Reportage

Als de vuilnisrapers besmet raken, kunnen de gevolgen desastreus zijn

Coronavirus India De vuilnisrapers van New Delhi kunnen zich niet permitteren niet te werken. Daarom gaan ze door met afval sorteren, al riskeren zij besmet te raken en het virus mee te nemen de sloppen in.

Javed (28) haalt al veertien jaar huisafval op van de Indiase middenklasse, om te kijken of er waardevolle spullen tussen zitten: stukken karton, oud glas en liefst veel plastic flessen. „Die brengen het meeste op
Javed (28) haalt al veertien jaar huisafval op van de Indiase middenklasse, om te kijken of er waardevolle spullen tussen zitten: stukken karton, oud glas en liefst veel plastic flessen. „Die brengen het meeste op Foto Eva Oude Elferink

Het duister van de nacht hangt nog in de lucht als Javed (28) een vaalrode doek om zijn mond bindt, zijn slippers aantrekt en begint aan de tocht van zijn sloppenwijk in het zuidoosten van Delhi naar het chique Nizamuddin East. De houten kar die achter zijn fiets hangt klettert bij elke hobbel.

Javed legt de weg al veertien jaar af, met een lege kar heen en op goede dagen terug met een kar die is afgeladen met waardevols: stukken karton, oud glas en het liefst veel plastic flessen. „Die brengen het meeste op”, zegt Javed, de mouwen van zijn rode blouse opgestroopt. Normaal krijgt hij daar zo’n 25 roepies per kilo voor, rond de 30 eurocent.

Het huisafval dat hij en de jongens uit zijn buurt dagelijks verzamelen bij de Indiase middenklasse is de economie waarop hun sloppenwijk draait. Gevaarlijk was dat altijd al. Zitten er ineens glasscherven tussen de etensresten waar ze met hun blote vingers doorheen gaan. Of een scherp stuk plastic.

Maar een jaap in zijn hand is het minste waar Javed, die eigenlijk Azad-ur-Rehman heet („maar dat kan niemand uitspreken”), zich deze dagen druk om maakt. Tussen de bakken afval die hij op zijn kar leeg kiepert, zitten nu veel gevaarlijkere dingen. Voorzichtig plukt hij aan een touwtje en trekt een verfrommeld medisch masker uit de hoop.

Het is niet voor het eerst dat Javed die tegenkomt. Sinds het uitbreken van het coronavirus nam de verkoop van mondmaskers en latex handschoenen in India een vlucht. Eenmaal gebruikt eindigen die tussen het dagelijks afval dat wordt opgehaald door informele vuilnisrapers.

Inkomen gehalveerd

De eerste weken dat Delhi in lockdown ging reed Javed zijn kar steevast leeg terug naar huis. Alles wat hij aan afval ophaalde, ging direct naar de dump. Hij verdient ongeveer de helft van zijn maandelijkse inkomen van 100 euro met sorteren, maar dat durfde hij niet meer.

Twee weken hield-ie dat vol. Hij heeft een jong zoontje, vertelt Javed. Een vrouw. „Ik weet dat mijn werk nu gevaarlijker is door deze ziekte, maar ik heb geen keus. Als ik thuisblijf weet ik niet hoe wij kunnen overleven.”

De vuilnisrapers zijn een van miljoenen onzichtbare schakels die de hoofdstad laten draaien. In hun geval door te voorkomen dat de overvolle vuilstortplaatsen rondom Delhi nog zwaarder worden belast. De vuilnisrapers recyclen alles wat een beetje waarde heeft. Ze verzamelen ruim 20 procent van het afval in de hoofdstad, zo’n 2000 ton per dag.

Geschat wordt dat in heel India ruim twee miljoen mannen en vrouwen aan het begin staan van een lange, informele recycleketen.
Foto Eva Oude Elferink
Gevaarlijk was het altijd al, soms zitten er glasscherven tussen etenresten waar ze met blote vingers doorheen gaan. Maar nu komen ze ook medisch afval en mondmaskers en latex handschoenen tegen die door middenstanders gebruikt zijn als bescherming tegen het coronavirus.
Foto Eva Oud Elferink
Het huisafval dat Javed en de jongens verzamelen, is de economie waarop hun sloppenwijk draait.
Foto Eva Oude Elferink

„Delhi zou verzuipen in het huisvuil al zij er niet waren”, zegt Swati Singh Sambyal. In 2017 schreef ze als expert mee aan Delhi’s nieuwe afvalverwerkingswet die huishoudens onder andere verplicht hun afval te sorteren. Maar tot Sambyals grote frustratie gebeurt dat in de praktijk nog altijd nauwelijks. „Er is niemand die de naleving ervan afdwingt.”

Geschat wordt dat in heel India ruim twee miljoen mannen en vrouwen aan het begin staan van een lange, grotendeels informele recycleketen, van wie zo’n 150.000 in Delhi. Vrijwel allemaal behoren ze tot de bodem van India’s kastestelsel en trokken ze naar de hoofdstad vanuit deelstaten als Assam en Bihar.

Huidinfecties, tuberculose, corona

Omringd door plastic bergen en weeïg ruikend afval wonen ze in sloppen aan de rand van de stad, continu blootgesteld aan alles van huidinfecties tot tuberculose. En nu dus ook corona. Experts waarschuwen voor het enorme risico dat de onbeschermde vuilnisrapers lopen. Vooral nu het virus in India in steeds hoger tempo om zich heen grijpt.

Met name in Delhi. In één dag kwamen er deze week bijna 1.300 nieuwe gevallen bij. Met ziekenhuizen die net als in Mumbai overvol beginnen te raken, dringt de lokale regering aan op thuisquarantaine. Ruim twaalfduizend coronapatiënten zitten al thuis. „Zo komt er steeds meer gevaarlijk afval bij”, zegt Priti Mahesh van de milieu-organisatie Toxics Link.

Lees ook: Eerst kookten we voor anderen. Nu bedelen we zelf

Officieel moet dit door personeel in beschermende pakken worden opgehaald in speciaal daarvoor aangewezen vuilniswagens. Maar volgens de onderzoekster gebeurt dat lang niet overal. En zelfs dan: „Veel patiënten zijn asymptomatisch”, zegt Mahesh. „Dus is er veel afval van mensen die niet weten dat ze ziek zijn.”

Hun afval wordt ondertussen wel door de vuilnisrapers opgehaald en aangeraakt, aldus de onderzoekster. De gevolgen daarvan zijn mogelijk desastreus. „Als het virus zich eenmaal onder deze gemeenschap verspreidt, dan zal het heel hard gaan. Want waar zij wonen, kan niemand zich isoleren.”

Het schrikbeeld is Dharavi, de sloppenwijk in India’s financiële centrum Mumbai. Op nog geen 2,5 vierkante kilometer wonen hier bijna een miljoen mensen. Begin april bleek een van de inwoners besmet. Inmiddels zijn dat er bijna tweeduizend.

Zakken afval uit het ziekenhuis

In Sharan Vihar, een wijk aan een rafelrand van Delhi, sabbelt een meisje in een wit hemdje op de speen die ze zojuist uit een grote zak heeft getrokken. Haar zusje, een kopie op blote voetjes, doet hetzelfde met wat de uitnodiging voor een bruiloft blijkt. Hun vader Aminul Islam heeft er geen oog voor. Net als voor de vliegen die om hen heen zwermen.

Deze wijk haalde niet lang geleden het nieuws. Een verslaggever van de landelijke krant The IndianExpress trof tussen het reguliere recyclebare afval dat de bewoners hier verzamelen ook zakken vol die van ziekenhuizen afkomstig bleken, gevuld met medisch afval, van maskers en tunieken tot gebruikte spuiten.

De eerste weken na de uitbraak reed Javed met lege kar terug, hij dumpte het afval meteen in plaats het van het te sorteren op waardevolle spullen. Te gevaarlijk. Foto Eva Oude Elferink

Hij doet daar niet aan, zegt Islam. Hij bedoelt: medisch afval onderhands overnemen van de partij die dat bij ziekenhuizen en klinieken moet ophalen en laten vernietigen. Net als Javed gaat hij liever naar „de grote huizen” in een verderop gelegen wijk, op de roestige fiets die naast hem geparkeerd staat en waarvoor zijn vrouw nu gehurkt zit.

Net als Islam draagt ze geen handschoenen. Haar nagels zijn vuil van de hoop waar ze op hoog tempo doorheen gaat. Hij draagt ze weleens, zegt Islam. Als de bewoners van een van de huizen waar hij langsgaat hem een paar geven, bijvoorbeeld. Maar een keer met zijn hand door de hoop en hop, een scheur. „Ik ben niet bang”, zegt de tengere Islam. „Wij arme mensen gaan eerder dood van de honger dan van een ziekte.”