Het NOS Journaal was zo alert geweest om een cameraploeg naar het tuinhuis van de uitgeverij van Marieke Lucas Rijneveld te sturen. Dus was tegen het einde van het bulletin van acht uur te zien hoe een klein gezelschap op bijna anderhalve meter uit elkaar geplaatste stoelen enigszins schroomvallig begon te juichen toen bekend werd gemaakt dat de debuutroman The Discomfort of Evening was bekroond met de International Booker Prize.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/08/data61273741-41a62c.jpg)
De auteur, die de prijs deelt met vertaler Michele Hutchison, zei te hopen snel nog even naar de boerderij te kunnen „waar ik stront schep, zodat ik daar even de koeien kan knuffelen” – de Amsterdamse grachtengordel is al lang niet meer het centrum van de Nederlandse literatuur. Later bleek overigens dat Rijneveld en Hutchison al kort voor de officiële bekendmaking waren ingelicht.
Zelfbevlekking
Voor het vervolg van de tv-avond was de vraag hoe deze triomf van de internationaal vrij zelden bekroonde Nederlandse literatuur zou landen op de nationale televisiezenders. Niet bij Op1, waar men vermoedelijk nog zat na te hijgen van het kritiekloze dubbelinterview met Shula Rijxman en Frans Klein van een dag eerder. Voor de gelukkigen die het hebben gemist: de talkshow van de publieke omroep interviewde de bazen van de publieke omroep over de nieuwe programma’s van de publieke omroep. De strijd om de Gouden WC Eend voor de gênantste zelfbevlekking van 2020 lijkt hiermee wel beslist.
Voor de winnaar van de International Booker Prize moest de kijker naar Jinek. Eerst was Rijneveld met Hutchison (die bij Jinek kennelijk niet welkom was) nog een uur geïnterviewd in een livestream van het Edinburgh International Book Festival. Die kwam daar met een variant van haar koeienstront-citaat uit het journaal op de proppen: lezers moesten het gevoel krijgen dat ze er zelf middenin stonden. Rijneveld (29) is behalve een begenadigd schrijver en dichter een prettige televisie-persoonlijkheid, zoals bleek uit de keren dat de auteur ‘tafelmens’ (liever niet ‘tafelheer’ of ‘tafeldame’) was bij De Wereld Draait Door.
Champagne en Gerard Joling
Bij Jinek was de prijswinnaar het middelpunt van een feestje. Er was gezorgd voor champagne, bloemen en Gerard Joling – al werd die laatste helaas niet gevraagd naar zijn gedachten over De avond is ongemak. Wel had Joling opinies over de rellen in Utrecht, verweesde Messifans in Barcelona en de zangkwaliteiten van Frits Wester. Voor een loopbaan in de politiek vindt de zanger zich overigens „net niet belezen” genoeg.
Na een paar minuten interview deed Rijneveld plotseling het jasje open. De auteur had speciaal een pak laten maken voor de bekendmaking. In de donkerblauwe voering was ‘M.L. Rijneveld. Booker Prize 2020’ geborduurd – een speelse variatie op de rituelen van valse bescheidenheid waar prijswinnaars zich veel te vaak toe geroepen voelen. Het sloot aan bij het ‘wees onverbiddelijk’ dat boven Rijnevelds schrijftafel op het behang stond geschreven. „Dat was vooral voor mezelf bedoeld, tijdens het schrijven.”
Een diepgravend gesprek over literatuur zat er niet in. Jinek viste nog kort naar Rijnevelds mening over zuinige recensies die bij verschijning van de roman in Nederland werden gepubliceerd, maar de auteur verlegde de aandacht: „Het lijkt wel het Songfestival, zo is iedereen aan het juichen.” Aan het slot van het gesprek wilde Eva Jinek weten wat Rijneveld met het prijzengeld (55.000 euro voor schrijver en vertaler samen) zou doen: „Ik heb overwogen er een paar koeien van te kopen, maar ik heb nu alleen maar een balkon.”