Ergernis en chaos bij werving GGD

Vacatures Terwijl de GGD’s naarstig op zoek zijn naar nieuwe medewerkers, vallen geschikte kandidaten buiten de boot.

Testen op het coronavirus in de teststraat van de GGD in Dordrecht.
Testen op het coronavirus in de teststraat van de GGD in Dordrecht. Foto’s John van Hamond

„Ik moet me gewoon gaan melden”, dacht Esther Wouters plotseling toen ze zonder werk thuis kwam te zitten tijdens de coronacrisis. Ze hoorde dat GGD’s extra handen konden gebruiken voor het bron- en contactonderzoek en realiseerde zich dat zij daarvoor de geschikte kandidaat is. Met haar hbo-papieren op zak, een certificaat medische basiskennis, ervaring met het voeren van empathische gesprekken én bijna alle dagen van de week inzetbaar leek ze te voldoen aan de eisen die verschillende vacatures stelden aan de sollicitant.

Haar sollicitatie verliep via een gestandariseerde digitale vragenlijst van uitzendbureau Manpower. Op één criterium na kon ze álle vragen met ‘ja’ beantwoorden. De volgende dag ontving ze een automatische reactie van het uitzendbureau, met daarin een afwijzing: „Je hebt aangegeven niet zeven dagen per week beschikbaar te zijn om te werken.”

„Ik dacht dat het zo moeilijk was voor de GGD Amsterdam om genoeg mensen te vinden die bron- en contactonderzoek wilden doen”, zegt Wouters verontwaardigd. Wie is er met zulke hoge eisen dan wel beschikbaar, vroeg ze zich af.

Wouters is niet de enige die tegen muren aanloopt als ze haar „burgerplicht” wil vervullen bij de GGD. Op sociale media barst het van de verhalen van mensen die de GGD graag helpen bij het bestrijden van de coronacrisis, maar toch niet aan de slag kunnen. Ze krijgen geen reactie op hun sollicitatie, worden op basis van geautomatiseerde systemen afgewezen door een uitzendbureau, lopen net als Wouters tegen onrealistische eisen aan, of krijgen te horen dat ze niet nodig zijn.

Lees ook: GGD’s doen veel minder dan ze hebben beloofd

En dat terwijl op vacaturewebsites zoals Indeed een grote vraag is naar bron- en contactonderzoekers. Twee weken geleden zetten de GGD’s in Rotterdam en Amsterdam hun bron- en contactonderzoek nog op een lager pitje, vanwege een tekort aan mankracht om alle besmettingsgevallen op te sporen.  

Een portie empathisch vermogen

Overal duiken inmiddels vacatures op voor de functie van bron- en contactonderzoeker, maar met andere eisen en uurtarieven. Bij het ene uitzendbureau wordt een medische achtergrond of een BIG-registratie als vereiste gesteld, ergens anders is hbo-denkniveau of een willekeurig hbo-diploma een eis, bij de volgende volstaat een mbo-3 diploma en een portie empathisch vermogen. De opleidingstrajecten voor de functie lopen uiteen van twee dagen tot een paar weken en de uurtarieven verschillen van zo’n 10 euro bruto bij de GGD in Breda tot 17 euro in Flevoland.

De werving van bron- en contactonderzoekers wordt niet landelijk bepaald, laat de woordvoerder van de landelijke koepelorganisatie GGD GHOR Nederland weten. De regionale GGD’s nemen zelf de werving op zich, en besteden die vaak uit aan uitzendbureaus. Volgens GGD Nederland bestaat er wel een profiel waaraan een bron- en contactonderzoeker moet voldoen, maar de GGD’s hebben veel vrijheid om dat naar eigen inzicht aan te passen. Het uurtarief is afhankelijk van het budget dat de GGD daarvoor beschikbaar stelt.

Aan mensen die bron- en contactonderzoek willen doen is volgens GGD Nederland geen gebrek. Wat de procedure vooral lastig maakt, is het opleiden en inwerken van nieuwe krachten. Dat vereist begeleiding van ervaren bron- en contactonderzoekers, die dan niet zelf aan het werk kunnen. Er moeten nu veel mensen opgeleid worden, laat de woordvoerder weten, en daarvoor moet je veel mensen van de werkvloer halen die daar juist hard nodig zijn.

Dat roept de vraag op waarom er nú, terwijl de besmettingen snel oplopen, nog massaal mensen moeten worden ingewerkt. Kunnen de GGD’s het bron- en contactonderzoek eigenlijk wel aan?

Marco Leeflang (50) twijfelt daar inmiddels flink aan. Hij kon eind mei aan het werk als bron- en contactonderzoeker bij de GGD in Utrecht, maar haakte na zijn derde trainingsdag gefrustreerd af. Zijn werkinstructie veranderde om de haverklap, vertelt hij. Dat resulteerde in genante telefoongesprekken met patiënten die tot wel vier keer toe teruggebeld moesten worden. „Er waren ook veel te weinig mensen beschikbaar voor hulp en feedback”, vertelt hij. „Dus die dossiers sleepten zich maar voort.”

Aan het einde van de derde dag trok hij zijn conclusies: in deze chaos zag hij het niet zitten om aan het werk te gaan. „Ik heb de indruk dat minister De Jonge [Volksgezondheid, CDA] steeds van alles wil, terwijl de GGD niet durft te zeggen: dit lukt ons niet.”

Lees ook: GGD’s moeten elkaar nu te hulp schieten

Angela Vos, beleidsadviseur publieke gezondheid en teamleider van de epidemiologen bij de GGD Midden-Gelderland, las op Twitter de verhalen van de mensen die zich tevergeefs als bron- en contactonderzoeker aanboden, en deelde afgelopen week via een uitgebreid Twitterbericht haar ervaringen bij de GGD. Aan NRC licht ze haar verhaal toe. „De GGD’s hebben gewoon te maken met grote dilemma’s, en dat moeten we ook eerlijk uitdragen.”

Het eerste misverstand dat ze graag de wereld uit helpt: de mythe van dé GGD. Die bestaat niet, schreef ze. De GGD’s zijn van de gemeente. De intensiteit van de taken én de financiering zijn niet wettelijk verankerd. „Minister De Jonge kan wel zeggen dat geld geen rol speelt, maar GGD’s werken van oudsher met lokaal belastinggeld”, aldus Vos. Is dat ideaal? „Zeker niet”, schreef ze daarover op Twitter. „En al helemaal niet bij zo’n belangrijke taak als infectieziektebestrijding.”

‘Dweilen met de kraan open’

Bovendien zijn de GGD’s vaak niet voorbereid op de landelijke aankondigingen van de minister, legt Vos uit. „Wij horen ook pas tijdens de persconferentie dat er maatregelen versoepeld worden, of dat er acuut meer getest moet worden.” Volgens Vos zijn alle GGD’s meteen gaan opschalen toen er corona uitbrak, maar dat klinkt makkelijker dan het is. „Achter de schermen werd keihard gewerkt aan een plan van aanpak tijdens een tweede golf”, vertelt Vos. „Maar inééns werden de maatregelen versoepeld en liep het aantal besmettingen snel op, dat overviel ons ook.” Zo komt het dat de GGD’s nu staan te dweilen met de kraan open, meent Vos.

Dat gemotiveerde kandidaten voor het bron- en contactonderzoek mét de juiste papieren in de kou blijven staan, vindt ze frustrerend. „Je wilt niet dat zulke mensen in een woud van bureaucratie verdwijnen”, zegt ze. „Maar dit project heeft ook zoveel haken en ogen”, legt ze uit. „Moet je je voorstellen wat er gebeurt als corona voorbij is. Moet je al die mensen dan ontslaan? Natuurlijk wil je het liefst dat iedereen rechtstreeks in dienst van de GGD werkt, maar dan moeten de GGD’s straks ál die mensen WW gaan betalen. Dat is een enorme kostenpost.” Nu uitzendbureaus de werving op zich nemen, vraagt Vos zich af of de GGD’s eigenlijk wel weten wat voor mensen zich aanbieden.

Dan maar het leger? Lees ook: Kabinet: zet militairen in bij contactonderzoek

Ook Roel Coutinho, voormalig directeur van de GGD Amsterdam en van het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM, benadrukt de kracht én de zwakte van het GGD-systeem. „Doordat GGD’s lokaal zijn ingebed, kunnen ze goed inspelen op de plaatselijke vraag naar publieke gezondheidszorg”, legt hij uit. „Maar het maakt de GGD’s ook kwetsbaar, want hun financiële capaciteit wordt bepaald door wat de lokale politiek ervoor over heeft.” Hierdoor bestaan er volgens Coutinho grote verschillen tussen de kwaliteit van GGD’s én hun financiële reserves.

Bron- en contactonderzoek heeft altijd deel uitgemaakt van het takenpakket van de GGD, bijvoorbeeld bij de opsporing van seksueel overdraagbare aandoeningen. „Maar nu is de omvang véél groter dan men ooit gewend is geweest”, zegt Coutinho. „Dus het is logisch dat dat nogal wat moeilijkheden met zich meebrengt. Als je als GGD ineens vijftig nieuwe bron- en contractonderzoekers moet aannemen, moet daar bijvoorbeeld wel het geld voor zijn.”

Wim van Haren (58)

Wim van Haren

„Ik ben moleculair bioloog. Dertig jaar geleden deed ik al onderzoek naar coronavirussen. Ik heb ook een tijdje bij een AIVD/ MIVD-team gewerkt, en ben dus opgeleid om bron-en contactonderzoek te doen.

„In april merkte ik dat de GGD het druk ging krijgen. Ik wilde graag mijn kennis beschikbaar stellen, desnoods als vrijwilliger. Ik heb meer dan tien regionale GGD’s aangeschreven. Van drie GGD’s kreeg ik te horen dat ze me niet nodig hadden, zes hebben niet persoonlijk gereageerd. Alleen in Arnhem werd ik uitgenodigd voor een ‘speeddate’ van vijftien minuten. Ze leken daar enthousiast over mij. Maar toen ik werd teruggebeld sloeg de mevrouw aan de telefoon een heel andere toon aan. Ik was te oud, overgekwalificeerd en niet medisch geschoold, zei ze.

„Volgens mij hebben ze té lang in de wachtstand gestaan bij de GGD. Ik ben toch maar weer wat gaan rondbellen, maar ook nu hoor ik weer helemaal niets. Je verzandt in het moeras van personeelszaken, vreselijk amateuristisch vind ik dat.”

Liesbeth Oerlemans (56)

Liesbeth Oerlemans

„Half mei bood ik me aan als hulp bij het bron- en contactonderzoek, omdat er per 1 juni meer getest zou gaan worden. Ik ben klinisch epidemioloog, heb ervaring met empathische telefoongesprekken door mijn vrijwilligerswerk bij de ‘luisterlijn’, en had net een cursus afgerond, dus dit werk leek me op mijn lijf geschreven.

„Ik heb mijn cv opgestuurd naar de GGD’s in Leiden, Alkmaar en Haarlem. Na een ontvangstbevestiging hoorde ik lange tijd niets. Uiteindelijk heb ik zelf contact opgenomen met de GGD in Haarlem, waar ze beloofden mensen een half jaar in dienst te nemen tegen een goed salaris.

„Mijn cv bleek kwijtgeraakt en ik kreeg te horen dat het contact verder ging via uitzendbureau Randstad. Daar zou ik als uitzendkracht moeten werken en zonder duidelijke reden minder verdienen dan voor dezelfde functie in Amsterdam.

„Ik heb nooit contact gekregen met de afdeling waar ze me daadwerkelijk nodig hadden. Als ze daar vijftien minuten in het écht met mij gesproken hadden, waren we er zo uitgekomen.” „Standaarden zijn handig, maar soms is het ook goed om daar een beetje vanaf te wijken. Als je helemaal niet inhoudelijk kijkt naar wie er voor je neus zit, en alleen eisenlijstjes afvinkt, dan loop je veel geschikte kandidaten voor het bron- en contactonderzoek mis. Nu belandt alles op de grote stapel.

Ik ben nog steeds gemotiveerd om bij de GGD te werken, maar alleen als zij zich ook een beetje flexibel opstellen, net als ze dat van ons verwachten.”