Recensie

Recensie Beeldende kunst

Duizelingwekkende expositie over armoe, racisme en geweld

Tentoonstelling De expositie ‘Tell me your story’ over Afro-Amerikaanse kunstenaars loopt van de jaren twintig tot het heden. Een eeuw van poëzie, verbeelding van het alledaagse leven en het wonderschoon omwerken van oude, wrede symbolen.

Dáreece Walker, ‘Made in the USA’, (2016). Houtskool op karton.
Dáreece Walker, ‘Made in the USA’, (2016). Houtskool op karton. Courtesy of the artist

Ze kwamen uit Kentucky, Virginia, Georgia, Alabama. Bittere armoe, racisme en geweld zorgden ervoor dat miljoenen Afro-Amerikanen tussen 1916 en 1970 naar de noordelijke industriesteden van Amerika trokken op zoek naar een beter leven. Ze werden daar boodschappenjongen, stoker, portier, kruier, ramenlapper, conciërge, lasser, schoenlapper. Sommigen werkten de klok rond om te kunnen doen wat ze werkelijk zinvol vonden: schilderen, beeldhouwen, tekenen, schrijven, muziek maken. Als ze heel getalenteerd waren, werden ze docent. De supertalenten kregen soms een prijs voor hun kunst, maar ophalen ging niet want veel musea waren ontoegankelijk voor zwarte burgers.

Het klinkt als een larmoyant verhaal, maar het bittere is: het is allemaal waar, en het is allemaal te zien, te lezen en te horen op de duizelingwekkende en overvolle tentoonstelling Tell me your Story – 100 jaar storytelling in Afrikaans-Amerikaanse kunst. De expositie in Kade in Amersfoort, die begint in de jaren twintig met de Harlem Renaissance en eindigt met de zogeheten ‘Bloom generation’ nu, is samengesteld door de Nederlandse gastcurator Rob Perrée. Perrée onderzoekt al meer dan dertig jaar kunst uit de Afrikaanse diaspora. Ook toen het onderwerp nog helemaal niet populair was en werken van bijvoorbeeld Kerry James Marshall, Faith Ringgold en Kara Walker nog niet voor miljoenen over de toonbank gingen.

Gordon Parks, ‘At Segregated Drinking Fountain, Mobile, Alabama’, (1956). Gordon Parks. Courtesy of The Gordon Parks Foundation, Jack Shainman Gallery, New York and the Rennie Collection, Vancouver.

Chronologisch panorama

In Kade toont Perrée hoe magnifiek de uitkomsten van al die jaren research, relaties leggen, aandacht en verdieping zijn geweest. Er ontvouwt zich een min of meer chronologisch panorama van honderd jaar zwarte verbeelding aan de hand van een kleine 140 werken. Het is een eeuw van strijd voor gelijke burgerrechten, die zich terugvertaalt naar de kunst, de literatuur en de vormgeving.

Een van de (vele) hoogtepunten zijn de onontkoombare Black Panther-affiches van Emory Douglas (1943). Het is ook een eeuw van poëzie, verbeelding van het alledaagse leven en het wonderschoon omwerken van oude, wrede symbolen. Een prachtig voorbeeld daarvan is High Cotton, een op jute zakken geschilderd, haast fluisterend tafereel over katoenoogst, gemaakt door Alison Saar (1956).

Twee schrijvers zijn onontkoombaar. Allereerst de filosoof Alain Locke (1885-1954), die met zijn standaardwerk The New Negro in 1925 de Harlem Renaissance een intellectuele basis verschaft. In de jaren zestig komt daar de fenomenale James Baldwin (1924-1987) bij, die in romans, brieven en essays (allemaal te koop in de boekwinkel van Kade) de boodschap van zwart zelfbewustzijn propageert.

Lees ook het met werk uit Kade geïllustreerde artikel: Nederlandse kunstmusea: diversiteit is beleid, maar de directeur is altijd wit

Dat zelfbewustzijn vind je terug bij een fotograaf als James Van Der Zee (1886-1983), die tussen 1916 en 1945 het straatleven in Harlem vastlegt. Van Der Zee, die in 1969 pas bij toeval doorbreekt, heeft een scherp oog voor de sjofele restaurants, armetierige straatverkopers, schoolmeisjes zwaaiend met hun schooltas op weg naar school. Het lijkt allemaal heel doordeweeks, maar dat is juist het mooie. Van Der Zee maakt een geschiedenis zichtbaar die, zoals Baldwin eens schreef, „nooit is opgeschreven”.

David Driskell, ‘Jazz Singer Lady of Leisure’, (1974). Courtesy of DC Moore Gallery, New York

Geldnood

Ook Augusta Savage (1892-1962), een van de weinige vrouwelijke kunstenaars uit de Harlem Renaissance, is zo’n zelfbewuste kunstenaar. Van haar staat in Kade het iconische beeldje Garmin (1930). Garmin is een levensecht, zwart jongenshoofd in beschilderd gips. De uitdrukking van het kind is onderzoekend, kwetsbaar en vroegwijs. Van Savage, die ook een latere grootheid als Jacob Lawrence les heeft gegeven, is bekend dat ze uit geldnood beelden van met schoenpoets beschilderd gips maakte. Het gros van haar fragiele werk is dan ook vernietigd.

Veel van het werk in Kade is verhalend: kunstenaars als Horace Pippin (1888-1946) en Palmer Hayden (1890-1973) schilderen een leven waar de hardheid dicht onder de vrolijke oppervlakte loert. Dit verhalende aspect is een bewuste keuze van de kunstenaars, of ze nu begin van de eeuw of halverwege geboren zijn. Niemand is namelijk niet beïnvloed door het modernisme. Velen zijn naar Europa afgereisd met een beurs. Velen keerden weer terug. De meesten hebben gedacht: nee, bij die abstracte kunst, dat modernistische idioom, voel ik me niet thuis. Met dat idioom alleen kan ik onvoldoende uitdrukken wat ik zie, hoor en voel. En juist dat wil ik – zo krachtig mogelijk.