Het is dit jaar 750 jaar geleden dat de dam in de Rotte werd gelegd

Rivier

De dam die de stad zijn naam gaf, bij wat nu de Binnenrotte heet, is jarig. Het feestprogramma is opgeschort (corona), maar er is langs de rivier altijd genoeg te beleven.
Op 18 kilometer van de Rotterdamse Binnenrotte ligt de oorsprong van de Rotte
Op 18 kilometer van de Rotterdamse Binnenrotte ligt de oorsprong van de Rotte Foto Walter Herfst

Het lijkt een doodgewoon klein slootje. Het water is nauwelijks zichtbaar tussen de rietpluimen langs de kanten, met een stok zou je er overheen kunnen springen. En dan houdt het opeens op. Een verweerd houten hek, droog stukje gras en asfalt. Op precies 18 kilometer van de Rotterdamse Binnenrotte ligt de oorsprong van de Rotte, de rivier die de tweede stad van Nederland haar naam heeft gegeven.

We staan midden in de polder tussen Moerkapelle en Zoetermeer. Rechts staan de veelkleurige flats van de Haagse groeikern, in het verlengde van de Rotte grazen paarden in het lager gelegen weiland. De molens langs dit eerste stukje Rotte zijn onthoofd. De wieken zijn verwijderd en de onderste verdiepingen doen dienst als huis. Hun taak is overgenomen door een elektrisch gemaal, dat halverwege het dijkje staat. „Het veen was hier vroeger zó hoog”, gebaart Boswachter Dick van Stegeren met zijn handen boven zijn hoofd. Het water drupte uit deze kletsnatte grond en vormde hier een riviertje dat meanderend naar het zuiden steeds groter en wijder werd.

Eigenlijk was het Rotta. De ‘a’ staat voor water en ‘rot’ komt waarschijnlijk van rottend

Zo ontstond ruim tweeduizend jaar geleden de Rotte. Door het afgraven van veen kreeg het riviertje rond 1600 een nieuwe functie. Een groot deel van het Rotterdamse achterland stond destijds onder water, maar liefst tachtig molens pompten de polders droog. Het overtollige water verdween in de Rotte. Waarom de naam ‘Rotte’? Eigenlijk was het Rotta, schrijft Koos Termorshuizen in het boek De Rotte – Van Wilde Veenen tot Wereldhaven. De ‘a’ staat voor water en ‘rot’ is waarschijnlijk afkomstig van rottend, wat op zich een adequate omschrijving is van veen.

Wandeling langs die arme, vieze Rotte

Achttien kilometer verderop aan de Binnenrotte, in het hart van Rotterdam, is het water van de Rotte alleen nog symbolisch zichtbaar. De brede grijze tegelstrook tussen de rode klinkers beeldt het water uit dat hier tot 1870 stroomde. Het water werd destijds gedempt voor de komst van de spoorweg. Ter hoogte van de Hoogstraat wordt het symbolische water doorkruist door twee eveneens grijze tegelbanen. Deze 400 meter lange stroken lopen op de Hoogstraat van de bibliotheek tot de Hema. Op deze plek werd 750 jaar geleden een dam gelegd. Een ingenieus bouwwerk dat het mogelijk maakte om overtollig water van de Rotte te lozen op de Merwe (nu de Nieuwe Maas), maar dat andersom geen water meer binnenliet naar het achterland.

Aan de Binnenrotte is het water van de Rotte alleen nog symbolisch te zien. Foto Walter Herfst

Drukker dan ooit

Al snel werden huizen gebouwd bovenop deze dam. „Lekker hoog en dus veilig”, zegt Gérard Steenbergen, projectleider van het project ‘750 jaar Dam in de Rotte’. Het is dit jaar 750 jaar geleden dat met deze dam in de Rotte, Rotterdam ontstond. En dat is reden om Rotterdammers te wijzen op de mogelijkheden van het gebied rondom deze rivier. Niet alleen in het buitengebied, maar ook in de stad. „Met culturele activiteiten willen we mensen verbinden met het water”, zegt Steenbergen.

De Rotte vormt al eeuwenlang een verbinding tussen de stad en het achterland. Bijvoorbeeld voor het vervoer van groente, of turf. Later diende de Rotte als afwatering van de ondergelopen polders. Ook nu nog is de Rotte een belangrijke verbinding, zegt Mariëlle van den Berge van stichting Plezierrivier de Rotte. „Het verbindt Rotterdammers met het buitengebied.” Het is een groene oase om te recreëren, fietsen en gewoon ‘te resetten’ van het drukke stadsleven, zegt ook Steenbergen. En daar is behoefte aan. Zeker nu door coronamaatregelen sportscholen dicht zijn en reizen lastig is. „Het is hier drukker dan ooit”, zegt Van den Berge.

Fietsen en sporten rond het water is populair, maar welke functie heeft het water nog meer? En wat is er allemaal te zien rondom de Rotte? Samen met boswachter Dick van Stegeren, Gérard Steenbergen en Marielle van den Berg fiets ik langs de rivier.

Fietstocht naar de oorsprong van de Rotte

Onze eerste stop is het Bleiswijkse verlaat (een sluis). Een vermogende Rotterdammer heeft pal aan deze historische sluis zijn vakantiehuis gebouwd. De glazen voorgevel kijkt uit over het kabbelende water. Maar de Rotterdammer is niet de enige die kan genieten van het uitzicht. Vanaf de bovenste treden van de pas gebouwde ‘Rotte Kijker’ is het zicht op het water en groen minstens zo mooi. Speciaal voor de viering van 750 jaar Dam in de Rotte komen er vijf van deze houten kijkers op verschillende plekken langs het water. De eerste staat hier. De bouwwerken blijven in elk geval drie jaar staan en worden betaald door de gemeenten Zuidplas en Lansingerland en door waterschap Schieland en de Krimpenerwaard. „Meestal fiets je onderaan de dijk en zie je het water nauwelijks”, legt Steenbergen uit. „De kijkers zijn een aantrekkelijke manier om het water en de omgeving te bekijken.” Andere kijkers krijgen een aanleg- of zwemsteiger.

Door het vele groen, de kwetterende vogels, het water en de dijkwoningen voelt een ritje langs de Rotte als een minivakantie ver buiten de stad. Op kunstmatige eilandjes van de Bleiswijkse Fles broeden zwartkopmeeuwen en visdieven. „Broeden langs de kant is kansloos door de vossen”, zegt boswachter Van Stegeren. Een vlonderpad loopt door de rietkragen. Maar onze aandacht wordt ook getrokken door de gigantische loodsen die pal langs het groen staan. „Onbegrijpelijk dat daar toestemming voor is gegeven”, verzucht Van Stegeren. Voor ons razen auto’s over de A12 en vlak daarnaast ligt de spoorweg tussen Zoetermeer en Den Haag. Ja, we zitten in het groen, maar ook in de dichtstbevolkte regio van Nederland.

De verlengde A16 gaat straks in een tunnel onder de Rotte en het bos door. Foto Walter Herfst

Na een stop bij de oorsprong, fietsen we langs de andere kant van het water terug. Drie prachtige, rietgedekte molens staan achter elkaar langs de weg. Een vierde staat een stukje verderop langs de Rotte. Dit is de enige, nog werkende molenviergang in Nederland, zegt Mariëlle van den Berge. De achterste molen staat het laagst. Elke molen schept het water een tot anderhalve meter omhoog, en de laatste molen pompt het water van de lager gelegen boezem uiteindelijk de Rotte in.

Verderop stoppen we bij het Koornmolengat, een afgesloten natuurgebiedje van 5 hectaren dat onderhouden wordt door de zevenhonderd vrijwilligers van Natuur- en Vogelwacht Rotta. Zij organiseren hier regelmatig excursies. Boswachter van Stegeren opent het hek en leidt ons over de houten vlonder langs en door de drassige oevers. Vanuit de bomen klinken luide raaah’s en uit de tientallen nesten klinkt kek-kek-kek-kek. In dit kleine stukje groen nestelen ruim honderd aalscholvers. We zien, horen en ruiken ze. Delen van de vlonder, struiken en bomen zijn bedekt met een witte laag uitwerpselen. „Hier zitten ook ransuiltjes en onderzoekers hebben 54 soorten mos gezien.”

De enige nog werkende molenviergang in Nederland komt uit in de Rotte. Foto Walter Herfst

Afvoerput

Tijdens de fietstocht zien we tientallen wielrenners, mountainbikers, hardlopers, fietsers, roeiers, vissers, vogelaars, picknickers en zelfs een enkele zwemmer. De achtertuin van Rotterdam, noemt Mariëlle het gebied. Naast recreëren heeft de Rotte nóg een belangrijke functie. Het afvoeren van het water uit de polder. „Zuidplas ligt op 6,7 meter onder NAP”, zegt Van Stegeren. „Het is het afvoerputje van Nederland.” De Rotte zorgt er dus voor dat de bewoners droge voeten houden. En de ingenieuze Willem-Alexander-roeibaan zorgt er weer voor dat de stroomafwaart wonende Rotterdammers droge voeten houden. Hoe? Als het water in de Rotte te hoog komt te staan, wordt het Zevenhuizer verlaat open gezet. „En in ongeveer 50 uur kan de Rotte dan 4 miljoen kuub water kwijt in de roeibaan’’, zegt Van Stegeren.

Ter hoogte van het Lage Bergse Bos komt de laatste Rotte Kijker. Deze zal uitkijken op het Land van Chabot. Het landschap aan de overkant van het water was de inspiratiebron van de schilder Hendrik Chabot. Pal aan de Rotte had hij ongeveer honderd jaar geleden zijn atelier. Waarschijnlijk had hij nu een ander plekje gezocht. In de verte rijden vrachtwagens af en aan en langs het water staat een grote hijskraan. Precies hier komt de verlengde A16 te liggen. „We hadden die snelweg liever helemaal niet gehad”, zegt Van den Berge. Maar opluchting is er ook. Want vlak voor de Rotte verdwijnen de auto’s in een twee kilometer lange tunnel onder de Rotte door. Het Lage Bergse Bos wordt gespaard, zegt Van Stegeren. En ieder nadeel heeft zijn voordeel, want door de aanleg van de snelweg komt er geld vrij om de verouderde indeling van het bos aan te pakken.

Pas als we onder de A20 door zijn gefietst voelt het weer als de stad. De kleine dijkhuisjes hebben plaats gemaakt voor flats. Geen rietpluimen meer, maar een stenige kade en waar is het groen gebleven? Dat laatste wil Staatsbosbeheer veranderen. „Wij willen niet alleen de stad naar het groen brengen, maar ook het groen naar de stad”, zegt Van Stegeren. Daarom schonk Staatsbosbeheer, ter ere van de 120ste verjaardag, 120 bomen aan stichting Plezierrivier de Rotte, die de bomen op haar beurt weer heeft gegeven aan de gemeente Rotterdam. Het vergroenen gaat echter langzaam. „De eerste is geplant op de kade bij de Crooswijkse bocht, maar blijkbaar is het niet zo makkelijk om locaties te vinden.”