NS behoudt monopolie op hoofdspoornet na 2024

Marktordening Waarschijnlijk blijft NS de hoofduitbater van het landelijke treinverkeer. Het regionale en internationale treinverkeer krijgt volgens de staatssecretaris wel meer concurrentie.
Staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat, D66) tijdens een debat over openbaar vervoer, infrastructuur en corona.
Staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat, D66) tijdens een debat over openbaar vervoer, infrastructuur en corona. Foto Bart Maat / ANP

De NS behoudt na 2024 waarschijnlijk het monopolie op het landelijke hoofdspoorwegnet, waar de intercityverbindingen onder vallen. Dat heeft staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat, D66) donderdag in een brief laten weten aan de Tweede Kamer. Een openbare aanbesteding van het hoofdrailnet zou „zeer complex en risicovol” uitpakken en daarom niet het belang dienen van de reizigers, schrijft de staatssecretaris. Wel stelt de staatssecretaris dat het regionale en internationale treinverkeer wordt blootgesteld aan meer concurrentie.

Die vergroting van de concurrentie is verankerd in een voorstel voor marktordening van de spoorwegen. Dat voorstel wordt nu verder uitgewerkt. Het definitieve besluit wordt in 2023 genomen. „Uit oogpunt van kwaliteit en stabiliteit gaat de concessie voor het landelijke spoorwegnet (hoofdrailnet) na 2024 opnieuw naar NS”, schrijft Van Veldhoven. Ze zegt dat NS goed presteert: „De punctualiteit en de waardering stijgen al jaren op rij. Dat is de verdienste van al die machinisten, treinconducteurs, de verkeersleiding, veiligheids- en servicemedewerkers en vele anderen.”

De commerciële vervoerders, voorgezeten door de Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland (FMN), zeggen „zeer teleurgesteld” te zijn over het kabinetsvoorstel. „Vervoer in de Randstad kan profiteren van een nieuwe indeling van het spoornetwerk en het combineren van verschillende vormen van vervoer.” De organisatie „pleit voor verdere decentralisatie van sprinterlijnen uit het hoofdrailnet.”

Sneller naar Berlijn

De staatssecretaris sluit meer ruimte voor de commerciële vervoerders niet uit. Het regionale treinverkeer gaat mogelijk meer ruimte maken voor andere vervoerders en de staatssecretaris houdt „de mogelijkheid open om sprinterdiensten te decentraliseren”. Belangrijk voor deze overweging is dat het intercitynetwerk goed moet blijven lopen en dat „versnippering” niet mag ontstaan door toedoen van te veel verschillende vervoerders.

Verder kondigt Van Veldhoven een verbetering aan van de internationale treinverbindingen. De reistijden naar Berlijn, het Ruhrgebied en Londen moeten korter. Vanaf 2025 zal er meer ruimte worden geschept voor vervoerders om internationale treinverbindingen te exploiteren. Er wordt nog onderzocht welke bestemmingen dit kan opleveren.

Steeds meer mensen reizen met de trein: voor de coronacrisis gemiddeld 1,3 miljoen mensen per dag. Dat is 18 procent meer dan vijf jaar geleden. Wat de effecten van de crisis op het treinvervoer zullen zijn, is nog niet te zeggen, laat Van Veldhoven weten.