Saskia Manting (58) zat in de auto en keek op haar telefoon, toen ze in haar ooghoek iets zwarts zag „dwarrelen”. Het waren de slungelige ledenmaten van twee puberjongens, onderweg naar de pinautomaat waar haar man Tom (64) geld voor de huishoudelijke hulp zou gaan opnemen.
Saskia en Tom hadden die dag, 16 december 2019, op hun kleinzoon in Utrecht gepast, en na het eten waren ze met de auto op weg naar hun huis in Hoofddorp gegaan. „Ik vind dit niet de meest veilige plek”, zei Saskia nog toen ze aan de rand van een winkelcentrum in de buurt stopten om te pinnen. „Een leeg parkeerterrein, hartstikke stil. Maar Tom is niet bang uitgevallen.”
Saskia zag hoe haar man zich omdraaide en kort daarna op de grond belandde, in een worsteling geraakt met een van de jongens. „Ik ben gelijk uit de auto gesprongen.” Het was al donker en op het parkeerterrein dat glansde van de regen keek ze de andere dader in het gezicht. Een grote zonnebril met spiegelende glazen en een lap voor zijn mond om zijn hele gelaat te verbergen. „Ik wilde helpen, maar toen zag ik zijn grote mes. Daardoor ben ik teruggedeinsd en heb ik mijn telefoon gepakt.” Terwijl Saskia 112 belde, hield Tom de jongen met wie hij op de grond lag vast. De dader met de spiegelende zonnebril zag dat en stak Tom om zijn vriend te bevrijden. „Nadat hij was losgelaten, heeft die jongen nog vol in Toms gezicht getrapt.”
Een ambulance was snel ter plekke en de hulpverleners begonnen te reanimeren achter een afschermingswand die in allerijl was opgebouwd. Toen de hoofden boven de schermen uitkwamen, wist Saskia dat het niet goed was afgelopen. Haar man was in zijn hart gestoken. De jongens, allebei vijftien jaar oud, waren gevlucht en zijn een paar dagen later opgepakt nadat een leeftijdsgenoot die ervan had gehoord daar melding van had gedaan. Op donderdag doet de rechtbank uitspraak in hun zaak. De eis is tien maanden jeugddetentie en een PIJ-maatregel, een vorm van jeugd-tbs waarbij de minderjarige wordt behandeld en opgevoed.
Die dag in december
Aan de keukentafel van haar ruime woning in Hoofddorp vertelt Saskia rustig en gedetailleerd over wat er op die dag in december is gebeurd. Voor haar staat de huistelefoon op speaker zodat Oscar (32), hun oudste zoon, mee kan luisteren. Aan rouwen is Saskia nog niet toegekomen, sinds de dood van haar man. „Ik ben een keer naar de psycholoog geweest, maar er is zo veel te doen. Ik sta in een soort regelmodus.” Omdat Saskia inkomstenderving heeft en daarvoor een schadevergoeding wil, moest ze bijvoorbeeld allerlei papieren aanleveren. „Het klinkt heel zakelijk, maar die dingen moeten nu eenmaal gebeuren.” En voor de energieke jachthond moest een nieuw onderkomen gezocht worden omdat Saskia er vanwege multiple sclerose (MS) niet alleen voor kan zorgen.
Door erover te praten, hoopt ze dat de dood van haar man, een beveiligingsbeambte die vlak voor Kerst met pensioen zou gaan, niet helemaal voor niets is geweest. Saskia en Tom zouden een reis gaan maken naar Canada, en Tom zou met zijn hond aan jachtwedstrijden mee gaan doen. Saskia zal hun huis met een grote tuin op termijn alleen niet meer goed kunnen onderhouden. Ze wil de aandacht vestigen op messteekincidenten onder jongeren, en een maatschappelijk probleem aankaarten.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data59911065-eeeb24.jpg|https://images.nrc.nl/olulBVYGLOADefC2QoNJU-7BiCE=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data59911065-eeeb24.jpg|https://images.nrc.nl/pVpwnbprEH72FsqhC0i8_BfddN0=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data59911065-eeeb24.jpg)
Een foto van Tom Manting, de man van Saskia Manting.
Toename van steekincidenten
Op 20 maart maakte de landelijke politie op haar website bekend dat het aantal messteekincidenten waarbij jongeren betrokken zijn, is toegenomen – het bericht werd gepubliceerd toen het coronavirus veel slachtoffers begon te eisen in Nederland en heeft weinig media-aandacht gehad. Concrete cijfers over het landelijke aantal messteekincidenten waarbij minderjarigen zijn betrokken, zijn volgens de politie niet eenvoudig te herleiden uit het politieregistratiesysteem, maar Anja Schouten, portefeuillehouder jeugd, zegt in het bericht dat „de betrokkenheid van minderjarigen opvallend is toegenomen”. Eveneens in maart bracht de politie-eenheid Rotterdam, die het aantal steekincidenten handmatig heeft bijgehouden, wel concrete cijfers naar buiten: in 2019 waren daar 36 steekincidenten onder minderjarigen, een jaar eerder waren dat er 19. En de Amsterdamse politie meldde dat het aantal minderjarige verdachten bij wapenincidenten de afgelopen drie jaar met 50 procent is gestegen. In 2017 waren nog 208 jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 jaar betrokken bij een wapenincident, vorig jaar ging het om 320 gevallen. In het najaar en de winter van 2019 kregen verschillende steekincidenten onder jongeren aandacht in de media. De Amsterdamse politiechef Frank Paauw zei tegen lokale zender AT5 dat onder jongeren „het bij zich dragen van messen gemeengoed (begint) te worden”.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data56331570-5aaeaf.jpg)
„Er moet iets in gang worden gezet waardoor kinderen op die leeftijd minder van dit soort dingen gaan doen”, zegt Saskia, die totdat ze vanwege haar MS arbeidsongeschikt raakte als assistent-griffier werkte bij de gemeente Haarlemmermeer. In de hoop onder jongeren iets teweeg te brengen, heeft Saskia’s advocaat Richard Korver een verzoek gedaan om de uitspraak ook op Instagram te publiceren. „Misschien zijn er kinderen die lezen wat de gevolgen kunnen zijn van dit soort daden.”
Wiet en snoep
Omdat de jongens die Tom Manting overvielen en neerstaken minderjarig zijn, is de zitting niet openbaar, waardoor het onduidelijk blijft wat hun motieven precies waren. Wel is bekend dat een van de daders het geld – 100 euro – heeft gebruikt om wiet en snoep te kopen en dat de andere jongen een nieuwe broek wilde.
Saskia Manting vraagt zich af of ouders van pubers in deze tijd niet meer moeten doen, of ze niet strenger zouden moeten opvoeden, beter op hun kinderen moeten letten en sneller hulp zouden in moeten schakelen. „Het valt me op, ook bij deze jongens, dat ouders veel aan het werk zijn, en misschien te weinig in de gaten hebben wat hun kinderen doen. Ik vind dat er weinig respect is bij een deel van de jeugd. Een middelvinger naar de politie, een grote mond naar opa en oma en de leerkracht. Geen moraal, niks.” Liggen zulke maatschappelijke problemen ten grondslag aan de dood van haar man, vraagt Saskia zich af.
Ze had gehoopt dat de school waar de daders op zitten aandacht zou besteden aan wapenbezit, en de gevaren die daaraan kleven. „Ze waren iets aan het organiseren, maar toen zei de gemeente dat ze die taak op zich wilde nemen. Dat gebeurde maar niet, en toen kwam corona.” Nu heeft het eigenlijk geen zin meer om iets op de school te organiseren, zegt Saskia. „De examens zijn geweest en de daders zijn van school.”
Zoon Oscar Manting constateert via de huistelefoon een „verantwoordelijkheidsvacuüm”. Enerzijds wordt psychologisch én juridisch onderkend dat pubers nog niet de gevolgen van hun daden kunnen zien doordat hun hersenen nog in ontwikkeling zijn. Anderzijds wordt wel zelfredzaamheid verwacht. „We zeggen: hier heb je de sleutel en kijk maar of je straks mee-eet. Is de vrijheid die we pubers geven wel passend bij de verantwoordelijkheid die ze kunnen dragen? Ik ben vader van een zoon van 1,5 en we gaan regelmatig naar het consultatiebureau, zij begeleiden ons van overheidswege. Maar ouders van pubers worden aan hun lot overgelaten, is mijn indruk.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data53829511-60be35.jpg)
Excuses voor zijn daad
In de rechtszaal las Saskia Manting twee weken geleden haar slachtofferverklaring voor, waarin ze vraagtekens plaatste bij de opvoeding van de jongens die haar man neerstaken. Willen ouders niet te veel vrienden van hun kinderen zijn, vraagt ze zich af. „Ik begreep dat een van de ouders van deze jongens heeft gezegd dat haar zoon slachtoffer is in deze kwestie”, schrijft ze in haar verklaring. „Dit is nou juist waar het naar mijn idee fout gaat. Je kind koste wat kost de hand boven het hoofd houden en excuses voor zijn daad zoeken.”
Ze kaart het ook aan voor haar man, die niet voor niets beveiligingsbeambte was en bekendstond om zijn sterke rechtvaardigheidsgevoel. „Als we gingen winkelen, zag hij wel eens dat mensen iets stalen, en daar sprak hij ze dan op aan. Pas geleden waren we bij Van Haren en zagen we een stel met een klein kind een tas stelen. „Daar is de kassa, zei hij, en hij dirigeerde ze de goede kant op. Hij kon er niet mee omgaan als mensen met hun poten aan spullen van anderen zaten.”
In lijn met dat rechtvaardigheidsgevoel wil Saskia ook zeggen dat haar man niet is neergestoken door „donkere jochies”. „‘Zeker Marokkaantjes’, zeiden veel mensen tegen me. Dat wil ik rechtzetten, het voelt oneerlijk.” Bovendien: de ouders van de jongens die Tom neerstaken hadden onder meer hoge functies bij de politie en het openbaar bestuur.
Saskia is ook wel even boos geweest op haar man Tom. „Waarom heeft hij het niet gewoon losgelaten en simpelweg gevraagd hoeveel ze wilden hebben?” Maar dat was niet zijn karakter, zegt ze, dat had hij nooit gedaan. „Hij is vol in de strijd gegaan om te voorkomen dat hem onrecht werd aangedaan. Hij dacht waarschijnlijk gewoon: een paar van die knulletjes doen me niets. Dat heeft hij niet goed ingeschat.”