Ook Stanley Kubricks ‘2001: A Space Odyssey’ was ooit een onderschatte film

Onderschatting Het grootste deel van de filmgeschiedenis bestaat uit onderschatte en ongeziene films. Wie zich erin verdiept, wordt schatgraver.

Keir Dullea in ‘2001, A Space Oddyssey’ van Stanley Kubrick. De gezaghebbende criticus Roger Ebert had moeite met het emotieloze acteren in de film.
Keir Dullea in ‘2001, A Space Oddyssey’ van Stanley Kubrick. De gezaghebbende criticus Roger Ebert had moeite met het emotieloze acteren in de film. Foto Getty Images

Onbekend maakt onbemind. Zou dat het antwoord zijn op de vraag waarom sommige films en filmmakers roemloos ten onder gaan in de filmgeschiedenis en andere op het schild worden gehesen? Nu de filmtheaters dicht zijn en nieuwe bioscoopreleases even op zich laten wachten, verschijnen overal lijstjes met onderschatte films. In de meeste gevallen zijn ze een aansporing om eens buiten de gebaande paden te kijken naar wat er naast de canon van publiekssuccessen en prijswinnaars te vinden is.

En dat is veel. Zo bezien is het grootste gedeelte van de wereldwijde filmproductie onderschat: je hebt er geen toegang toe, het blijft ongezien. Er is altijd wat te (her)ontdekken. En ja, er zijn films die niemand goed vindt. Die technisch slecht gemaakt zijn, met achterhaalde verhalen vol gaten. Een echte filmgek zal daar ook nog wel iets interessants in kunnen ontdekken (The Room van Tommy Wiseau en andere illustere ‘slechtste films ooit gemaakt’).

Maar daar gaat het nu even niet over. Het gaat over die films waarvan je, als je ze dan eenmaal toch bekijkt, denkt: waarom heb ik dit niet eerder gezien? Hoe komt het dat geen enkele Nederlandse distributeur het aan wil om ze hier uit te brengen? Denk: alle films van de Engelse filmmaker Joanna Hogg (waar blijft The Souvenir?). Of: veel films van de Duitse regisseur Christian Petzold, bekend van Transit, waarin we aan de hand van een geüpdatet WOII-verhaal anders over vluchtelingen gaan nadenken. Die film is hier wel uitgebracht, maar zijn even mysterieuze en actuele Undine lijkt om onbegrijpelijke redenen vooralsnog niet populair bij distributeurs en filmtheaterprogrammeurs. En dat zijn dus niet eens zulke moeilijke of maffe films die hun tijd ver vooruit zijn of je wereldbeeld onderuit schoffelen.

Met de komst van nieuwe media voor home-entertainment worden er steeds nieuwe stukjes filmgeschiedenis ontsloten. Dat leidde bijvoorbeeld tot de popularisering van cult- en genrefilms aan het einde van de twintigste eeuw, en tot meer waardering voor films uit niet-westerse tradities, van vrouwen en queer filmmakers en de avant-garde in het afgelopen decennium. Onbekende films worden bekend, guilty pleasures, interessante mislukkingen, onbekende films van grote auteurs krijgen een nieuw publiek.

Dat wil niet zeggen dat er geen objectieve criteria zijn. Maar het zijn er te veel. Cijfers zijn even belangrijk als vernieuwing, toegankelijkheid even cruciaal als verrassing, vakmanschap net zo zwaarwegend als het doorbreken van normen en conventies.

Het is bijna niet voor te stellen, maar Stanley Kubricks 2001: A Space Odyssey (1968) was ooit een onderschatte film. The New York Times vond hem „very annoying”. The Guardian niet meer dan een serie mooie plaatjes. En zelfs de gezaghebbende criticus Roger Ebert had moeite met het emotieloze acteren en het idee dat het meer een film over machines dan mensen was.

Agnès Varda (1929-2019), de laatste tien jaar uitgegroeid tot rolmodel voor vrouwelijke filmmakers, geprezen om haar innovatieve documentaire essays en haar unieke manier van kijken, stond haar hele leven in de schaduw van de mannen van de nouvelle vague. Haar films werden lang gezien als te grillig en impulsief om serieus te zijn.

Lees ook een recensie van het retrospectief dat het Eye Filmmuseum in 2017 wijdde aan Mikio Naruse: ‘Vlijmscherpe vrouwenportretten’

En de Japanse filmmaker Mikio Naruse (1905-1969) komt voor een westers publiek altijd ergens achteraan het rijtje Ozu, Kurosawa en misschien Mizoguchi. Is het omdat hij vrouwen uit de arbeidersklasse de hoofdrol gaf? Of omdat hij melodrama’s maakte in plaats van oorlogsspektakels?

Want binnen de hiërarchie van wat gewaardeerd wordt en wat niet spelen allerlei onbedoelde vooronderstellingen een rol. Sommige genres hebben meer aanzien dan andere. Serieus drama is beter dan komedie, daadkrachtige, masculiene helden met een succesvolle missie verkopen beter dan impressionistische portretten van gewone mensen. Gaan we naar de film om onszelf te zien? Nee, we gaan naar de film om een betere versie van onszelf te zien! Dat is nog steeds de boodschap die het lekkerste verkoopt.

Het betekent dat de criteria voor wat onder de radar blijft en wat niet ook niet zo keihard zijn: smaak, inzichten, de context van wat als goed of succesvol wordt beschouwd, kunnen veranderen. Al gaat het dan vaker om kleine verschuivingen. Was Alfred Hitchcocks Vertigo (1958) onderschat omdat decennialang Citizen Kane (1941) van Orson Welles de ‘beste films aller tijden’-lijst van het Engelse filmblad Sight & Sound aanvoerde? De films zijn al die tijd hetzelfde gebleven. Het is ons perspectief dat is veranderd – of in dit geval van al die filmmakers en professionals die mochten stemmen.

Lees ook een column van Joyce Roodnat over de verkiezing van ‘Vertigo’ tot beste film

Vorige maand overleed de Franse filmmaker Sarah Maldoror op 90-jarige leeftijd in Parijs. Ze was een van de eerste vrouwen die films maakten in Afrika en wordt daarom vaak tot de Afrikaanse filmgeschiedenis gerekend, voor veel westerse filmkijkers een blinde vlek. Ik had nog nooit van haar gehoord. Tot er her en der in memoria over haar verschenen en het online feministische filmmagazine Another Gaze afgelopen week een webinar over haar organiseerde en drie van haar films online beschikbaar maakte.

Haar korte debuutfilm Monagambée (1968) draaide in 1971 in Cannes en gaat over Franse martelpraktijken tijdens de Algerijnse Oorlog. Sambizanga (1972) belicht de Angolese vrijheidsstrijd. Ze maakte hem samen met haar echtgenoot Mario Pinto de Andrade, de latere president van Angola. Maldoror maakte haar films om vrouwen en zwarte kunstenaars een stem te geven. Maar het heeft tot in deze eeuw geduurd voordat een breder publiek te ruimte vond om naar haar te luisteren. Wie uit z’n comfortzone komt, wordt schatgraver.