De nertsenhouders zijn bloednerveus. Elk moment kunnen ze een telefoontje krijgen dat hun nertsen positief zijn getest op corona en hun bedrijf moet worden geruimd. „Het is een verschrikkelijk moeilijke tijd”, zegt nertsenhouder Marina Rutten uit Gelderland. Ze heeft een bedrijf met zesduizend moederdieren. Ze staat er sinds ruim drie jaar alleen voor, nadat haar man, uit wanhoop over de aangekondigde sluiting van de nertsenhouderij vanaf 2024, uit het leven was gestapt. Marina Rutten: „Het is maar goed dat hij deze tijd niet hoeft mee te maken. Hij had er niet tegen gekund. Ikzelf vind het zwaar. De onzekerheid is groot. Bovendien worden wij vaak neergezet als nertsenmoordenaars. Dat is niet prettig.”
Ook andere nertsenhouders slapen slecht, zeggen ze, uit angst voor besmetting. „Als wij worden geruimd, gaat er jaren werk verloren”, vertelt een Brabantse nertsenhouder. „Wij selecteren moederdieren voor zo mooi mogelijke dieren, met heel specifieke kleuren in de pels. Die dieren kun je na de corona niet zomaar terugkopen.” Hij wil niet met zijn naam in de krant, uit angst voor acties van dierenactivisten.
Er zijn inmiddels 25 bedrijven besmet en geruimd, waarvan 21 in Brabant. De overige ruim honderd bedrijven leven in gespannen afwachting. Ze moeten ziekteverschijnselen verplicht melden, de dieren worden wekelijks getest op antistoffen en dieren die een natuurlijke dood zijn gestorven worden onderzocht.
Als een bedrijf eenmaal is geruimd, is de vraag of de nertsenhouder komend najaar een doorstart kan maken. Er ligt sinds maandag een advies „om de bedrijfsvoering na ruiming niet opnieuw te starten”, schrijven de ministers De Jonge (Volksgezondheid, CDA) en Schouten (Landbouw, CU). Het advies komt van het Outbreak Management Team Zoönosen, deskundigen die door het RIVM bijeen worden geroepen bij grote uitbraken van infecties die van dier op mens kunnen overgaan. De geruimde nertsenbedrijven zouden vervroegd kunnen stoppen met een vrijwillige stoppersregeling. Jaren geleden al bepaalde de politiek dat het houden van dieren om hun pels om morele redenen onwenselijk is en vanaf 2024 is verboden.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data58915638-ab32ae.jpg)
Mondkapjes en spatschermen
Alles is er op dit moment op gericht besmettingen te voorkomen. Sinds tien dagen moeten de niet-besmette nertsenhouders extra hygiënemaatregelen nemen. „Het lijkt op de bedrijven wel een intensive care van een ziekenhuis”, zegt Martijn Pijnenburg, voorzitter van de vakgroep edelpelsdierhouderij van landbouworganisatie LTO. Personeel loopt met handschoenen, medische mondkapjes en spatschermen.
Eerder drongen omwonenden en lokale bestuurders in de omgeving van nertsenhouderijen aan op preventieve ruimingen. Burgemeester John Jorritsma van Eindhoven schreef daartoe, als voorzitter van de veiligheidsregio, een brief aan minister Schouten. Daar wil het kabinet nog niet aan. „Deze maatregel treffen we alleen als er geen andere mogelijkheid bestaat om de volksgezondheid of diergezondheid te beschermen”, schreven Schouten en De Jonge eerder aan de Kamer. Wel liet het kabinet het OMT Zoönosen nog eens kijken naar de risico’s van uitbraken op de nertsenfarms voor verdere verspreiding naar de omgeving. Dat risico wordt niet groter dan voorheen geacht. Het advies geeft aan „dat het risico voor mensen om besmet te raken door nertsen alleen reëel is voor personen die in een besmette stal komen. Er is geen verspreiding naar omliggende percelen vastgesteld. Daarbuiten is geen verhoogd risico voor de volksgezondheid.”
Waarom uitgerekend op zo veel nertsenbedrijven het virus opduikt, is nog niet opgehelderd. Als meest waarschijnlijke bron wordt besmet personeel genoemd. Als dat zo is, dan daalt vanaf deze week het risico op verspreiding flink: het spenen en vaccineren van de jonge pups is voorbij, en daarmee ook het intensieve contact tussen mens en dier. Over enkele weken zullen nieuwe besmettingen daarom tot het verleden behoren, is de verwachting. Mits de nertsenhouders zich aan de zeer strikte hygiënevoorschriften houden. Als ze dat niet doen, waarschuwt het OMT, en er vanaf half augustus toch weer besmettingen optreden, dan moeten de nertsenbedrijven alsnog preventief worden geruimd „om te voorkomen dat de nertsenhouderij als virusreservoir gaat functioneren”, aldus het advies aan het kabinet.
‘Fatsoenlijke’ stoppersregeling
Vermoedelijk hangt nertsenhouders sowieso vervroegde sluiting boven het hoofd. Veel omwonenden, politici en dierenactivisten vinden dat het kabinet de coronacrisis moet aangrijpen om de nertsenhouderij eerder dan vanaf 2024 te verbieden. Een wettelijk verbod is ingewikkeld. Daarom werkt minister Schouten aan een vrijwillige stoppersregeling. Een meerderheid in de Tweede Kamer heeft in een motie aangedrongen op een stoppersregeling die zo aantrekkelijk is dat alle nertsenhouders eind dit jaar zijn gestopt. De contouren van deze regeling worden eind augustus bekend. Nertsenhouders hebben dan vóór de nieuwe levenscyclus de kans om af te wegen of ze moeten stoppen of nog drie onzekere jaren doorgaan.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data58753590-908474.jpg)
Een fatsoenlijke regeling betekent volgens Wim Verhagen, directeur van de Nederlandse Federatie van Edelpelsdierenhouders, niet alleen een schaderegeling voor de resterende drie pelsseizoenen, maar ook een „overgangsregeling” naar andere activiteiten, die de nertsenhouders ineens drie jaar eerder dan voorzien moeten beginnen. Verhagen: „Daarbij gaat het niet alleen om geld, maar ook om de bereidheid van regionale en lokale overheden om constructief mee te denken over het verlenen van vergunningen voor nieuwe activiteiten op de locaties.”
Nertsenhouder Marina Rutten voelt weinig voor de regeling. „Hoe vrijwillig is die stoppersregeling? Daar zet ik grote vraagtekens bij.” Ze gaat liever nog drie jaar door om nog enigszins uit de kosten te komen. „Bij het vaststellen van het wettelijke verbod is er destijds bij bepaalde politieke partijen nooit draagvlak geweest voor een fatsoenlijke regeling. Ik heb er geen vertrouwen in dat er nu wel een goede regeling komt.”