Zoveel mogelijk terug naar normaal, dat verlangen lijkt na een half jaar coronacrisis een soort mondiale mentale toestand te zijn. Maar de uitgangsposities van landen om het gewone leven te hervatten verschillen enorm. Terwijl in Nederland de opties voor de zomervakantie het gesprek van de dag zijn, gaat het in andere landen over de afweging tussen besmettingsgevaar en honger.
Hoe verleidelijk het ook is om te denken dat de pandemie over haar hoogtepunt heen is, in werkelijkheid breidt die zich alleen maar uit. Directeur Tedros van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) liet maandag in zijn reguliere persconferentie de cijfers voor zich spreken: op negen van de tien voorbije dagen zijn er meer dan honderdduizend nieuwe besmettingen geconstateerd, zei hij.
Deed het virus nog 67 dagen over de eerste honderdduizend gevallen, inmiddels volstaat 24 uur. Wereldwijd is tot nu toe bij ruim zeven miljoen mensen het coronavirus gevonden. Op zondag waren er zelfs 136.000 nieuwe meldingen, zei Tedros, vooral uit landen in de Amerika’s en Zuid-Azië. „In Europa gaat het beter, maar wereldwijd verslechtert de situatie.”
Hij voegde er een waarschuwing aan toe voor de deelnemers aan de protesten tegen politiegeweld en racisme: probeer minstens een meter afstand te houden en draag mondkapjes. De meeste mensen hebben nog geen immuniteit tegen het virus, riep hij in herinnering.
Piek nog niet in zicht
De Verenigde Staten staan nog altijd bovenaan de lijst met gemelde besmettingen, maar het rijtje daaronder bestaat niet meer louter uit West-Europese landen, wat een paar weken geleden nog het geval was. Brazilië (ruim zevenhonderdduizend) staat op de tweede plaats, gevolgd door Rusland. India staat op de vijfde plaats en – opvallend – een relatief klein land als Peru (32 miljoen inwoners) met tweehonderdduizend gevallen op de achtste plaats. Gewogen per miljoen inwoners is de pandemie daar bijzonder groot (zie grafiek).
Midden-inkomenslanden schuiven nu tussen de rijke westerse landen, kan een conclusie van de recente cijfers zijn. Het zwaartepunt van de pandemie verplaatst zich door de maanden heen van Oost-Azië naar Europa, daarna de VS en is nu verspreid over Latijns-Amerika, Rusland en Zuid-Azië. Dat nu vooral midden-inkomenslanden zwaar getroffen worden, zorgt voor specifieke problemen.
In veel van deze landen raken de zorgstelsels zwaar overbelast en is het de vraag of ze niet bezwijken. In India’s grootste stad Mumbai (20 miljoen inwoners) meldden de autoriteiten dinsdag dat 99 procent van de beschikbare 1.094 intensive-carebedden bezet is. De piek is in India nog niet in zicht en dat geldt ook voor landen als Brazilië, Mexico, Pakistan, Zuid-Afrika en Egypte.
Tegelijkertijd beginnen de beperkende maatregelen in deze landen zwaar te drukken op de economie, of het politieke uithoudingsvermogen van hun overheid. Europese landen konden wachten met versoepelen tot de uitbraak over zijn hoogtepunt heen was, maar deze landen kiezen, al dan niet noodgedwongen, voor een andere koers.
India rapporteerde zondag bijna tienduizend nieuwe besmettingen, maar liet maandag wel toe dat op de meeste plaatsen restaurants, winkelcentra en religieuze plaatsen weer open gingen. In Pakistan, dat inmiddels de honderdduizend besmettingen is gepasseerd, zijn in mei al, tegen het advies van medische deskundigen in, veel maatregelen ingetrokken, om inwoners weer de kans te geven hun brood te verdienen. Het leidt tot chaotische taferelen: vorige week werden duizenden winkels en markten gesloten omdat mensen zich onvoldoende aan de afstandsvoorschriften hielden.
Burgemeester Sobjanin van Moskou feliciteerde zijn stadsgenoten maandag met „een overwinning”. Hij kondigde versoepelingen aan, terwijl er diezelfde dag nog tweeduizend nieuwe gevallen werden gemeld. Critici vermoeden dat dit een politiek besluit is, in aanloop naar 1 juli, als Russen stemmen over een grondwetswijziging waarmee president Poetin tot 2036 kan aanblijven.
Onvoldoende testcapaciteit
Het positieve effect van lockdowns voor de pandemiebestrijding werd deze week onderstreept door een modelleerstudie van Imperial College London. Op basis van het ziekteverloop in elf Europese landen schatten de epidemiologen – met de nodige aannames – dat in deze landen in de periode tot 4 mei 3,1 miljoen levens gespaard zijn gebleven. Dit tegenover de 130.000 inwoners die wel gestorven zijn. „We staan pas aan het begin van de pandemie”, zei onderzoeker Seth Flaxman tegen de BBC.
Een extra complicatie bij het heropenen van landen als Brazilië en India is dat zij onvoldoende capaciteit hebben om te testen en contactonderzoek te doen. Als dit wel goed geregeld is, kunnen lokale uitbraken snel worden gevonden en ingedamd, zonder dat het hele land opnieuw op slot hoeft.
Tegen persbureau AP wees Nathalie MacDermott van het Britse King’s College in dit opzicht op Zuid-Afrika: „Hun respons zag er eerst veelbelovend uit, maar het lijkt voorbarig om de lockdown te versoepelen zonder eerst voor een betere testcapaciteit te zorgen.” Meer dan de helft van de vijftigduizend bekende besmettingen in het land zijn in de afgelopen twee weken gevonden. President Ramaphosa zegt dat „ook hij zich zorgen maakt”.
Op de vraag of het Afrikaanse continent het net zo zwaar te verduren kan krijgen als Europa, de VS of Latijns-Amerika heeft ook de WHO nog geen antwoord. „We hebben nog niet gezien dat ziekenhuizen zijn bedolven” onder de patiënten, zei uitvoerend directeur Mike Ryan maandag. „Maar dat wil niet zeggen dat het niet kan exploderen.”