Verduurzaming van je huis verdien je niet in 30 jaar terug

Onderzoek PBL Verduurzaming van je huis verdien je als eigenaar niet in 30 jaar terug, zegt het PBL. Experts zijn niet verrast. Toch is het rapport een „realiteitscheck”.

De samenstelling van een huishouden heeft invloed op het potentiële rendement van een investering in verduurzaming.
De samenstelling van een huishouden heeft invloed op het potentiële rendement van een investering in verduurzaming. Foto Remko de Waal/ANP

Voor veel huishoudens is het voor verduurzaming van hun huis wachten op de voordeligste optie, want door innovaties kunnen de kosten gaan dalen. Op dit moment verdien je het verduurzamen van de eigen woning niet in dertig jaar terug. Dat concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving in een maandag gepubliceerd onderzoek in samenwerking met de Amsterdam School of Real Estate.

In het vorig jaar gesloten klimaatakkoord, dat ook betrekking heeft op de verduurzaming van woningen, wordt uitgegaan van woonlastenneutraliteit. Met andere woorden, bij de anderhalf miljoen woningen die in 2030 bijvoorbeeld gasvrij moeten worden zouden de lasten per saldo niet mogen stijgen. Volgens het onderzoek van PBL wegen de besparingen (een lagere energierekening) niet op tegen de investeringen, zoals de kosten voor isolatie en de aanschaf van een warmtepomp.

Het energielabel D veranderen in het veel energiezuinigere label B kost volgens het onderzoek bijvoorbeeld zo’n 40.000 euro, terwijl daarmee in dertig jaar circa 16.000 euro kan worden bespaard.

De onderzoekers zijn in het rapport uitgegaan van de verduurzamingsmogelijkheden voor individuele huizenbezitters, en hebben collectieve oplossingen zoals een warmtenet buiten beschouwing gelaten.

‘PBL legt de lat erg hoog’

Energie-expert Arnold Mulder van ABN Amro vindt de conclusies niet verrassend. „De lat wordt door PBL erg hoog gelegd door ervan uit te gaan dat alle huizen gasloos en energieneutraal moeten worden. Een iets minder ambitieus doel is in de praktijk vaak logischer, technisch eenvoudiger en veel goedkoper.”

Volgens Mulder gaat het om een enorme diversiteit van woningen die je niet allemaal over één kam kan scheren. „Veel hangt ook af van wat beleidsmakers gaan doen en of er extra subsidies komen. En ook de economische cyclus is van belang. Als er een recessie komt, kunnen de arbeidskosten fors dalen.”

Het PBL rekende verschillende scenario’s door, waaronder zelfs een scenario waarin de financiering helemaal gratis is. De samenstelling van de huishoudens bepaalt voor een belangrijk deel het potentiële rendement van een investering. Woningbezitters die alleen wonen, verbruiken de minste energie en verdienen hun investeringen in vrijwel geen enkel scenario terug. De grootverbruikers (bijvoorbeeld gezinnen met oudere kinderen) zullen de kosten er makkelijker uit krijgen, maar dat gebeurt zeker niet in alle rekenvoorbeelden. „Zonder subsidies is de verduurzaming van het eigenwoningbezit financieel gezien voorlopig niet haalbaar”, concludeert het PBL dan ook.

Industrialisering kan de verduurzaming van huizen goedkoper maken

Veel renovatieprojecten zijn nog te duur, zegt de Delftse hoogleraar Andy van den Dobbelsteen, gespecialiseerd in duurzaam bouwen. „Maar met industrialisering en prefabricage kan er veel geld bespaard worden. Dat betekent niet alleen dat samen met je buurman of met de hele wijk een renovatie doen goedkoper is, maar ook dat het goedkoper kan als je voor je eigen huis een integrale oplossing zoekt. Dus niet apart zonnepanelen kopen, je huis isoleren en een warmtepomp laten installeren, maar bijvoorbeeld een geprefabriceerde isolatiegevel uit de fabriek laten installeren.”

Volgens Van den Dobbelsteen kan de investering in verduurzaming wel degelijk worden terugverdiend, maar dan moet het bedrag niet hoger zijn dan gemiddeld 40.000 tot 50.000 euro. „Veel renovaties kosten meer geld dan dat. Dat betekent dat je én een flinke zak geld moet hebben om de initiële investering te doen, én dat je woonlasten stijgen.” Een oplossing om die hoge kosten toch te kunnen betalen, kunnen financiële producten zijn die het aantrekkelijk maken te investeren in verduurzaming. Van den Dobbelsteen: „Banken denken daar nu over na. Ik denk dan aan een financieel product dat wordt aangeboden door geldschieters die samenwerken met aannemers en installateurs. Maar zulke producten zijn er nu nog nauwelijks.”

Broos draagvlak

Aan de instelling van de gemiddelde huizenbezitter ligt het volgens de Vereniging Eigen Huis niet. „Uit recent onderzoek van ons blijkt dat mensen positief staan tegenover de hele verduurzaming. Maar het draagvlak is broos als het om de financiering gaat”, zegt woordvoerder Hans André de la Porte.

Hij vindt dat de overheid een grotere rol moet spelen, bijvoorbeeld op het vlak van subsidies voor het energieneutraal maken van huizen. „Nu zijn het te veel losse regelingen die in elk geval niet optellen tot woonlastenneutraal. Je moet mensen verleiden, enthousiasmeren, zoals dat met de salderingsregeling met zonnepanelen is gelukt.” Mede dankzij die stimuleringsregeling beschikken 1 miljoen woningen in Nederland inmiddels over zonnepanelen, maakte onderzoeksbureau DNE Research maandag bekend.

Mulder van ABN Amro vindt het onzin om het rapport van PBL een klap voor het vorig jaar gesloten klimaatakkoord te noemen. „Ik zag op Twitter zelfs dat het rapport een bom onder het akkoord werd genoemd. Dat is echt onzin.” Volgens Mulder moet je het akkoord als een onderhandelingsresultaat zien dat de komende jaren steeds zal worden aangepast. Bijvoorbeeld als gevolg van technische innovaties. „Dat betekent steeds weer nieuwe berekeningen en soms ook nieuw beleid.”

André de la Porte van Vereniging Eigen Huis noemt het rapport „een realiteitscheck”. „Als je mensen over de streep wil trekken, moeten ze zelf kunnen zien dat ze de verduurzaming van hun huis niet alleen voor het klimaat doen. Ook de benodigde investeringen moeten goed voelen. Als de betaalbaarheid onder druk komt te staan, gaat de boel kantelen.”

Met medewerking van Bastiaan Nagtegaal