De ‘Green Deal’ moet Europa nog wat groener maken – letterlijk. Als het aan de Europese Commissie ligt, groeit het aandeel beschermd natuurgebied de komende tien jaar naar 30 procent – tegenover 18 procent nu. Ook moeten er de komende tien jaar drie miljard nieuwe bomen worden aangeplant.
De voorstellen staan in de biodiversiteitsstrategie die de Commissie deze woensdag presenteert en die deel uitmaakt van het eerder gepresenteerde overkoepelende klimaatplan. Brussel erkent dat er onvoldoende is gedaan voor het beschermen van de Europese natuur en dat urgente actie nu nodig is. Naast een groter aandeel beschermd gebied wil de Commissie daarom volgend jaar juridisch bindende doelen voor natuurherstel vastleggen. Daarnaast wil ze werk gaan maken van betere handhaving van de milieuregels en -normen – iets waar ze volgens ngo’s de afgelopen jaren fors in tekort schoot.
Gelijktijdig presenteert de Commissie woensdag een zogeheten farm to fork-strategie, met daarin vergezichten over de toekomst van de Europese landbouw. Toeval is dat niet: voor een succesvol biodiversiteits- en klimaatbeleid is namelijk een radicale verandering van de Europese landbouw nodig. Nog altijd gaat 40 procent van het Europese budget naar landbouw, terwijl de sector verantwoordelijk is voor circa 10 procent van de uitstoot van broeikasgassen. Landbouw is dus bij uitstek een onderdeel van klimaat- en biodiversiteitsbeleid waarop Brussel zelf invloed kan uitoefenen.
Tegelijk is het nog onduidelijk hoe deze ‘van-boer-tot-bord-strategie’ zich precies verhoudt tot het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), de sleutel waarmee landbouwsubsidies worden verdeeld. Het voorstel voor een nieuw GLB werd nog door de vorige Commissie gepresenteerd en de onderhandelingen erover zitten al een tijdje vast.
Dat vergroening een grotere rol gaat krijgen is al wel duidelijk – in de woensdag gepresenteerde strategie wordt gesproken over het verdubbelen van het aandeel biologische landbouw tot 25 procent. Maar de precieze uitwerking komt veel sterker dan in het verleden bij de lidstaten zelf te liggen. Critici vrezen dat daarom van de duurzame doelen weinig terechtkomt.
Groene velden, schone lucht
Alles zal bij de nieuwe plannen afhangen van de mate waarin de Commissie er ook echt in slaagt te handhaven. Interessant is dat ze daarbij ook de rol van de civil society benoemt, die via nationale rechtbanken als een ‘nalevingswaakhond’ kan functioneren. In Nederland waren het burgers die via de rechter afdwongen dat het stikstofbeleid in lijn zou worden gebracht met de Europese Habitatrichtlijn.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/05/data44410337-223023.jpg)
Dat laat zien dat biodiversiteit niet alleen een doel is op zich, maar ook strategisch een centraal punt van de ‘Green Deal’. Klimaatverandering blijft voor veel mensen abstract. Maar groene velden, blije dieren, schone lucht en gezonde voeding zijn concreet. De nadruk die de Commissie nu legt op voedsel-, water- en luchtkwaliteit is bewust: dat zijn aspecten van groen beleid die een breed publiek aanspreken, ook in lidstaten als Polen, waar de steun voor klimaatbeleid nog niet groot is.
Met het stellen van ambitieuzere doelen wil de Europese Commissie bovendien ook in mondiale context de leiding nemen. Het is ongemakkelijk andere landen aan te spreken op natuurafbraak en ontbossing, als Europa zelf niet het goede voorbeeld geeft. 2020 moest mondiaal het ‘superjaar’ van biodiversiteit worden, in aanloop naar de biodiversiteitstop dit najaar in het Chinese Kunming. Daar zouden nieuwe doelen worden vastgesteld voor de periode tot 2030, maar de top is vanwege corona uitgesteld.
Over het behoud van biodiversiteit werden in 2010 in het Japanse Nagoya internationale afspraken gemaakt, de Aichi-doelen. In 2020 moest de achteruitgang van de biodiversiteit zijn gehalveerd, land- en bosbouw ‘duurzaam’ zijn, er een einde zijn gemaakt aan overbevissing en de hoeveelheid beschermde natuur zijn toegenomen van 10 naar 17 procent. Van al die doelen is alleen de laatste ongeveer gehaald.
Bij eerdere afspraken die dit jaar gehaald zouden moeten worden, ontbraken harde cijfers. Dat is ook lastig. Hoe meet je biodiversiteit? Wanneer is een rivier schoon? Is een aangelegd bos met uitsluitend eucalyptusbomen wel een echt bos?
Door heldere doelen voor herbebossing en natuurherstel vast te leggen, wil de Commissie daartoe toch een poging wagen. De vraag is uiteindelijk hoe hoog de 27 lidstaten de lat willen leggen.
Bossen Drie miljard bomen
In de EU moeten tot 2030 drie miljard bomen worden geplant. Volgens de Europese Commissie zijn bossen belangrijk voor de biodiversiteit, maar leveren ze ook allerlei ‘diensten’. Ze zijn een bron van voedsel, medicijnen en andere materialen. Ze dragen bij aan het voorkomen van klimaatverandering, zorgen voor opslag van water en stabiliteit van de bodem. Er wordt nog een Europese strategie ontwikkeld voor de bossen.
Variëteit Heggen en vijvers
Van de landbouwgrond moet ten minste 10 procent worden omgevormd tot gebieden met diversiteit. Dat kan gaan om bijvoorbeeld heggen, bomen, wallen of vijvers. De Commissie maakt zich grote zorgen over achteruitgang van aantallen en soorten dieren, zoals het verdwijnen van insecten.
Stikstof Minder kunstmest
Het gebruik van kunstmest moet met 20 procent worden gereduceerd. Er moet een betere balans komen tussen bemesting en duurzaam bodembeheer. Er komt in 2022 nog een actieplan waarin het tegengaan van verzuring van de bodem een belangrijk thema is. Ook de ‘Farm to Fork-strategie’, waarbij de hele voedselketen onder de loep wordt genomen, zal hierbij een rol spelen.
Vervuiling Pesticidegebruik
In 2030 moet het gebruik van chemische pesticiden gehalveerd zijn. Vervuiling is een van de belangrijkste oorzaken van het verlies van biodiversiteit. Naast het verminderen van chemische bestrijdingsmiddelen in de landbouw wil de Commissie ook dat de vervuiling door onder andere medicijnen, chemicaliën, afvalwater, plastic en stedelijk afval wordt aangepakt.
Bio-industrie Infectieziektes
Er moet meer ruimte komen voor (beschermde) natuur. De Europese Commissie legt een verband tussen de coronapandemie, industriële landbouw, en biodiversiteit. Of het nu gaat om Q-koorts of de ziekte van Lyme, leefruimte voor wilde dieren kan het risico op infectieziekes verkleinen.