De turnbond móést wel ingrijpen

Misstanden Het topsportprogramma in het vrouwenturnen is stopgezet. De bond kon niet anders, na alle aantijgingen over misstanden.

Olympisch kampioen op de balk Sanne Wevers en haar vader, bondstrainer Vincent Wevers.
Olympisch kampioen op de balk Sanne Wevers en haar vader, bondstrainer Vincent Wevers. Foto Robin Utrecht

Hoe graag Maurits Hendriks ook wil dat de olympische turnsters hun voorbereiding op de Spelen van volgend jaar in Tokio ongestoord kunnen voortzetten, hij kan zich niet mengen in de besluitvorming van de gymnastiekbond KNGU. De technisch directeur van NOC-NSF heeft overigens wel begrip voor het op non-actief stellen van de bondscoaches Gerben Wiersma en Vincent Wevers.

Het topsportprogramma bij de vrouwen is, zoals dat heet, ‘in overleg met NOC-NSF voorlopig stopgezet’. Maar Hendriks en zijn stafleden van de afdeling Topsport vervullen in deze kwestie vooral een rol als klankbord. Zij worden door de KNGU intensief op de hoogte gehouden, maar berperken zich tot een rol als toehoorder en adviseur. Maar in de kern steunt Hendriks het verstrekkende besluit, zegt hij. „Omdat we omwille van olympische medailles geen kwalijke zaken in de ijskast kunnen stoppen; dat kan écht niet meer.”

Snel een oplossing

Wel verlangt Hendriks van de turnbond dat er snel een oplossing voor de gedupeerde turnsters wordt gevonden. „Want zij moeten wel kunnen blijven trainen”, zegt hij. Voor het merendeel van de turnsters ligt de uitkomst bij hun club, waar ze sowieso al trainen. Zij vielen alleen bij centrale trainingen en trainingskampen onder verantwoordelijkheid van de geschorste bondscoaches Wiersma en Wevers.

Voor de vier turnsters die in Heerenveen structureel door Wevers werden getraind, is wel een acuut probleem ontstaan. Zijn tweelingdochters Sanne en Lieke Wevers, Vera van Pol en Naomi Visser zijn op slag van hun coach beroofd. Technisch directeur Mark Meijer van de KNGU zegt nu niet te weten hoe hij die puzzel gaat oplossen, alleen dat het hoge prioriteit heeft.

Ogenschijnlijk gaat het ferme besluit van de KNGU om coaches te straffen ten koste van de huidige turnselectie, van wie niemand bij misstanden uit het verleden was betrokken. Hoe onrechtvaardig is dat? Tot op zekere hoogte onbillijk, erkent Hendriks.

Maar er was geen andere keus. „Het kan niet anders dan dat de twee bondscoaches hangende het aangekondigde onderzoek naar veiligheid in de turnsport niet langer actief kunnen zijn”, zegt Hendriks. „Helaas, dat raakt de turnsters rechtstreeks. Nu is het zaak te voorkomen dat de turnsters buiten hun schuld om extreem gedupeerd worden.”

Als belangrijkste financier van het gestaakte topsportprogramma heeft Hendriks nog geen idee over de gevolgen. Eerst waarborgen voor turnster om te trainen, dan een zorgvuldig onderzoek naar misstanden in de turnsport en pas daarna wordt de financiële balans opgemaakt. Maar Hendriks verwacht geen ingrijpende verschuiving in die ondersteuning.

De zorgen van Hendriks over de turnsters zijn peanuts vergeleken bij die van zijn collega Meijer bij de KNGU. Die keerde woensdag halsoverkop terug van zijn vakantie in Italië en moet in allerijl een stuwmeer aan problemen oplossen. Nadat hij vanaf een Italiaanse berg alle betrokken turnsters over stopzetting van het programma had ingeseind, vloog Meijer als de wiedeweerga naar Nederland, waar hij met de clubs in Hoofddorp, Den Bosch, Amsterdam, Almelo en Heerenveen in overleg treedt over de ontstane situatie.

Garantie

De inhoud van die gesprekken is tweeledig. Eén: hij wil de garantie dat olympische turnsters op niveau kunnen blijven trainen. En twee: Meijer wil de toezegging dat clubs bij overschrijdend gedrag van coaches de harde lijn van de KNGU volgen. Probleem voor de bond is namelijk dat hij in arbeidsrechtelijke zin geen gezag over clubcoaches heeft. Dus vraagt de bond steun en loyaliteit van de clubs.

In Meijers ogen was het rigoureuze besluit van de turnbond onvermijdelijk. De KNGU moest na jaren van passiviteit op de reeks klachten over grensoverschrijdend gedrag hoognodig daadkracht laten zien. En met die doortastendheid wilden bestuur en directie de turnsters uit de nationale selectie zo min mogelijk duperen, wat vanwege de sterk botsende belangen bij voorbaat onmogelijk was. Een duivels dilemma.

Meijer ziet het al voor zich, de reacties. De technisch directeur verwacht dat de oud-turnsters met hun vele verwijten over jarenlange laksheid een groot gevoel van opluchting hebben, zo van: eindelijk wordt er doorgepakt. Hij verwacht van de huidige generatie minder begrip. „Die zullen zich afvragen waar de turnbond in godsnaam mee bezig is”, zegt hij.

Voor bondsdirecteur Marieke van der Plas is de belangrijkste prioriteit dat er binnen de turnsport eindelijk werk wordt gemaakt van fatsoenlijke omgangsvormen. In haar ogen moet de oude cultuur onverbiddelijk worden uitgebannen.

Lees ook: De oude garde van turntrainers wil trainen, trainen en presteren

Haar zorg is evenwel zorgvuldigheid van handelen, vooral in de arbeidsrelatie met bondscoaches. Om die reden spreekt zij niet van een op non-actief stelling van Wiersma en Wevers. Ze speculeert evenmin over het wel of niet aanblijven van die twee. Dat hangt af van de bevindingen van het Instituut Sportrechtspraak en de uitkomsten van het onderzoek naar veiligheid in de turnsport, later dit jaar.

Van der Plas hoopt wel dat alle nog anonieme, gekwetste turnsters zich zo snel mogelijk alsnog melden zodat de omvang van alle misstanden helder wordt. De directeur wil schoon schip maken, en wel zo snel mogelijk. Van der Plas: „Want er is in het verleden te veel misgegaan.”