Mysterieuze sterfte pimpelmezen opgehelderd

Natuur Sinds maart sterven er opvallend veel pimpelmezen. Dat ligt aan een bacterie die longontsteking veroorzaakt.

De mysterieuze sterfte die sinds maart optreedt onder Duitse en Nederlandse pimpelmezen wordt vermoedelijk veroorzaakt door een bacterie, Suttonella ornithocola. Dat blijkt uit onderzoek van de Duitse milieubeschermingsorganisatie Nabu. De bacterie kan bij mezen voor longontsteking zorgen, vaak met fatale afloop. Zieke vogels zijn te herkennen doordat ze vaak ‘bol’ – met hun veren wijd – zitten. Ook zijn ze versuft en niet schuw. Voor mensen en huisdieren is Suttonella ornithocola onschadelijk.

De afgelopen twee maanden zijn in Duitsland zo’n 33.000 pimpelmezen (en in mindere mate ook kool- en kuifmezen en zwarte mezen) getroffen door de bacterie. In Nederland gaat het om ruim tweehonderd dode pimpelmezen, maar daarvan is nog niet officieel vastgesteld of het ook om een besmetting met Suttonella ornithocola gaat. Uit testen door het Erasmus Medisch Centrum is al wel duidelijk dat het in ieder geval niet het nieuwe coronavirus of het usutu- of westnijlvirus betreft.

Moeilijk te kweken

Het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) heeft autopsie gedaan op tien dode pimpelmezen en één dode koolmees, en laat op de eigen website weten dat enkele van die vogels een bacteriële longontsteking hebben: „Bij de bacteriekweken tot nu toe zijn wel enkele bacteriën gevonden, maar is nog geen Suttonella ornithocola aangetoond.” De desbetreffende bacterie is moeilijk te kweken, en daarom is een moleculaire test nodig. Die loopt momenteel nog.

Al in 1996 werd Suttonella ornithocola voor het eerst in Groot-Brittannië ontdekt – daar duikt hij sindsdien regelmatig op, maar zorgt dan alleen voor lokale mezensterfte. In Duitsland werd in 2018 voor het eerst melding gemaakt van de bacterie, maar destijds betrof het een kleinschalige uitbraak. Waarom er nu zoveel mezen getroffen zijn, is nog onduidelijk.

Besmetten

Dat pimpelmezen meer last hebben van de bacterie dan koolmezen, zou te maken kunnen hebben met hun geringere lichaamsgrootte, aldus de website van Nabu. Kuifmezen en zwarte mezen leven vooral in bossen, waardoor ze elkaar minder makkelijk zouden kunnen besmetten dan een tuinvogel als de pimpelmees, die zich vaak bij gemeenschappelijke voedertafels ophoudt. Onder de dode pimpelmezen bevinden zich veel mannelijke vogels. Een duidelijke verklaring daarvoor ontbreekt, al oppert de Vlaamse vogelbescherming dat de mannetjes door de baltsperiode verzwakt zijn, en daardoor vatbaarder voor infectie.