CO2-doelen voor luchtvaart omlaag vanwege corona

Luchtvaart en klimaat De CO2-doelen voor de wereldwijde luchtvaart tot 2024 zijn afgezwakt. De coronacrisis is al duur genoeg, zegt de sector.

Een toestel van KLM landt op het vliegveld van Lissabon in 2019. Dat jaar wordt het ijkpunt voor het CO2-uitstootniveau. Foto Armando Franca / AP
Een toestel van KLM landt op het vliegveld van Lissabon in 2019. Dat jaar wordt het ijkpunt voor het CO2-uitstootniveau. Foto Armando Franca / AP

Luchtvaartmaatschappijen hoeven tot 2024 hun CO2-uitstoot vrijwel zeker niet te compenseren. Alleen als de luchtvaart sneller herstelt van de coronacrisis dan nu wordt verwacht, moeten ze de uitstoot door vliegtuigen compenseren.

Dat is het gevolg van een besluit van het dagelijks bestuur van VN-luchtvaartorganisatie ICAO, dinsdag in Montreal. De luchtvaartsector is tevreden met het besluit, milieuorganisaties zijn ontstemd. ICAO zelf vindt dat het klimaatprogramma van de luchtvaart nu „beschermd” is tegen de corona-gevolgen.

De ICAO-raad met 36 van de 193 landen, waaronder Nederland, stemde in met een wijziging van Corsia (Carbon Offsetting and Reduction Scheme for International Aviation), een programma dat de CO2-uitstoot door de luchtvaart moet gaan begrenzen. Vanaf 1 januari 2021 moet groei van de luchtvaart ‘koolstofneutraal’ zijn: groei mag niet leiden tot meer uitstoot. Dat kunnen luchtvaartmaatschappijen bereiken met reductie door innovatie, maar vooral met compensatie door bijvoorbeeld bosbouw te financieren.

De omstreden aanpassing gaat over het ijkpunt voor de CO2-uitstoot, de zogenoemde baseline. In 2018 koos ICAO voor de gemiddelde uitstoot van de jaren 2019 en 2020 als uitgangspunt voor Corsia. Wie daarboven komt, moet compenseren. Vanwege de coronacrisis is de uitstoot door luchtvaart dit jaar echter veel lager dan normaal. Dat zou leiden tot een laag ijkpunt, en daarmee tot hoge compensatiekosten. Veel maatschappijen verkeren door de crisis al in financiële nood en hebben staatssteun nodig om te overleven.

Lees ook over kritiek op het CO2-compensatieplan van de luchtvaart

Schrappen van 2020

Luchtvaartkoepel IATA pleitte daarom voor een aanpassing van het ijkjaar: niet 2019/2020 maar alleen 2019. Crisisjaar 2020 vertekent de oorspronkelijke afspraak te veel en moet dus worden geschrapt.

Omdat het naar verwachting drie jaar zal duren voordat de luchtvaart zich volledig heeft hersteld – uitgaande van terugkerende vraag op het oude niveau – zullen maatschappijen het uitstootniveau van 2019 voorlopig niet overschrijden. Ze hoeven de komende drie jaar dus niets te compenseren. Hoe hoger het ijkpunt, hoe gunstiger voor de luchtvaart.

Op 9 juni stemde de Europese Unie al in met de door IATA voorgestelde wijziging, ondanks bezwaren van Europarlementariërs en ngo’s die zich bezighouden met klimaatverandering. Zij hoopten dat ICAO een besluit over het basisjaar zou uitstellen, om de gevolgen van de coronacrisis voor de luchtvaart beter te kunnen overzien. Het ICAO-besluit geldt voor de proeffase tot en met 2023. In 2022 wordt besloten of er andere wijzigingen nodig zijn vanwege de crisis.

Deelname is pas verplicht vanaf 2027. Dan gaan India, China en Rusland meedoen

In de eerste twee fases van Corsia kunnen landen kiezen of ze deelnemen. Vanaf 2027 is deelname verplicht. Rusland, China, India en Brazilië doen pas vanaf 2027 mee. De VS dreigden uit de proeffase te stappen als de ICAO-raad geen besluit zou nemen, schreef minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur, VVD) op 26 juni aan de Tweede Kamer.

In deze brief schrijft de minister ook dat de CO2-grens met 2019 en 2020 samen 25 à 30 procent lager zou uitvallen dan met 2019 alleen. Zonder coronacrisis zou de grens 3 à 4 procent hoger zijn dan met alleen 2019, omdat de uitstoot normaliter in 2020 hoger zou zijn dan in 2019.

„Slecht Europees standpunt”

Nederland zet zich in voor reductie van emissies door de luchtvaart, schrijft Van Nieuwenhuizen aan de Kamer. „Daarbij speelt een robuust en effectief Corsia in een mondiale aanpak een belangrijke rol.” In de ICAO-raad volgde Nederland het EU-standpunt, met een beperking van het gewijzigde ijkpunt tot de eerste drie jaar en een evaluatie in 2022. Van de 36 landen in de raad stemden 25 voor aanpassing, 3 tegen en 8 niet voor of tegen. Nederland kon niet afwijken van het EU-standpunt, zegt een woordvoerder van het ministerie van Infrastructuur desgevraagd.

Volgens Europarlementariër Bas Eickhout (GroenLinks) „had Nederland nooit mogen instemmen met het slechte Europese standpunt”. Eickhout: „Elk gevoel van klimaaturgentie mist, alles draait om het voorkomen van obstakels die de groei in de weg kunnen zitten.”