Opinie

Grondig denken gaat niet onder druk

Column De overheid verlangt haastwerk bij onderzoek. Dat is een klap in het gezicht van serieuze wetenschappers, vindt Cecile Janssens.

Cecile Janssens

Deze week daagde ik mezelf uit om mijn column in één uur te schrijven en op te sturen. Een eerste versie heb ik vaak zo op papier, maar het herschrijven, feiten checken, redeneringen testen, laten proeflezen, en het schaven en schrappen kost mij veel tijd. Ik liet het idee lopen.

Minister De Jonge stelt wetenschappers voor een vergelijkbare uitdaging. De minister schreef onlangs aan de Tweede Kamer dat het kabinet 42 miljoen euro uittrekt voor onderzoek naar het coronavirus. De helft hiervan is door NWO en ZonMW uitgezet in een subsidieprogramma met drie aandachtsgebieden. Onderzoekers kunnen voorstellen doen voor grote projecten tot een half miljoen euro. De selectie van de projecten vindt plaats in twee ronden: een voorselectie op basis van een kort projectidee, gevolgd door een gedetailleerd projectvoorstel.

Wie interesse had moest snel zijn. Twee weken na de aankondiging sloot de inzendtermijn voor vooraanmeldingen voor de eerste twee aandachtsgebieden; de deadline voor de derde is maandag. Wie geselecteerd wordt krijgt straks tien dagen om het voorstel uit te werken. Dat is razend kort dag voor projecten van deze omvang. Normaal wordt een subsidieronde zo’n vier maanden, of langer, van tevoren aangekondigd en krijgt de onderzoeker na een geselecteerde vooraanmelding al gauw twee maanden om het uit te werken.

Geloofwaardig verhaal

Ook in de Verenigde Staten, waar ik woon en werk, kwamen aankondigingen met vergelijkbaar korte deadlines langs. Ik vind dit haastwerk een klap in het gezicht van serieuze wetenschappers. Een onderwaardering van hoe gedegen wetenschappelijk onderzoek tot stand komt.

Een projectidee in drie weken in elkaar zetten is, net als een column in één uur, geen kunst. Drie bladzijden, lettertype Arial 10pts, regelafstand 1, inclusief referenties, is zo getypt. Een beetje schaven, de sterke punten benadrukken, de zwakke even overslaan, en er ligt zo een coherent en overtuigend voorstel. Een projectvoorstel uitwerken in tien dagen lukt ook. Zeker wetenschappers met kennis en ervaring krijgen een geloofwaardig verhaal in korte tijd op papier.

Maar een goed onderzoek is meer dan vlot geschreven voorstel. Een goed onderzoek is een goed idee met een haalbaar plan om het uit te voeren. Als onderzoeker moet je beide kritisch toetsen: idee én uitvoering. Is het idee realistisch en relevant? Is het onderzoeksplan solide en haalbaar? Elk nieuw onderzoek kent onbekende uitdagingen, ook voor ervaren onderzoekers.

Als onderzoeker moet je een plan grondig doordenken. Je moet het laten bezinken, aanscherpen, bijsturen, en, als nodig, afkeuren en opnieuw beginnen. Je moet veel lezen en toetsen bij collega’s om de hiaten en blinde vlekken – die er onvermijdelijk altijd zijn – vooraf te tackelen. Daar is bij deze korte procedures geen tijd voor.

Het is goed dat de overheid onderzoekers breed uitnodigt om mee te denken over de mogelijke impact van de Covid-19-crisis. Zij hebben veel relevante kennis, ervaring, en de nodige creativiteit. De urgentie begrijp ik ook, maar het haastwerk vind ik onverantwoord. Wat betekent ‘wetenschappelijk onderbouwd’ straks als de denktijd nu wordt overgeslagen?

Het haastwerk geeft ook een verkeerd signaal. Echte wetenschap laat zich niet verleiden tot ‘u vraagt, wij draaien in twee weken wel een voorstel in elkaar.’ De idee dat vernieuwend onderzoek in een paar weken te bedenken is, naast alle andere werkzaamheden, is een misvatting. Leveren gaan de onderzoeken wel; elk project, goed of slecht, levert publicaties op, maar gaat het ook kennis opleveren die we kunnen gebruiken?

Serieus nadenken

De wereld ligt plat. We zitten in een wereldwijde crisis waarvan we de impact en de gevolgen niet kunnen overzien. De overheid vraagt antwoorden en oplossingen voor coronavragen, maar geeft geen tijd om daar serieus over na te denken. Waar zagen we dat eerder?

Op 11 april nodigde minister De Jonge geïnteresseerden uit om een voorstel in te dienen voor een contact- en traceerapp. De sluitingstermijn voor inzending was drie dagen later. De uitslag van de voorronde werd weer twee dagen later bekendgemaakt, en de zeven overgebleven voorstellen werden in het weekend van 18 en 19 april geëvalueerd. Geen enkele app haalde de eindstreep. De app leek zo’n goed idee, maar de uitwerking bleek de valkuil. Niet elk idee is een goed idee. Verwachten we meer succes als wetenschappers haastwerk gaan leveren?

Tussen alle inzendingen zullen best een paar pareltjes van projecten zitten. En er zullen best onderzoekers zijn die hun project nog verder verbeteren als de subsidie eenmaal is binnen gehaald. Maar er zullen ook veel aanvragen zijn die met wat meer denktijd tot betere en relevantere projecten hadden kunnen leiden. Die kans laat de overheid nu liggen.

Een onderzoeksidee uitdenken is een proces en een proces kost tijd. Die tijd kun je niet overslaan. Zoals oud-politicus Jan de Koning al zei: „Je kunt een plant niet harder laten groeien door aan de bladeren te trekken.”

Cecile Janssens is hoogleraar translationele epidemiologie aan Emory University in Atlanta.