Aangifte tegen topambtenaren van de Belastingdienst, onrust bij hun achtergebleven collega’s en weinig zicht op een snelle of bevredigende afhandeling voor duizenden gedupeerde ouders. Staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Toeslagen, D66) wachtte met haar eerste grote Tweede Kamerdebat over de toeslagenaffaire een „ontgroeningsprogramma” – dixit Kamervoorzitter Khadija Arib (PvdA) – van formaat. Zeven uur debatteren.
De affaire beleefde eind vorig jaar zijn politieke apotheose met het aftreden van Menno Snel (D66), maar de kwestie zelf laat zich niet zo makkelijk afsluiten. Het toeslagendossier is alleen maar complexer geworden.
Tot december was het simpel: Snel bleef telkens pal voor ‘zijn’ Belastingdienst staan en kon zo hét gezicht worden van de fraudejacht die zijn voorgangers vormgaven en zijn ambtenaren uitvoerden. De nieuwe staatssecretaris heeft laten zien dat ze er anders in staat.
Vorige week deed Van Huffelen aangifte wegens mogelijke (ambts)misdrijven en ze zette vier ambtenaren uit hun functie.
Daarnaast is de Tweede Kamer in toenemende mate benieuwd wie nou politiek verantwoordelijk is, en wás, voor het toeslagendrama. Onvermijdelijk wijzen ze daarmee ook veel naar elkaar.
„Het leven van veel ouders is totaal verwoest”, constateert Henk Nijboer (PvdA) nog maar eens. Meteen snellen Bart Snels (GroenLinks) en Renske Leijten (SP) naar de interruptiemicrofoon. Want was het niet Lodewijk Asscher die als PvdA-minister van Sociale Zaken wist van het hardvochtige fraudebeleid en er toch geen einde aan maakte?
Nijboer legde op zijn beurt de rol van het CDA op tafel. Die partij heeft voorop gestaan in de houding ‘keihard tegen fraude’”. En hoe zit het eigenlijk met oud-CDA-minister Piet Hein Donner, opperde Edgar Mulder van de PVV. Die schreef twee rapporten over de toeslagenaffaire en had als vicepresident van de Raad van State óók nooit ingegrepen.
Toch had de Kamer in het tweede deel van het debat nog genoeg lastige vragen voor de staatssecretaris. Over gedupeerde ouders die mogelijk geen recht hebben op schadevergoeding. En over betrokken ambtenaren die alleen aan intern onderzoek hadden meegewerkt op voorwaarde dat ze daar zelf niet voor verantwoordelijk zouden worden gehouden.
De eerste kwestie is ingewikkeld want vrij juridisch van aard. In de totale groep van inmiddels zo’n 20.000 ouders die door de Belastingdienst zijn benadeeld zijn lang niet alle gevallen gelijk. De Kamer wil dat Van Huffelen ruimhartiger omgaat met de beoordeling of ouders wel of niet recht hebben op compensatie. En dan niet alleen de terugbetaling van voor onterecht ingeleverde kinderopvangtoeslag, maar ook schadevergoeding zoals de commissie Donner had geadviseerd.
Er is een groep van zo’n 2.200 ouders die evident slachtoffer is geweest van de harde, onrechtmatige aanpak van fraudeteams van de Belastingdienst. Een andere groep ouders was volgens Donner niet zozeer slachtoffer van het handelen van de fiscus, als wel van wat hij noemde „de hardheid van het systeem”. Het toeslagenstelsel is wettelijk zo ingericht dat het maken van één administratieve fout kan leiden tot terugvordering van een heel jaar aan toeslagen. Het kabinet vindt dat deze groep wel hun onterecht ingehouden toeslagen moet terugkrijgen, maar geen aparte schadevergoeding, zoals die eerste groep.
Daardoor heen loopt een derde categorie die de ‘opzet/grove schuld’-groep is gaan heten. Dat gaat om ouders die – vaak ook ten onrechte – is verweten opzettelijk fouten in hun toeslagaanvraag te hebben gemaakt. De Kamer wil, en dwong uiteindelijk ook af, dat niet de ouders in die kwesties hun schade moeten aantonen, maar dat de Belastingdienst deze bewijslast heeft.
Van Huffelen maakte in het debat ook kennis met de vasthoudende Pieter Omtzigt die geïrriteerd en boos wordt als het parlement niet op tijd en volledig de juiste informatie van het kabinet krijgt. Hij drong woensdag aan op openbaring van interne documenten waaronder een vertrouwelijke notitie van de voormalige directeur-generaal van de Belastingdienst, waarin hij aan andere ambtenaren immuniteit zou hebben beloofd als zij meewerkten aan een onderzoek naar mogelijke malversaties in toeslagendossiers. Het kan immers niet zo zijn, aldus Omtzigt, dat ambtenaren „buutvrij” krijgen en ouders niet. De staatssecretaris kon de CDA’er niet alles toezeggen, maar wist hem voor even gerust te stellen.
Zo wist Van Huffelen de meeste vragen en verzoeken met geduld te beantwoorden, maar ze weet dat de affaire nog lang niet voorbij is. En er nog veel van haar gevraagd wordt: tijd, aandacht, geld – het kabinet heeft al een half miljard voor de affaire uitgetrokken. Vooral zal de staatssecretaris het talent moeten hebben om te laveren tussen de emoties van de ouders, de onrust bij haar eigen ambtenaren en het ongeduld bij een kritische Tweede Kamer.