Het aantal mensen dat positief getest is op het nieuwe coronavirus is de afgelopen week stabiel gebleven. 4.013 mensen kregen te horen dat ze besmet zijn. Vorige week waren het er 4.036. Dat blijkt uit deze dinsdag gepubliceerde gegevens van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Afgelopen week werden vijftig mensen vanwege Covid-19, de ziekte die het coronavirus kan veroorzaken, opgenomen in het ziekenhuis. Dat is een kleine stijging. Elf mensen zijn overleden. Het reproductiegetal (R), dat aangeeft hoeveel anderen een patiënt gemiddeld besmet, ligt nog steeds iets boven de 1. Dat getal, dat in principe wijst op toename, is al twee weken oud; recentere R-getallen zijn niet op een betrouwbare manier te berekenen.
Ondanks de stabilisering hebben de regionale GGD’s hun zogeheten bron-en contactonderzoek nog niet kunnen opvoeren. Dit onderzoek is een belangrijk middel om de epidemie te kunnen beheersen. Aanvankelijk werd bij meer dan 90 procent van alle nieuwe gevallen een dergelijk onderzoek uitgevoerd. Afgelopen week is het percentage uitgevoerde onderzoeken gedaald tot 75. Dat moet weer meer dan 90 procent worden, benadrukte Jaap van Dissel, directeur infectieziekten bij het RIVM vorige week nog bij de zogeheten technische briefing in de Tweede Kamer.
Terugkerende vakantiegangers
Bij een bron- en contactonderzoek achterhalen de GGD-medewerkers waar en of een patiënt intensief contact heeft gehad met andere mensen. Die personen krijgen vervolgens het verzoek om zich te laten testen en vrijwillig in thuisquarantaine te gaan – totdat vaststaat dat ze niet (meer) besmet zijn.
Zulk onderzoek leidt ook tot het ontdekken van nieuwe besmettingen. Bijna 14 procent van de mensen die zich laten testen na een oproep daartoe, blijkt positief. Dat is vier keer zo veel als gemiddeld (3,5 procent). Als het bron- en contact-onderzoek niet volledig is, bestaat de kans dat mogelijk besmette personen zich niet laten testen. Of pas laat, zodat ze intussen anderen zouden hebben kunnen besmetten.
Met het aflopen van de zomervakantie vinden de GGD-medewerkers steeds vaker besmettingen bij teruggekeerde vakantiegangers. Bijna een op de vijf (18,4 procent) van de besmettingen van afgelopen week is gerelateerd aan reizen en vakanties: „Het hoeft niet te betekenen dat mensen besmet zijn geraakt tijdens hun vakantie. Het betekent wel dat ze in de veertien dagen vóór de positieve test in het buitenland zijn geweest”, zegt een woordvoerder van het RIVM.
Niet verrassend is dat een reis naar Spanje of Frankrijk het vaakst genoemd is – allebei goed voor een kwart van het totaal –, want dat zijn sinds jaar en dag de favoriete vakantielanden van Nederlanders. Wel blijkt dat nog maar 5 procent van de mensen die positief testten, de twee weken daarvoor in België is geweest. Dat is de helft van het gemiddelde in de hele periode sinds 1 juli. Mogelijk komt dit door de situatie in Antwerpen, waar na het oplaaien van het virus de maatregelen strenger zijn geworden en het toerisme is ontmoedigd.
De GGD’s voeren elke week circa 100.000 tests uit op het nieuwe coronavirus. In GGD-regio Hart voor Brabant (onder meer Den Bosch), dit voorjaar een van de grote Covid-19-brandhaarden, lieten bovengemiddeld veel mensen zich testen – en bleken minder mensen besmet dan gemiddeld. „Het is heel druk geweest bij ons, op een dag hadden we een piek van duizend testen”, zegt een woordvoerder van GGD Hart voor Brabant. „Het kan zijn dat het iets te maken heeft met de ervaringen in het voorjaar. Het kan ook te maken hebben met het feit dat vorige week heel veel mensen zijn teruggekeerd van vakantie.”
Ongelijk verdeeld over Nederland
De nieuwe besmettingen zijn zeer ongelijk verspreid over het land. Net als voorgaande weken is, van de grote steden, in Rotterdam het relatieve aantal besmettingen het hoogst. Tussen 5 en 18 augustus waren hier 1.124 nieuwe besmettingen. Dat zijn er 173 per 100.000 inwoners. Tweede is Amsterdam, met 1.418 nieuwe besmettingen (163 per 100.000). Ook in Bergen op Zoom is het aantal besmettingen weer hoog (206 per 100.000). Nieuwe gemeenten met meer dan 100 gevallen per 100.000 inwoners zijn Schiedam, Vlaardingen, Delfzijl, Zandvoort, Noardeast-Fryslân (Dokkum). In Den Haag ligt het aantal net iets onder de 100 per 100.000 inwoners.
De meeste nieuwe besmettingen hebben zich voorgedaan in de leeftijdsgroepen tussen de 15 en 39 jaar. Zij maken bijna 60 procent uit van alle nieuw besmette personen. Daarbinnen zijn de 25- tot 29-jarigen de grootste groep. Tussen mannen en vrouwen is geen groot verschil: zij kregen bijna even vaak te horen dat zij besmet waren.
Het RIVM gebruikt een experimentele methode om te kunnen schatten hoeveel mensen besmettelijk zijn. Dat waren op 14 augustus tussen de 31.775 en 73.758 besmettelijke personen. Zij kunnen dus SARS-CoV-2 overdragen op andere mensen. Op het toppunt van de epidemie, eind maart, lag dit getal rond de 275.000 personen.
Er liggen op dit moment 53 Covid-19-patiënten op een intensive care. Sinds vorige week ligt dit getal weer boven de vijftig, wat sinds eind juni niet meer was voorgekomen. Dat blijkt uit eveneens deze dinsdag gepubliceerde cijfers van de Stichting NICE. Deze getallen vallen in het niet bij het toppunt van de epidemie: op 7 april lagen er 1.311 coronapatiënten op een IC.
Correctie (19 augustus 2020): In een eerdere versie van dit artikel stond dat in Rotterdam het aantal besmettingen het hoogst was. Dat moet zijn: van de grote steden is in Rotterdam het relatieve aantal besmettingen het hoogst. Dat is hierboven aangepast.