Van 60 onder nul naar 38 graden

Noordpoolcirkel In het Arctisch gebied warmt het sneller op dan het wereldwijde gemiddelde. Dat kan ook het weer in West-Europa beïnvloeden.

Kinderen spelen in een meer net buiten het Siberische stadje Verchojansk, waar het afgelopen zaterdag 38 graden Celsius werd, de hoogst gemeten temperatuur in het gebied boven de Noordpoolcirkel.
Kinderen spelen in een meer net buiten het Siberische stadje Verchojansk, waar het afgelopen zaterdag 38 graden Celsius werd, de hoogst gemeten temperatuur in het gebied boven de Noordpoolcirkel. Foto Olga Burtseva/AP

In het Siberische stadje Verchojansk werd het afgelopen zaterdag 38 graden Celsius (ofwel: 100,4 graden Fahrenheit). De meting moet nog worden bevestigd, maar het zou een record zijn. Het is dan de hoogst gemeten temperatuur in het gebied boven de Noordpoolcirkel – het oude record stamde van 25 juli 1988 en lag 0,7 °C lager. Bovendien maakt het Verchojansk, dat een paar duizend kilometer ten noordoosten van Moskou ligt, de meest noordelijke plaats waar de temperatuur boven de 100 graden Fahrenheit is uitgekomen. „Die grens is voor ons Amerikanen een dingetje. Daarom kreeg het in de Verenigde Staten zoveel aandacht”, zegt Walt Meier, senior onderzoeker bij het National Snow & Ice Data Center (NSIDC) in Boulder, Colorado.

Die hoge temperatuur speelt zich af tegen een achtergrond van een snel opwarmend en veranderend Arctisch gebied. Het klimaat warmt er ruim twee tot drie keer zo snel op als het wereldwijde gemiddelde. Zee-ijs smelt en krimpt in oppervlak, wat het broeikaseffect versterkt – het water dat bloot komt te liggen absorbeert meer warmte dan het zee-ijs. Aan land ontdooit de permafrost. Kusten kalven versneld af, dorpen en infrastructuur moeten landinwaarts verplaatst worden. Het Arctisch gebied verschuift snel naar een „andere toestand” en zal er halverwege deze eeuw „heel anders” uitzien dan nu, concludeerde het Arctic Monitoring and Assessment Programme (AMAP) vorig jaar.

De veranderingen kunnen ook het weer op gematigde breedtes, waarbij ook West-Europa hoort, beïnvloeden. „Of dat gebeurt, en in welke mate, daarover is nog discussie”, zegt Meier. Die verre invloed staat wel vast voor het versnelde smelten van de Groenlandse ijskap, en de zeespiegelstijging die er het gevolg van is.

Of klimaatverandering de oorzaak is van het record in Verchojansk, durft Meier niet te zeggen. Incidentele weersgebeurtenissen toewijzen aan een veranderend klimaat is lastig. Het kan natuurlijke variatie zijn. „Maar er is onmiskenbaar een trend naar een warmer klimaat.”

Daar komt bij dat er geen gebied op aarde is waar de temperaturen door het jaar meer schommelen dan in de regio van Verchojansk, zegt Richard Bintanja, hoogleraar Klimaat en milieuveranderingen aan de Rijksuniversiteit Groningen en klimaatonderzoeker bij het KNMI. In de winter vriest het makkelijk 60 graden, in de zomer wordt het geregeld warmer dan 30 graden. Het komt, zegt Bintanja, doordat het stadje zo diep landinwaarts ligt. „Je mist de dempende werking van een zee op temperatuurschommelingen.” De grote variatie in temperatuur, bovenop een trend van opwarming, maakt het volgens hem „onvermijdelijk” dat je hitterecords krijgt. Het AMAP merkt op dat er in het Arctisch gebied nu elk jaar wel een of ander record wordt gebroken.

Lente opvallend mild

Dat het nú in Verchojansk zo warm is, komt niet uit de lucht vallen. In heel Siberië was de afgelopen winter opvallend mild, en de lente erg warm. In mei lag de temperatuur liefst 10 graden Celsius boven het gemiddelde over de periode 1981-2010, meldde het European Centre for Medium-Range Weather Forecasts begin juni in een gezamenlijk bericht met de Copernicus Climate Change Service. In een vervolgonderzoek noemen de organisaties het „ongebruikelijk” dat het zes maanden zo warm bleef.

Door de aanhoudende hitte is de sneeuw sneller dan gebruikelijk gesmolten, de bodem sneller uitgedroogd, en de gebruikelijke branden zijn eerder gestart. Volgens NASA is het aantal branden nu een van de hoogste sinds 2003.

Het NSIDC, waar Meier werkt, heeft al gesuggereerd dat het zo lang aanhoudende warme weer te maken heeft met de dynamiek in de stratosfeer, op zo’n tien kilometer hoogte. Op die hoogte bevindt zich de polar vortex, de poolwervel. Het is een sterke westenwind (dus op de Noordpool draait hij tegen de klok in) die ontstaat door het temperatuurverschil tussen het koude noorden en het warmere zuiden. In de vortex kunnen uitstulpingen ontstaan door temperatuurschommelingen, en dat werkt door in de lagere atmosfeer. Maar in de winter van 2019 en de lente van 2020 bleef de vortex ongebruikelijk stabiel. „Maar het zou ook een regionaal weerseffect kunnen zijn. Dat moeten we verder uitzoeken”, zegt Meier.

Hij benadrukt hoe „onverwachts snel” het Arctisch gebied verandert. In 2005 was het idee dat de Arctische Oceaan tegen het eind van de eeuw in de zomers vrij zou zijn van zee-ijs. „Maar in 2007 was het zee-ijs dramatisch gekrompen, en in 2012 volgde een nieuw record.” Nu gaat men ervan uit dat de oceaan rond 2040 geen zee-ijs meer zal hebben in de zomer. Bintanja herkent het beeld. Het Arctisch gebied dat het snelst opwarmt is Spitsbergen. „Het wordt er nu elke tien jaar gemiddeld een graad warmer. Dat kun je je nauwelijks voorstellen, zo snel.”