Vraag de boeren in de Twentse buurtschappen Hezingen en Nutter wat ze vinden van de plannen om bedreigde natuur in hun omgeving te beschermen en ze beginnen te zuchten. „Wij zijn generaties lang zuinig op de natuur geweest en daar moeten we nu voor boeten”, vertelt melkveehouder Henk Weersink (62).
Zijn bedrijf is vorig jaar verplaatst; een van zijn twee zoons houdt zeven kilometer verderop koeien. Zelf is hij achtergebleven met een natuurcamping en twee vakantiewoningen. „Wij zijn zogenaamd vrijwillig vertrokken. In feite was het verplicht, want je moet aan zo veel regels voldoen dat het onmogelijk was om verder te boeren. Je bent 24 uur per dag bezig met het proces van Natura 2000. En je wordt voortdurend gecontroleerd. Nederland weet beter hoeveel dieren er zijn, dan mensen.”
Het houden van koeien is volgens alle ecologische rapporten schadelijk voor het Springendal en het Dal van de Mosbeek in het noordoosten van Twente, een van de ruim honderdzestig natuurgebieden in Nederland die onder het Europese netwerk Natura 2000 vallen. En dus „jaagt men de boeren hier weg”, constateert Weersink in zijn tuin. „De politiek wil natuur van vroeger. Maar welke natuur is dat? De natuur van toen we in plaggenhutten woonden? Daar wonen we toch niet meer? We zijn in Nederland doorgeschoten.”
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/06/190620binootmarsumweb.jpg|//images.nrc.nl/5K-dojHbKvUqyPCz65vJeKIGR4U=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/06/190620binootmarsumweb.jpg)
Natura 2000: Springendal en het Dal van de Mosbeek
Reeën, hazen en fazanten
Weersink kent de plannen maar al te goed. Al bijna een halve eeuw zijn er mensen die zeggen dat boeren zoals hij moeten wijken voor de natuur. „Welke natuur? Die van na de IJstijd? Of die ervoor? Ze willen bomen kappen om de heide weer terug te brengen. Tja, dan had je eerder met kappen moeten beginnen. Nu staat alles vol met bomen.”
Hij vertelt dat hij eens een grote groep natuuronderzoekers heeft ontvangen. „Die kwamen allemaal met de auto. Ik zeg: jullie zijn toch zo voor de natuur? Waarom kom je dan niet met de bus of op de fiets?” Er zit te veel stikstof in het gebied. „Dat zeggen ze. Maar de natuur is hier prachtig! Er zijn reeën en hazen, konijnen en fazanten, we hebben een veld vol orchideeën.” En het vliegend hert, de keversoort die moet worden beschermd? „Daar zijn er nog nooit zo veel van geweest als nu.”
Het natuurgebied Springendal en Dal van de Mosbeek ligt er op het eerste gezicht prachtig bij. Het is lastig te geloven dat de provincie Overijssel voor een „stevige opgave” staat, zoals een woordvoerder het formuleert: het overschot aan stikstof terugdringen en kwetsbare natuur herstellen. In het gebied is volgens de cijfers 48 procent van de stikstof afkomstig van de landbouw en op veel plaatsen overschrijdt de hoeveelheid stikstof de ‘kritische depositiewaarde’; meer dan de natuur kan hebben. „We kiezen daarom voor een structurele aanpak met als doel: een nieuwe balans vinden waarin behoud, herstel en bescherming van natuur hand in hand gaan met maatschappelijke en economische ontwikkelingen”, aldus de provincie.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/09/data49318352-3a27f6.jpg)
Reductie van 50 procent
Het recente advies van de commissie-Remkes maakt de opgave niet eenvoudiger: alle provincies moeten streven naar een reductie van 50 procent ammoniak en het zijn vooral boeren in de buurt van kwetsbare natuurgebieden die anders moeten gaan werken, meent de commissie. Minister Carola Schouten (Landbouw, ChristenUnie) lijkt overigens niet van plan die reductie van 50 procent als uitgangspunt van haar beleid te willen nemen.
Het gebied ligt op de stuwwal van Ootmarsum. Precies op de grens staat het kippenbedrijf van Carla en Erwin Evers, tevens akkerbouwers. Erwin sorteert eieren van vijftienduizend hennen die door duizend hanen worden bevrucht. De eieren worden geleverd aan een broederij, die uiteindelijk vleeskuikens levert aan de markt. Twee honden scharrelen om het woonhuis en de stallen, kauwend op een tennisbal. Twee paarden staan in de wei. Een buizerd duikt de bossen in. In de keuken staan pioenrozen, de koffie pruttelt.
Carla Evers (56) was in een vorig leven makelaar en al vijftien keer verhuisd toen ze ruim tien jaar geleden trouwde met Erwin en hier introk. Nu wil ze nooit meer verhuizen. „Dit is een plek om nooit meer weg te gaan.” Haar man Erwin (55) beheert de boerderij, die al sinds de vijftiende eeuw in bezit van de familie is. „Ik ben hier geboren en getogen”, vertelt hij. „Het gebied is in de loop der jaren alleen maar mooier geworden. Opener. De percelen zijn groter geworden, houtwallen verdwenen en je kunt verder weg kijken.”
Dit gebied is in de loop der jaren alleen maar mooier geworden
Erwin Evers kippenboer en akkerbouwer
Maar je hebt hier nooit rust, zegt Erwin. „Altijd zijn er mensen die iets van je willen. Het is hier door het gevarieerde landschap sowieso lastig boeren, anders dan bijvoorbeeld in de Noordoostpolder. Daar kan iedereen boeren. Maar er zijn altijd mensen die vinden dat de boeren weg moeten. Dat is frustrerend.” Carla Evers: „Het ergste is de onzekerheid over wat er met ons gaat gebeuren. Erwin heeft al in de jaren tachtig de vraag gehad of hij het bedrijf niet liever zou willen verkopen voor de natuur. Er hangt een schaduw over dit gebied.” Erwin: „Je moet altijd tijd maken voor mensen die met ons willen overleggen over de natuur. Daar krijgen ze allemaal voor betaald. Terwijl wij het er bij moeten doen.”
Carla Evers leidt de bezoeker rond in de bossen en de heide in de omgeving. Langs boerderijen die de afgelopen twintig jaar een voor een zijn uitgekocht, en waar agrarische gronden zijn veranderd in velden die niet worden bemest, en waar het water niet wordt afgevoerd, zodat een natuur kan ontstaan die in Europa als waardevol te boek staat. Een ‘kruidenrijke graanakker’ bijvoorbeeld, in beheer van Overijssels Landschap. Ze rijdt langs neergelegd dood hout – een goede biotoop voor het vliegend hert – en langs hun eigen graanakkers, die vanaf volgend jaar niet meer mogen worden bemest. „Dat moet natuur worden.” Ze kan het niet laten af en toe te wijzen op het gebrekkige onderhoud op stukken natuur die worden beheerd door de drie grote organisaties in dit gebied: Overijssels Landschap, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten. „Wij werden verplicht rond een vakantiehuisje dat wij verhuren alle Amerikaanse vogelkers te verwijderen op straffe van hoge boetes, maar in de terreinen van deze organisaties staat het nog volop.”
Foto’s Eric Brinkhorst
Complimenten van toeristen
Toch wil ze, liever dan te klagen, vertellen wat haar ideaal is: hier blijven boeren en bijdragen aan de variatie in dit landschap. „Wij voelen het als onze morele plicht om goed te zorgen voor dit bedrijf dat al eeuwen in de familie is en dat we netjes aan een volgende generatie willen overdragen.” Ze vertelt hoe veel complimenten dit gebied altijd van toeristen krijgt: dat uitgerekend de afwisseling van koeien, akkers, natuur, hei en bos dit landschap zo aantrekkelijk is. Carla Evers: „Ik hou van de natuur. Ik wandel. Ik jaag. Ik rijd paard. De commissie-Remkes zegt dat er te veel stikstof is . Maar moeten daarom alle boeren uit dit gebied weg? Dan nog zal er veel stikstof uit het buitenland hier naartoe komen.”
Ze vraagt zich ook af tegen welke prijs Nederland de stikstof wil reduceren? „We wonen in een klein landje met waarin we natuur en biodiversiteit willen, maar ook voedsel willen produceren en energie willen opwekken met zonnepanelen en water vasthouden. Daar heb je de boeren juist voor nodig! De balans is zoek.”
Vanuit de bossen in de natuur wijst ze naar de boerderij, gelegen op een heuvel op precies de grens van wat het Natura 2000-gebied is. „Kijk eens hoe mooi ons bedrijf er in past.” Ze glimlacht: „Zeg niet dat het niet zo is!”
‘Opa zou zich in graf omdraaien’
Minder scrupules om te klagen over de natuurlobby heeft Jan Kuks (36). „Zie je dat bosje daar?” De melkveehouder wijst in de verte, zittend aan een picknicktafel in een van zijn weilanden op een hoog stuk land, een es. „Dat bos was van een vrouw die het heeft nagelaten aan goede doelen. Greenpeace heeft het verkocht om ergens anders te pleiten voor meer natuur. Weet je aan wie het is verkocht? Aan ons. Dan vraag ik: wie zorgt er nou eigenlijk goed voor de natuur?”
Kuks heeft samen met zijn ouders een maatschap met negentig melkkoeien en jongvee. Ze bezitten 65 hectare land, en daarvan heeft 13 een natuurbestemming. „Die natuur is door mijn voorouders aangelegd. Vervolgens zijn er mensen gekomen die er een stempeltje Natura 2000 op zetten en dikke pakken papier schrijven over hoe de natuur er eigenlijk uit zou moeten zien. Mijn grootvader zou zich in zijn graf omdraaien.”
Deze natuur is door mijn voorouders aangelegd
Jan Kuks melkveehouder
Ook Kuks, vader van drie jonge kinderen, krijgt de komende jaren te horen welke percelen niet meer mogen worden bemest en beweid. En hoe hij de uitstoot van ammoniak verder moet reduceren. „We verkeren al jaren in onzekerheid. Je zit in de mangel. De commissie-Remkes wil 50 procent reductie. Maar we hébben al zo veel gedaan! De maatregelen houden nooit op.”
Koeien zijn niet slecht voor het milieu, stelt hij. „Ze ruimen de stikstof op een efficiënte manier op; zij zetten plantaardig eiwit in gras om in eiwitten in melk en vlees waar de mens iets mee kan.” Dat een commissie deze week oordeelde dat er de berekeningen van het RIVM over stikstof niet geschikt zijn om er vergunningen op te baseren, is voor hem evident. „Er wordt gezegd dat de landbouw in Nederland verantwoordelijk is voor 42 procent van alle stikstof in natuurgebieden. Maar hoe weten ze dat? Het zijn allemaal modellen, en literatuuronderzoek. Niemand komt hier ooit meten.”
Overdreven aandacht
De overdreven aandacht voor natuur moet een keer in z’n tegendeel verkeren, denkt Kuks. Want wie moet straks al die natuur gaan onderhouden? „Dat is nu al een groot probleem. De terreinbeherende organisaties richten een natuurgebied snel in, maar onderhouden is er vaak niet bij.” Nederland is verwend. „We denken dat we hier voldoende voedsel hebben. We halen containerschepen met allerhande rotzooi uit China en vliegen voor vijftig euro naar Barcelona. De nieuwe wensnatuur moet daarvoor een soort compensatie bieden.”
Er moet een einde komen aan de „verpaupering” van het prachtige landschap, zeggen Arnold en Marieke Hansté. „Willen we een leegloop van het platteland toestaan? Willen we werkelijk een spookgebied creëren?” schreven ze eerder in een brief aan de gemeenteraad van Tubbergen, waaronder het gebied valt, en aan de Haagse politiek.
Het stel woont in een buurtschap met acht gezinnen, vreest voor het voortbestaan en is een petitie gestart. Marieke Hansté (41): „Er komt hier steeds minder vee. Van de vele boerderijen in onze omgeving, is er nog maar één over. Dat bedreigt onze sociaal-economische waarden. We merken dat er vooral natuur-ecologisch gekeken wordt. In de plaats van boerderijen komen er vakantiewoningen van mensen die geen echte binding hebben met het gebied.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/06/data58867952-f787e1.jpg)
Marieke Hansté vreest dat straks de school moet sluiten, of de nu nog goedlopende supermarkt. „Wij zijn zelf gek met natuur. In het natuurgebied heeft de provincie zeventien habitattypes beschreven. Maar hoe zit het met nummer achttien, het habitat van de mens? Als het hier straks alleen nog maar om de bloemetjes en de bijtjes gaat, is het niet meer leefbaar.”
Arnold Hansté (46) heeft hier ooit nog varkens en runderen gehouden. Nu vreest hij dat er op een deel van zijn voormalige boerenland, omgebouwd tot landgoed, alluviale bossen worden geplant, dat wil zeggen bossen langs een rivier of beek, in dit geval de Hazelbekke. „Dat is onze grond, maar als je het niet eens bent met de bestemming die de provincie erop legt, word je onteigend. Het is te gek voor woorden.”
Dat dit soort maatregelen nodig is om de kwijnende natuur in Nederland te herstellen, wil er bij hen niet in. Arnold Hansté: „Als je iets wilt doen aan de vervuiling met stikstof, pak dan niet de natuurgebieden aan die al zo mooi zijn. Kijk dan ook eens naar het vliegverkeer of naar het circuit van Zandvoort.”
Marieke Hansté: „Er hangt voortdurend een zwaard van Damocles boven dit gebied. Die onzekerheid is mensonterend. Laat de minister hier eens komen. Dan kan ze zelf zien hoe mooi het Twentse coulissenlandschap is.”
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/06/data59146357-87b04a.jpg|//images.nrc.nl/Cj6canr6Nudc-P2HWNI47xJfNlY=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/06/data59146357-87b04a.jpg)