Reportage

Wat moet Nederland aan met de wolf?

Wolven Tientallen schapen zijn gedood en het wolvendebat is weer opgelaaid. Schapenhouders vinden de „rotmoordenaar” nergens goed voor, de minister wil nog niks doen.

Jos Verhulst is al zijn hele leven schapenhouder. „Dat een wolf af en toe een lammetje pakt, kan ik begrijpen. Zo’n dier moet vreten. Maar waarom bijt hij er veertig kapot?”
Jos Verhulst is al zijn hele leven schapenhouder. „Dat een wolf af en toe een lammetje pakt, kan ik begrijpen. Zo’n dier moet vreten. Maar waarom bijt hij er veertig kapot?” Foto’s Merlin Daleman

‘Van de zotte.” Jos Verhulst (67) is zijn hele leven schapenhouder en begrijpt niet waarom hij in de herfst van zijn werkzame leven geconfronteerd moet worden met het „rampzalige” gedrag van een dier waar je „geen bal aan hebt”: de wolf. Verhulst woont in het Gelderse Ammerzoden, het Land van Maas en Waal. Een eenzaam zwervende wolf viel in april in enkele dagen tijd tot drie keer toe zijn schapen aan, aan de overkant van de Maas, in Brabant. Ruim veertig schapen overleefden het niet. Verhulst: „Dat een wolf af en toe een lammetje pakt, kan ik begrijpen. Zo’n dier moet vreten. Maar waarom bijt hij er veertig kapot en laat hij ze voor rot vuil achter? Ik noem het een ordinaire rotmoordenaar.”

Het debat over de wolf is na de slachting bij onder anderen Verhulst weer ontbrand. Jarenlang hebben ecologen gesnakt naar de komst van wolven in Nederland, die gelden als de kroon op het werk van natuurbeschermers; kennelijk is de natuur hier rijk genoeg om de Europees beschermde wolf te huisvesten. Maar moet de rest van Nederland zich aan de wolf aanpassen?

Lees ook: Wolf die tientallen schapen doodde is niet meer in Nederland

Ja, zeggen de Europese natuurwetten: de wolf moet beschermd worden, en wie niet wil dat de wolf schade aanricht, moet zijn vee beschermen. Nee, zegt Jos Verhulst in de tuin van zijn boerderij. „Het is belachelijk dat wij in Nederland miljoenen moeten uitgeven aan het beschermen van schapen tegen een wolf die we nooit zien, en die alleen maar ellende veroorzaakt en alles in onze mooie natuurgebieden vermoordt; herten, reeën, zwijnen en hazen. Waarom laat je dan ook niet een leeuw los midden in Amsterdam?”

Ongewenste prooidieren

De zwervende wolf houdt bestuurlijk Nederland in z’n greep. „Door zwervende wolven te verwijderen moet het dierenleed en de materiële schade drastisch worden teruggedrongen”, schreef landbouworganisatie LTO Nederland onlangs in een verklaring. En in een brief aan het Interprovinciaal Overleg (IPO) dat het beleid van de provincies voor wolven coördineert: „Pas als de bescherming van de landbouwhuisdieren als ongewenste prooidieren goed geregeld is, kan er over beheer van de wolvenpopulatie gesproken worden.” Saskia Duives-Cahuzak, schapenhouder en voorzitter van de vakgroep schapenhouderij van LTO: „Wij willen gehoord worden. Wij willen serieus genomen worden.”

De provincies hebben sinds enkele jaren beleid voor wolven die zich hier hebben gevestigd en een territorium hebben. Een ‘gebiedscommissie’ in Gelderland adviseerde onlangs onder meer de introductie van een ‘escalatieladder’, met strengere maatregelen naarmate de dreiging toeneemt, om schade door wolven te voorkomen. Mensen moeten wolven „niet lokken” door bijvoorbeeld vleesresten te deponeren, vee moet worden gescheiden van de wolf door afrasteringen met stroomdraad, opdringerige wolven kunnen met „knalgeluiden” uit een gebied worden verjaagd, en in het uiterste geval, bijvoorbeeld wanneer mensen worden bedreigd, kan een „probleemwolf” worden afgeschoten.

Vanaf deze week kunnen schapen- en geitenhouders binnen het wolvengebied op de Veluwe subsidie aanvragen bij de provincie Gelderland voor maatregelen om schade te voorkomen. Er is een half miljoen euro beschikbaar, voor ongeveer zeshonderd mogelijke deelnemers.

Wolfvrije gebieden

Ondanks al deze bestuurlijke actie, en ondanks het bestaan van een interprovinciaal wolvenplan, weet Nederland nog niet goed wat het aan moet met eenzaam zwervende wolven. „We willen daarover aanvullende afspraken maken”, zegt de Brabantse gedeputeerde Elies Lemkes (CDA). Na de ravage in de omgeving van Heusden, bij onder meer de schapen van Verhulst, heeft de provincie netten beschikbaar gesteld. „Dat is effectief gebleken, want de wolf is doorgetrokken.” Maar hoe moet het verder? „Daarvoor komt er een platform met alle betrokkenen.” Schapenhouder Duives-Cahuzak is minder te spreken over het Brabantse beleid. „De netten kwamen te laat. En ze waren aanvankelijk niet van goede kwaliteit. De beleidsmakers pakken niet door. Er is nog steeds niets goed geregeld.”

Minister Carola Schouten (Landbouw en Natuur, ChristenUnie) schreef de Tweede Kamer onlangs dat ze in overleg is met Duitse deelstaten, waaronder Nedersaksen, dat sommige gebieden wolfvrij wil maken. Zij wil deze aanpak wel „beoordelen”, schrijft ze. Maar: „De beleidslijn die steeds is gehanteerd is dat de wolf, als hij op eigen kracht Nederland bereikt, zich hier moet kunnen vestigen. Dat is ook een Europese verplichting en recent weer bevestigd door het Europese Hof.”

Schadelijk voor de natuur is de wolf volgens haar niet: „Er zijn geen aanwijzingen dat de aanwezigheid van de wolf het behalen en behouden van instandhoudingsdoelen en de natuurlijke habitats bedreigt. Wel kan er op lokaal niveau door een toppredator misschien een tijdelijke disbalans ontstaan in een ecosysteem, maar die dynamiek is de natuur eigen.”

Foto Merlin Daleman

Als een vos in het kippenhok

Ecoloog Glenn Lelieveld, groot voorstander van de aanwezigheid van de wolf in Nederland, is namens de Zoogdiervereniging lid van Wolven in Nederland, een samenwerkingsverband dat streeft naar een „conflictarm samenleven” van mens en wolf. Hij zegt „begrip” te hebben voor boeren die slachtoffer zijn. Maar, stelt hij: „Je kunt het de wolf niet aanrekenen dat hij onbeheerd vee aanvalt. Dat kunnen wij als mens ons beter zelf kwalijk nemen.”

Dat wolven moordenaars worden genoemd is volgens hem terug te voeren op onbekendheid met het jachtinstinct van een dier dat zich plotseling geconfronteerd ziet met grote hoeveelheden prooidieren op een klein terrein. „Dat noemen we surplus killing. Hetzelfde zie je als een vos of een steenmarter in een kippenhok terechtkomt. Dan zijn er vaak veel meer dieren dood dan het roofdier kan eten.”

Overheden zouden schapenhouders veel meer dan nu moeten steunen bij het beschermen van hun vee, stelt Lelieveld. „Provincies hebben hun huiswerk niet op orde. Dat is heel jammer, na al die jaren dat we al praten over de komst van de wolf. Alleen Limburg had lange tijd een subsidieregeling klaar.” Hij pleit voor het in kaart brengen van „risicogebieden”, waar eenzame wolven op hun tochten als het ware vanzelf belanden, gestuurd door hindernissen zoals snelwegen en rivieren. Sommige schapenhouders, zoals Saskia Duives-Cahuzak, bepleiten „corridors” in het landschap voor zwervende wolven.

Een beproefde methode is volgens veel deskundigen het plaatsen van grote hoeveelheden rasters met stroomdraad. Dat doen onder anderen vrijwilligers van de stichting Wolf-Fencing Nederland. „Bij Wolf-Fencing Nederland zijn we geen wolvenknuffelaars, maar ook niet anti-wolf”, aldus de website. „Die discussie voeren we niet en willen we ook niet voeren. We willen veehouders helpen, geven adviezen en zoeken oplossingen.” Voorzitter Jeannet Hulshof: „Het plaatsen van permanente omheiningen met vijf draden stroom erop houdt wolven echt tegen. Wolven springen niet zomaar over zo’n hek heen. Ze proberen er onderdoor te gaan. Als ze daarbij een stroomstoot krijgen, deinzen ze terug.” Het is wel zaak het terrein hermetisch af te sluiten. „Iedere zwakke schakel is dodelijk.” Duur hoeft het niet te zijn, stelt ze. „Er staat nu vrijwel altijd ook al een raster. Je moet daar alleen aanpassingen aan doen. En het goed onderhouden.”

De wolf beet dit jaar al tientallen schapen

De Nederlandse schapenhouders zijn sceptisch. „Zo eenvoudig als sommigen de maatregelen voorstellen, zijn ze niet”, zegt Duives-Cahuzak van de vakgroep schapenhouderij van LTO. Bovendien kosten de maatregelen veel arbeidsuren. „Daar moet een vergoeding tegenover staan.”

Gras tegen draden

Schapenhouder Jos Verhulst is nog veel stelliger: „Het werkt in de praktijk gewoon niet.” Hoe waren zijn schapen beschermd? „De afrastering was één meter dertig hoog en had heel goed gaas. Maar er ligt een fietsroute doorheen en er zijn enkele wildroosters. Daar is hij wellicht binnengekomen.” Hij heeft geen gebruik gemaakt van het aanbod van Wolf-Fencing Nederland voor het plaatsen van netten. Zinloos, stelt hij. „We hebben hier grote polders met heel grote percelen. Hoe moet ik die afrasteren? Helemaal onmogelijk!” Stroom op de draden? „Na tien dagen is er zo veel gras tegen de draden aan gegroeid, dat het de stroom naar de grond geleidt en dus geen stroom meer op de draden staat. Dus moet ik met m’n maaier elke tien dagen onder de afrastering door. Het is niet uitvoerbaar. Dus als we allemaal moeten gaan afrasteren, dan zijn er over vijf jaar geen grote schapenhouders meer.”

Tenzij er heel veel geld beschikbaar komt om de netten te plaatsen en te onderhouden. „Maar wil Nederland al dat geld uitgeven aan de wolf? Zouden we dat geld niet beter ergens anders voor gebruiken?”

Luister ook deze aflevering van de podcast Onbehaarde Apen: Wat zoekt de wolf in Nederland?

De schapenhouder heeft een beter idee: een leefgebied voor de wolf instellen. „Je moet geen hek om de schapen zetten. Je moet een hek om de wolf zetten. Hem in een dierentuin zetten.” Als dat niet gebeurt, weet Verhulst zeker dat het met de wolf afloopt zoals met de vos. Daar mag in principe niet op worden gejaagd, maar hij kan wel bij overlast worden afgeschoten. Verhulst: „De wolf loopt straks een keer een woonwijk binnen of hij pakt de dochter van de burgemeester. Dan moet jij eens opletten wat er gebeurt. Dan wil iedereen hem opjagen en afschieten. Willen we dat? Ik weet zeker dat ik dat nog ga meemaken.”

Ecoloog Lelieveld weerspreekt dat op zijn beurt: „Wolven zijn vluchtdieren en vormen geen bijzonder gevaar voor de mens. De kans dat je de loterij wint of de bliksem op je inslaat is vele malen groter dan de kans dat een wolf je aanvalt, net als het risico dat een hond je aanvalt. En we gaan toch ook niet alle honden verbieden?”