Wij slaven van Suriname van Anton de Kom moest deze week plaatsmaken voor de nieuwe Baantjer en diens rechercheur De Cock, als vertrouwd „met ceeooceekaa”. In de Bestseller Top 60 schoot de oer-Hollandse detective in de week van verschijning meteen naar de twaalfde plaats, een positie die De Kom niet heeft kunnen bereiken in de weken dat hij erin stond. Dat zegt iets over Nederland, zou je vermoeden. De vraag is natuurlijk: wat? Zoals elke detective weet: om een motief te vinden, begin je met elimineren.
De veronderstelling dat dat komt omdat De Kom dood is, is geen argument. Dat is Baantjer ook. Hij overleed in 2010, en sindsdien schrijft Peter Römer (met er-o-umlaut-em-ee-er) namens Baantjer de detectives. De aanwezigheid in het aardse bestaan is dus niet het motief. Wie de verhalen leest, kan alleen maar concluderen dat het moet gaan om de heldere verhaallijn, vol Oer-Hollandse details. Neem het moment dat De Cock middenin twee moordzaken zit en zich zorgen maakt over een neergestoken stagiair: hij maakt gewoon tijd voor een praatje met Arie de haringboer, en voor het prikken van een harinkje. Na een dag werken gaat hij naar café Smalle Lowie. Hij kan er mijmeren, appeltaart eten en een getuige spreken.
Terwijl De Cock tot de crème de la crème onder de rechercheurs behoort, is hij wars van ijdelheid, heeft hij een zwak voor Amsterdamse vrouwen die hem rechttoe rechtaan vertellen hoe het zit, en is hij sinds 1964 (toen de eerste Baantjer verscheen) heel gewoon gebleven. Ook is hij niet te beroerd om te pas en te onpas zijn naam te spellen. Zodra hij zich aan iemand voorstelt, begint hij meteen te spellen. Hoe hoffelijk is dat.
Waar veel detectives ingewikkeld doen en er zaken als discriminatie of terreur in voorkomen, heeft De Cock een geruststellende blik: het gaat slechts om „de elementaire vragen. Wie is de vermoorde? Wat waren zijn omstandigheden? En vooral, waarom is hij vermoord?”
/s3/static.nrc.nl/images/stripped/2106bbcoverbaantjer.jpg)
Daar komt bij dat De Cock een lieve vrouw thuis heeft zitten, die geduldig op hem wacht en blijkbaar van woordspelingen houdt, want als hij erg druk is, maakt ze coq (met ceeoookuu) au vin voor hem. Dat hij niet eens proeft wat ze heeft gemaakt, omdat hij te afwezig is, deert haar niet. Lieftallig zegt ze: „Jurre…” om hem nog een keertje op te scheppen.
En als de moord is opgelost, kookt ze voor hem en voor zijn twee naaste collega’s Dick (ja, in je oer-Hollandse detective heb je gewoon Cock en Dick als personages) Vledder en Keizer. Hij legt alles nog een keer uit, vertelt over zijn gedachten die de doorbraak betekenden en als zijn vrouw dan opmerkt dat de moordenaar wel een beetje dom is geweest, sluit hij af met de geruststellende woorden: „Moord is ook maar mensenwerk.”
Reacties: boeken@nrc.nl
In een eerdere versie stond dat het boek van Baantjer 19,99 kost. Dat is onjuist, het boek kost 10,99. De naam Piet Römer is veranderd in Peter.