Valerie Trouet: „Het enige dat je moeilijk terug kunt vinden in de jaarringen van bomen, is vervuiling.”

Foto Adriana Zehbrauskas/The New York Times

Interview

Wat een boom ons over piraten vertelt

Valerie Trouet | Dendrochronoloog Dankzij de jaarringen van bomen zijn klimaatreconstructies van vele eeuwen te maken. Dat helpt om het verleden te begrijpen.

Meteorietinslagen, vulkaanuitbarstingen, zonnevlekken, perioden van droogte of tsunami’s; in het patroon van jaarringen ligt informatie opgeslagen over bijna alle natuurlijke fenomenen die een boom in zijn leven kan meemaken. Daarnaast verschaffen jaarringen indirect ook informatie over historische gebeurtenissen, zoals piraterij, pestpandemieën en kernrampen.

In het boek Wat bomen ons vertellen schrijft de Belgische Valerie Trouet over de grootste ontdekkingen in haar vakgebied: de dendrochronologie. Dendrochronologen bestuderen de patronen van jaarringen in bomen en hout en maken daar vervolgens klimaatreconstructies van. De dikte van een jaarring vertelt wat voor weer het was in de streek waar de boom groeide. Een dikke jaarring getuigt vaak van een goed, nat jaar. Een dunne ring geeft aan dat het droog was.

Wanneer het jaarringpatroon van een levende boom overlapt met het patroon van jaarringen in hout uit historische gebouwen, instrumenten, panelen van schilderijen of archeologische vindplaatsen, is het mogelijk verder terug te kijken in de tijd. Zo maken dendrochronologen klimaatreconstructies van wel honderden tot duizenden jaren. De oudste jaarringchronologie is gebaseerd op eiken- en dennenbomen uit Duitsland en gaat terug tot het jaar 10644 v.Chr., tot in de Steentijd.

In haar boek vertelt Trouet ook over haar eigen onderzoek dat ze verricht aan het Laboratory of Tree-ring Research van de universiteit van Arizona. Daar onderzoekt ze bosbranden, klimaatverandering en de straalstroom, een wind die op tien kilometer hoogte waait en het klimaat in Europa bepaalt. Allemaal aan de hand van jaarringen. „Het enige dat je moeilijk terug kunt vinden in de jaarringen van bomen, is vervuiling”, vertelt ze via Skype vanuit haar huis in het Amerikaanse Tucson. „Stikstofvervuiling of zure regen uit de jaren tachtig kun je in jaarringen niet meten, want elementen als stikstof, fosfor en zwavel worden niet vastgelegd in de celwanden van hout.”

Waarom besloot u een boek te schrijven over dendrochronologie?

„In 2017 had ik een sabbatical van de universiteit, waarin ik vrijgesteld was van onderwijs. Maar ik vond het in die periode deprimerend om alleen maar met klimaatwetenschap bezig te zijn. Wij dendrochronologen vertellen al 30 jaar hetzelfde verhaal over klimaatverandering en daar gebeurt niets mee op beleidsniveau. Dus toen ik door de uitgever gevraagd werd een boek te schrijven over mijn vakgebied voor een breed publiek, vond ik het plezanter om met verhalen bezig te zijn. Zodat ik kon schrijven over de ontdekkingen die wij doen.”

U schrijft in uw boek veel over volksverhuizingen, hongersnoden en volkeren die uitsterven door klimaatveranderingen uit het verleden, dat lijkt me ook niet heel vrolijk?

„Nee, maar wel minder frustrerend dan huidige klimaatverandering bestuderen. Ik werk vaak samen met historici en wat in ons werk steeds naar voren komt is dat klimaatverandering alléén niet bepaalt of een maatschappij staat of valt. Het gaat erom hoe stabiel de socio-economische structuur van een maatschappij is en hoe zo’n maatschappij op de klimaatverandering reageert.

„Onze maatschappij van nu heeft twee grote voordelen: de wetenschap is zover ontwikkeld dat we weten dat klimaatverandering eraan komt én dat we weten wat we ertegen kunnen doen... Tja, toch doen we niets. We zijn niet goed bezig.”

Heeft u met uw onderzoek wijzigingen aangebracht in de geschiedschrijving?

„Samen met collega’s ontdekte ik dat er in de zeventiende eeuw een periode van zestig jaar was waarin er minder orkanen waren in het Caribisch gebied. Dat baseerden we op gegevens van scheepswrakken. In die periode was het op aarde koeler doordat er minder zonnevlekken waren.

„Een collega presenteerde onze resultaten eens aan een geograaf die piraterij in de Caraïben onderzocht. Die geograaf zei dat deze zestig jaar precies samenviel met de golden age van de piraterij. Mogelijk bloeide de piraterij op doordat er minder orkanen waren en er dus minder schepen vergingen.”

En nog een voorbeeld?

„Een van mijn favoriete verhalen die ik in het boek beschrijf komt niet van mijn eigen onderzoek. Het gaat over ghost trees aan de Pacifische kust van Oregon en Washington. Hele bossen zijn daar tussen de zomers van 1699 en 1700 doodgegaan, doordat een aardbeving in die regio het land onder zout water zette. De stammen zijn blijven staan.

„Tegelijkertijd waren er historici in Japan in oude documenten op zoek naar de oorzaak van een tsunami die plaatsvond in de winter van 1700. Men schreef toen over scheepswrakken en landbouwgronden die onbruikbaar werden langs 600 kilometer Japanse kust. De historici noemden het een wees-tsunami, want er was geen enkele aanwijzing voor het ontstaan te vinden.

„Tot die Japanners in gesprek raakten met de dendrochronologen die de ghost trees bestudeerden. Toen bleek dat de aardbeving aan de westkust van de VS de tsunami in Japan, aan de andere kant van de Grote Oceaan, veroorzaakt had. Men wist niet dat er zulke heftige aardbevingen konden plaatsvinden in het westen van de VS. Dus sindsdien hebben ze daar hun bouwvoorschriften op aangepast.”

U stelt in uw boek dat ook watermanagers meer naar boomringen moeten kijken als ze beleid maken. Doen ze dat niet genoeg?

„In Europa zijn we gewend aan een lange geschreven geschiedenis. Maar over het westen van de VS is bijna niets bekend van voor 1800, omdat het overgrote deel van de bevolking stierf tijdens de kolonisatie. Dus dat er in de Middeleeuwen periodes van grote droogte waren die wel vijftig jaar duurden, is pas recent ontdekt.

„Maar in 1922 is er wetgeving opgezet waarin staat hoe het water van de Coloradorivier verdeeld moet worden over verschillende staten langs de rivier. Die regels waren gebaseerd op dertig jaar aan data (ca. 1890-1920). Nu, honderd jaar later, blijkt dat die dertig jaar de natste jaren van de afgelopen acht eeuwen waren. Het pact is nog steeds geldig dus veel staten moeten nu hun water elders vandaan halen.”

Kunt u als dendrochronoloog ook oplossingen bieden voor klimaatverandering?

„Het tegengaan van ontbossing is een uitstekende manier om het vrijkomen van CO2 tegen te gaan, daar is geen twijfel over. Maar vaak wordt ook het aanplanten van bossen als oplossing genoemd en dat ligt ingewikkelder. Want kun je het beste een groot bos in Siberië planten of moet je meer individuele bomen in steden neerzetten? En welke soorten plant je: snelgroeiende bomen die niet zo lang leven, of langzaam groeiende bomen die heel oud worden? Welke nutriënten hebben die bomen nodig? En wat nou als er een bosbrand komt... dan komt alle CO2 weer vrij!

„Als ik nog eens een boek ga schrijven, zou ik het wel willen doen over dit onderwerp.”