Het begon eigenlijk zoals de cafébrand van Volendam, waar in de Nieuwjaarsnacht van 2001 in Café de Hemel 14 doden en 200 ernstig gewonden vielen nadat sterretjes kerstversiering in vuur en vlam hadden gezet. Maar explosiever: als afsluiting van het optreden van metalband Goodbye to Gravity op 30 oktober 2015 werd er in de Roemeense nachtclub Colectiv vuurwerk afgestoken. „Er staat hier iets in de fik”, zegt de zanger op een amateurfilmpje. „Is er een brandblusser?”
Die beelden behoren tot het schokkendste wat je dit jaar in de bioscoop zult zien. Niet om wat ze tonen: door het oplaaiende vuur is er snel alleen maar rook en paniek. Maar door wat ze niet laten zien. De afgesloten nooduitgang. De 27 doden die er vielen. De 180 gewonden. En de 37 die er later nog stierven doordat ze niet de juiste medische zorg kregen.
Deze ramp ontplofte door een kettingreactie van onwaarschijnlijke onverschilligheid en corruptie. Massaprotesten leidden tot het aftreden van premier Victor Ponta. Een technocratisch overgangskabinet volgde. Maar de geest was uit de fles.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/11/data51833596-cbd89d.jpg)
De Roemeense filmmaker Alexander Nanau (Toto and his Sisters, 2014) volgt de nasleep van deze gebeurtenissen vanaf het moment dat sportjournalist Catalin Tolontan zich openlijk begon af te vragen hoe het kon dat er na de ramp meer mensen stierven dan tijdens de brand zelf. Op die momenten behoort Collectiv tot het beste wat documentaire onderzoeksjournalistiek te bieden heeft. Als Tolontans onderzoek strandt nadat de eigenaar van een farmabedrijf dat Roemeense ziekenhuizen van ondeugdelijke desinfectiemiddelen voorzag zelfmoord pleegt, verlegt hij zijn aandacht naar de politiek. De nieuwe minister van Volksgezondheid Vlad Voiculescu geeft hem volledige toegang tot overleggen en vergaderingen. Die transparantie lijkt aanvankelijk iets op te leveren, maar legt uiteindelijk een verbijsterende politieke machteloosheid bloot.