Een familielid van een cholerapatiënt houdt zijn infuus omhoog in een behandelcentrum in de plaats Les Cayes, Haïti. Infuusstandaards waren er niet.

Foto Giles Clarke/Getty Images

Interview

‘We hebben een vaccin nodig. Maar vooral politieke wil’

De wereld na corona Wetenschapsjournalist Sonia Shah publiceerde een boek over eerdere pandemieën, zoals cholera. Leren leven met een nieuw virus duurt lang, zegt ze. En er zijn lessen die nog altijd niet zijn doorgedrongen.

‘Never waste a good crisis’, zo luidt het adagium. Daarom maakt NRC een serie interviews ‘De wereld na corona’ over de vraag: hoe kan de coronacrisis worden aangewend om de samenleving te veranderen? De interviews zijn niet bedoeld om de toekomst te voorspellen, maar om denkrichtingen te bieden over hervormingen van (onder andere) de landbouw, globalisering, democratie, voedsel, kunst, technologie en toerisme.

‘Het is te vroeg om dat te zeggen.” „Dat zal de komende jaren duidelijk worden.” „We hebben nog een lange weg te gaan.”

Wie Sonia Shah naar de toekomst van onze omgang met de coronapandemie vraagt, krijgt antwoorden doorspekt met zinnetjes als bovenstaande. Shah is een Amerikaanse wetenschapsjournalist met Indiase wortels, die wereldomspannende ontwikkelingen slim weet in te koken tot zeer leesbare non-fictie. Zo schreef ze in Crude (2004) over de rol van olie in de wereld en in The Fever (2010) over hoe malaria de geschiedenis mede vormde.

In 2016 publiceerde ze Pandemic, een beknopte geschiedenis van eerdere grote epidemieën – zowel bacteriële als virale. Daarin staat al aan het begin een alinea dat de volgende pandemie waarschijnlijk het gevolg zal zijn van een sars-achtig virus afkomstig van een dierenmarkt.

Het boek zelf beschrijft hoe de mensheid virusaanvallen bijna steeds zelf ontketende door allengs dieper door te dringen in leefgebieden van ‘andere’ diersoorten, waardoor zoönosen makkelijker de ‘oversprong’ naar de mens konden maken. Het laat zien hoe we cholera, sars en ebola uiteindelijk ook wisten terug te dringen, zij het soms pas na meer dan een eeuw (cholera) en nooit helemaal.

Zo zal het ook met Covid-19 gaan, waarschuwt Sonia Shah vanuit haar woonplaats Baltimore, via een videoverbinding. „Met Covid-19 staan we nog maar aan het begin. Zelfs van de zwaarst getroffen bevolkingen heeft maar een paar procent er nu antilichamen tegen ontwikkeld. Ik denk dat we nog last van dit virus houden totdat tussen de40 en 70 procent van de mensheid eraan is blootgesteld.”

„De hele wereld hoopt nu op een vaccin. Dat zal relatief snel gaan, omdat we in de 21ste eeuw het voordeel hebben dat we de herkomst en oorzaak van een pandemie snel kunnen achterhalen. Maar er is geen garantie dat het snel lukt.

„Ook na decennia is er bijvoorbeeld nog geen vaccin tegen hiv, waarmee jaarlijks nog steeds zo’n twee miljoen vooral jonge mensen besmet raken. Voor griep is er elk jaar een vaccin en toch sterven er alleen al in de Verenigde Staten tienduizenden mensen aan.”

Zoals de wereld nu worstelt met Covid-19, zo worstelden artsen, burgers en overheden in de negentiende eeuw met cholera, schrijft Shah.

Dat was in de 17de eeuw beperkt tot India, maar toen in de 18de eeuw de Britse Oost-Indische Compagnie de moeras- en mangrovegebieden van Zuid-India deels drooglegde voor havens en de gebieden bevolkt raakten, kon de bacterie die in brak en vies water gedijt, overspringen naar de mens.

Op de nieuwe, snelle stoomschepen en spoorlijnen liftte cholera mee naar het westen. Vervolgens deden steden als Londen en New York, waarvan de bevolking explodeerde door de industrialisatie, er ruwweg een eeuw over alvorens ze de ziekte onder controle kregen.

Ze moesten daarvoor tal van destijds gevestigde opvattingen achter zich laten en transities doormaken op het gebied van wetenschap, volksgezondheid en watermanagement in steden.

In de 21ste eeuw geldt cholera niet langer als een bedreiging. Toch slaat de bacterie nog altijd toe waar door oorlog of rampen hygiëne schaars is, zoals recent in Haïti, Jemen en Mozambique.

De mensheid heeft pandemieën vaker meegemaakt. Waarom kost het zoveel moeite er lessen uit te trekken?

„Paradoxaal genoeg komt dat doordat we zoveel beter zijn geworden in het bestrijden van ziektes. In het Westen dachten we decennia dat epidemieën alleen nog gebeurden in ontwikkelingslanden en dat ze simpel onder controle te brengen waren. Maar nieuwe virussen duiken de laatste jaren vaker op. Ebola kwam ook naar de VS, zij het met maar een paar gevallen. De superbug MRSA, de ‘ziekenhuisbacterie’ die resistent is tegen antibiotica, is ook een aanzienlijk en weer groeiend probleem. De waarschuwingen waren er.”

Wat is de belangrijkste les die we tot nu toe niet geleerd hebben?

„Dat al het leven op aarde deel uitmaakt van hetzelfde ecosysteem, inclusief de mens. We hebben niet gezien, of willen niet zien, dat de meeste pandemieën te maken hebben met het verwoesten van ecosystemen, van onze leefomgeving. We hebben heel weinig leefgebieden intact gelaten voor wilde dieren.

„Niet alleen staan we daardoor aan het begin van een mogelijk catastrofale biodiversiteitscrisis, ook maken we, doordat we dieren dicht op elkaar dringen, de oversprong van virussen op nieuwe diersoorten en de mens eenvoudiger. Andere diersoorten, zoals vogels en amfibieën vielen al eerder ten prooi aan plagen. Nu treft het ook de mens wereldwijd.”

Het kostte meer dan honderd jaar de oorzaken van cholera te leren kennen en te bestrijden. Dat gaat nu toch sneller?

„We zijn er veel beter in geworden de aard, oorzaken en het verloop van ziektes te kennen. Maar zelfs als oplossingen eenvoudig zijn, betekent dat niet dat we die ook toepassen. Neem malaria. We distribueren onvoldoende netten, overheden investeren onvoldoende in drainage, in ramen en horren. Zelfs zorgen dat mensen regelmatig hun medicijnen innemen, lukt niet. We kunnen malaria terugdringen, maar niet verslaan.”

De wereld wacht op een vaccin. Overheden proberen met traceerapps nieuwe besmettingshaarden in te dammen. Wat kunnen we nog meer doen?

„Technologie en medische wetenschap kunnen ons veel brengen. Maar zonder politieke wil om iets aan de onderliggende problemen te doen, komen we er op de lange termijn niet. Bij de cholera-uitbraak op Haïti in 2010 kon men door mobiele telefoons te traceren de verspreiding zo’n beetje van dorp tot dorp volgen. Het betekende niet dat er ook genoeg tegen gedaan werd.

„Zodra we een vaccin tegen Covid-19 hebben, wordt het makkelijker om niet meer na te denken over hoe we ons wapenen tegen het volgende virus. Dan hoeven we bijvoorbeeld niet meer stil te staan bij hoe we de ongebreidelde groei van sloppenwijken en migrantenkampen beteugelen. Vervuilde kampen, opeengepakt met verzwakte mensen – het is echt het allerbeste wat we voor virussen kunnen doen. Dat is dus nog een les die we, ondanks cholera, nooit geleerd hebben.

„Ziektes weten altijd de zwakste plekken in onze verdedigingslinies te vinden. De kwetsbaren, gemarginaliseerden. Zelfs landen die de bestrijding van Covid-19 goed aanpakten, zoals Singapore, vergaten hun arbeidsmigranten. ”

De meeste pandemieën ontstaan door het verwoesten van onze leefomgeving

Sonia Shah

Sommige landen hadden het virus snel onder controle, zoals Nieuw-Zeeland en Taiwan. Kunnen we van hen iets leren?

„Dit zijn voorbeelden van landen die een goede gezondheidszorg hebben en een efficiënte overheid. Beide landen liggen geïsoleerd. Je kunt uit hun aanpak geen recept afleiden voor andere landen. Het is ook nog te vroeg het definitieve oordeel te vellen. We weten bijvoorbeeld nog niet wat de psychische tol zal zijn van de strenge lockdowns.

„Alle landen zullen burgerrechten en gezondheid op hun eigen manier tegen elkaar afwegen als het gaat om het indammen van nieuwe besmettingshaarden. Wat daarbij telt, is het element van vertrouwen in instituties, en vertrouwen tussen burgers onderling. Hoe lager dat vertrouwen, hoe moeilijker de bestrijding van epidemieën. Kijk naar Afrikaanse landen waar gezondheidswerkers gewantrouwd worden, kijk naar China, waar lagere overheden de ziekte niet durfden te melden, of naar de VS waar lockdowns niet worden geaccepteerd.

„Zonder maatschappelijk vertrouwen worden vrijwillige individuele opofferingen ten behoeve van het collectief onmogelijk. En die zijn nodig om deze pandemie te bestrijden.”

U beschrijft hoe ten tijde van cholera maatschappelijke elites lang een blinde vlek hielden: cholera kon, ondanks overweldigend bewijs van het tegendeel, niet van vervuild drinkwater komen. Het kwam van kwalijke gaswolken, een idee dat toen een grote rol speelden in het medische denken. Moeten we onze omgang met dieren nu zien als zo’n blinde vlek?

„Dat zou je kunnen zeggen. Het is politiek, commercieel en maatschappelijk nog niet haalbaar te spreken over het sterk verminderen van onze consumptieve omgang met dieren. Bij malaria en cholera duurde het generaties voordat de oorzaak en oplossing algeheel geaccepteerd waren. Dat moerassen schadelijk waren en een slechte riolering gevaarlijk. Er waren brede sociale bewegingen voor nodig om de zaken vooruit te helpen, van onderop. Er zijn nu al wel mensen die weinig of vlees eten, maar vlees is zo’n essentieel onderdeel van leefpatronen en culturen, dat een maatschappelijk omslag nog ver weg is. Moralisme over vlees werkt nu nog polariserend en daarom averechts. Ik geloof meer in nudging. Het is bijvoorbeeld duidelijk geworden dat veel rood vlees eten schadelijk is voor je gezondheid. En er is een ontwikkeling gaande dat mensen graag gezond willen eten. Via die weg wordt hopelijk het aandeel vlees in ons menu gaandeweg minder.”

Waar valt verder winst te halen als het gaat om onze weerstand tegen nieuwe virussen?

„De epidemioloog Larry Brilliant zei eens dat uitbraken onvermijdelijk zijn, maar pandemieën optioneel. We moeten daarom veel meer geld steken in de vroege detectie van nieuwe virussen, zodat we ze in de kiem kunnen smoren. Daar valt nog veel te winnen. Ten tijde van de publicatie van mijn boek had nog niet de helft van de landen zijn WHO-verplichtingen op orde voor het snel melden van nieuwe virussen en ziektes.

„Na de ebola-epidemie tuigde [de vorige president Barack] Obama het Predict-programma op, om nieuwe virussen eerder te kunnen detecteren. Trump zette het stop, en hij dreigt nu ook betalingen aan de WHO te stoppen. Terwijl we de surveillance juist moeten opvoeren. In hotspots waar de vernietiging van ecosystemen snel gaat, of waar veel met dieren gesleept wordt, zouden we veel alerter kunnen zijn.

„Daarnaast zie ik veel in de benadering die onehealth wordt genoemd: de gezondheid van mens, dier en ecosysteem zijn nauw verweven. Daar moeten we ons bewust van zijn, daar moeten we naar handelen. In de VS is er bijvoorbeeld de EcoHealth Alliance van de ecoloog Peter Daszak, die artsen, dierenartsen en ecologen nader tot elkaar wil brengen.”

Uw boek was af in 2016. Hoe was het om de processen die u beschreven had, voor uw ogen opnieuw te zien gebeuren?

„Om eerlijk te zijn: afschuwelijk. Mijn hart breekt bij al het lijden en alle doden die dit virus veroorzaakt.

„Je schrijft boeken – en ik niet alleen, want over dit onderwerp zijn tal van boeken verschenen – in de hoop dat mensen een fenomeen beter begrijpen. Je wilt constructief zijn, informeren en zo bijdragen aan een betere wereld. Dit boek kwam duidelijk te laat. Dat voelt nu heel futiel en verdrietig.”