Vijftien jaar waren Amerikaanse functionarissen weggebleven uit Khartoum. Maar deze week verscheen plots Mike Pompeo, minister van Buitenlandse Zaken, in de hoofdstad van Soedan. Hij arriveerde niet met een economisch hulppakket, noch kondigde hij aan het land te schrappen van de Amerikaanse lijst van terroristische staten.
Zijn overleg betrof ook niet de toenemende onrust in Soedan en buurland Ethiopië, maar de Amerikaanse politiek in het Midden-Oosten en de positie van Israël daarin.
Soedan verkeert in een volkomen malaise en wringt zich in bochten om daar met buitenlandse hulp uit te komen. Een volksopstand maakte vorig voorjaar een einde aan dertig jaar dictatuur van Omar al-Bashir. Onder zijn bewind controleerden zedenmeesters het gedrag van de bevolking, in verafgelegen regio’s voerden leger en gelieerde milities oorlogen van de verschroeide aarde en de maatjes van de dictator zogen de economie leeg. Maar na diens historische val kwam het buitenland nauwelijks over de brug om de democratische overgang te steunen. Nu dreigt een militaire coup of meer chaos.
Rem op toenadering tot Israël
Een onverwachte en gedurfde politieke manoeuvre van generaal Abdel Fattah al-Burhan, voorzitter van de regerende Sovereign Council, toonde eerder dit jaar de wanhoop onder de heersers in Khartoum. Schijnbaar zonder overleg met zijn burgerpartners in het regime, voerde hij in februari in Oeganda overleg met de Israëlische premier Netanyahu.
De VS en Israël jubelden maar het burgerkabinet van Soedanese premier Abdalla Hamdok floot de generaal terug met een verklaring dat hij niet de bevoegdheid had relaties aan te gaan met Israël.
Ook dinsdag bleek er een rem te zitten op de toenadering. Soedans minister van Informatie Fasial Saleh zei dat het de huidige overgangsregering ontbreekt aan een mandaat om relaties met Israël te herstellen. „De zaak zal worden besloten nadat de transitie in Soedan volbracht is.”
Die eerdere besprekingen tussen Soedanese en Israëlische diplomaten gingen, naar verluidt, in het geheim door. Toen de VS deze maand een diplomatieke deal tussen Israël en de Verenigde Arabische Emiraten bewerkstelligden, leek Soedan een volgende kandidaat om de betrekkingen te normaliseren. Onder Bashir voerde Soedan een fel anti-Israëlbeleid, terwijl onder voorgangers wel onderhandse deals werden gesloten. In 1982 voerde toenmalig president Gaafar Numeiry geheim overleg met de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Ariël Sharon, wat leidde tot Operatie Moses, de transfer van duizenden Ethiopische Joden via Soedan naar Israël. Numeiry ontving daarvoor geld en wapenhulp.
Premier Hamdok spoorde Pompeo aan Soedan te schrappen van de lijst van terroristische landen, ongeacht normalisering met Israël. Door Bashir belandde Soedan op die lijst, samen met Noord-Korea, Syrië en Iran, en dat weerhoudt Amerikaanse zakenlieden nog steeds van investeringen in het land.
Soedan heeft 60 miljard dollar aan schulden en Amerika mag binnen het IMF en de Wereldbank niet voor schuldenverlichting stemmen zolang Soedan op die beruchte lijst staat. Soedanezen kampen met een inflatie van zestig procent en negen miljoen van de 43 miljoen Soedanezen stellen het niet meer zonder humanitaire hulp. Met hulp vanuit Washington, en een omweg langs Jeruzalem, lijken tenminste sommige politici in Soedan hoop te hebben die crisis te beheersen.