alle hevigheid losbarsten.

Versobering loonkostensteun pagina E2-3