Lisa Verbelen en Benjamin Moen Zelfmedelijden is niet nodig
Met hun theatergezelschap BOG (drie vrouwen en een man, allen uit 1988) repeteren Lisa Verbelen en Benjamin Moen TAL. Deze voorstelling had hun debuut op het Holland Festival moeten worden. Met hun onconventionele benadering van theater groeide BOG uit tot een gerespecteerd collectief onder liefhebbers. In juni zouden ze de stap zetten van het kleinezalencircuit naar een groot internationaal podium.
De voorstelling, te spelen op een tennisbaan van Tennispark Sloterplas in Amsterdam, gaat tot hun verdriet niet door. Verbelen: „Het Holland Festival voelt toch als een level hoger. Het was een eer voor ons dat het was gelukt om daar in première te gaan. Je staat geprogrammeerd tussen kunstenaars van naam uit de hele wereld”, zegt Verbelen, die met Moen op gepaste afstand in beeld is bij het videobellen.
Het Holland Festival moest ook als springplank dienen voor hun internationale ambities. Verbelen: „We hebben vaker in het buitenland gespeeld, als dat werd gevraagd. Ons voornemen was om dat actief uit te bouwen en met internationale programmeurs in gesprek te gaan. Zo’n gesprek voer je makkelijker als ze onze voorstelling hebben gezien.”
Moen kan de tegenslag relativeren: „Dit is klote, maar ik heb niet zoveel medelijden met onszelf. Voor jonge makers die op dit moment afstuderen is het een grotere klap dat ze de kans mislopen om gezien te worden. Zoveel kansen krijgen ze niet.”
Ondanks alle tijdrovende aanpassingen schrijft het viertal verder aan TAL. „Een koorcompositie voor tien mensen over taal”, aldus Verbelen. Moen: „Voor het Holland Festival maken we iets wat luisterbaar is. Geen registratie, er is niets te zien, want we hebben een hekel aan registraties. Later in de zomer hopen we alsnog live te kunnen optreden.” Verbelen: „Het samen beleven van theater kun je niet nabootsen. We hebben zoveel liefde voor dat deel van het theater: dat willen we niet kwijtraken.”
Judy Blank Onzekerheid maar ook ruimte en tijd
Singer-songwriter Judy Blank (25) uit Utrecht won in januari het Pop Stipendium van het Prins Bernhard Cultuurfonds. Ze zou nu in Nashville haar album opnemen.
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/05/web-1405cultalentjudyblank.jpg|//images.nrc.nl/FURmHBhTN-psIPj3KdejBc_LbdU=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/05/web-1405cultalentjudyblank.jpg)
Foto Satellite June
‘Het Pop Stipendium was de eerste grote erkenning die ik als artiest heb gekregen. Zo’n prijs maakt je zichtbaarder en ik was trots dat ik een heel goede beoordeling voor mijn ingediende muziekplan kreeg. Alleen komt er nu helemaal niets van terecht.
„Ik zou nu in Nashville een album opnemen met songwriter en producer Patrick Damphier. Ik heb een indiefolk album met americana-invloeden voor ogen, met tijdloze liedjes die hopelijk een jong publiek aanspreken. Juist omdat alles nu zo vluchtig en hapsnap is. Van country zou ik opzettelijk wegblijven. Die stijl kleeft in Amerika nu erg aan het gedachtegoed van Trump. Dat heb ik goed gemerkt toen ik als support-act op tournee door het zuiden van Amerika kon met americana-artieste Sarah Peacock. Wat ik daar opving… ik sta als links mens toch wel heel anders in het leven.
„Dat album kan nog wel een jaar duren, vrees ik. Stel: we mogen weer reizen in het najaar, dan zullen vliegtickets enorm duur zijn. Het stipendium lijkt heel veel, maar het is met studiobetalingen en verblijf zo op. Daarnaast is Nashville vlak voor de coronacrisis hard getroffen door een tornado. Het is heel onzeker allemaal.
„Het Cultuurfonds heeft het geld nog. Ik dacht: als ik het niet uit kan geven, laat het fonds het dan nog maar even veilig voor mij bewaren. Ja, er zijn nu weinig inkomsten. Maar ik ben nog niet lang student-af en ik kan creatief omgaan met weinig geld. Donaties komen soms bij livestreams, maar ik ga er niet om vragen, no way. Ik breng nog liever pizza’s rond.
„Ik ben flexibel ingesteld maar ik zit wel erg in over de afgezegde optredens. Mijn doorbraak bestaat uit vele puzzelstukjes. Vorig jaar kon ik debuteren op de Amerikaanse festivals SXWS en AmericanaFest. En ik nam de EP Morning After op. Nu zou ik een eerste clubtournee op eigen naam doen. En ik had eindelijk een voet tussen de deur in Groot-Brittannië waar ik deze zomer op veel middelgrote festivals zou spelen.
„Geen idee of die festivals volgend jaar nog bestaan. Ik hoop dat het allemaal niet voor niets was. Voordat een buitenlandse booker een nog onbekende artiest een kans geeft, heb je al veel moeten overwinnen. Dus dat doet wel pijn. Maar ik heb nu wel veel ruimte in mijn hoofd om te componeren. Dat is fijn en het geeft bevestiging: ik kan het nog. Net als toen muziek nog niet mijn beroep was.”
Lisa Ostermann Nostalgische gevoelens
Cabaretière Lisa Ostermann (28) won half februari alle prijzen op het Leids Cabaret Festival. Nu zou ze vier keer per week in het theater staan, was het plan.
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/05/web-1405cultalentlisaostermann.jpg|//images.nrc.nl/q9IFi6QDpypH24jyIxprX8Bhjyk=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/05/web-1405cultalentlisaostermann.jpg)
Foto Linda Grool
Lisa Ostermann is speels, spontaan en droog. Ze maakt goede grappen, heeft een fijne zangstem en zingt mooie liedjes. Het was de jury van het Leids Cabaret Festival én het publiek in februari dus snel duidelijk dat hier een groot talent stond.
Zelf was Ostermann daar niet altijd al van overtuigd. „Op de toneelschool sloeg ik vaak dicht in de lessen. Ik houd – vroeger nog meer dan nu – heel erg van hoge hakken en fashion en geföhnd haar, en ik straalde denk ik best vaak ‘ik ben een arrogant ijskonijn’ uit. Terwijl ik dan eigenlijk wilde zeggen: ‘Help me please, ik snap helemaal niks van het spelen van deze Griekse tragedie.’ Tot ik ontdekte dat je bij cabaret gewoon moet praten alsof je met vrienden in de kroeg staat. Dat ging beter. Dat snap ik.”
De doorbraak liet naar Ostermanns idee dus even op zich wachten, maar na haar prijs in februari mocht ze eindelijk de planken op. Vier avonden per week zou ze in het theater staan in het kader van de finalistentour. En toen kwam corona. Officieel zijn nu 35 voorstellingen van de finalistentour verplaatst. „Ik ga er ook gewoon van uit dat het in september wel doorgaat. Ja toch? Of niet? Wat denk jij? Misschien eerst met die anderhalve meter en na een paar maanden weer met meer mensen in de zaal.”
De paniek ontbreekt waarschijnlijk ook omdat ze de voorstellingen niet meer nodig heeft om een impresariaat te vinden. Ze heeft er al eentje „De planning is om in het najaar van 2021 in première te gaan met mijn eerste avondvullende eigen programma. Ik wilde deze zomer gebruiken om daar dan al voor te gaan schrijven, maar ik probeer dat nu maar alvast te doen. Alleen ben ik niet heel blij met wat ik tot nu toe heb geschreven. Ik merk dat ik veel nostalgische gevoelens heb over samenzijn met mensen. Daar komen heel sentimentele liedteksten uit. Deze periode inspireert met tot de Willeke Alberti-kant in mezelf. Die probeer ik maar met mate te omarmen.”
Ook geeft ze met twee collega-actrices quarantaine-concerten bij mensen voor de deur. „Mensen kunnen ons mailen als zij of iemand anders er doorheen zitten. Dan regelen we dat muzikanten, soms wijzelf, hun lievelingslied komen zingen op de stoep.”
Romy Muijrers Sparren in een eenzame tijd
Kunstenaar Romy Muijrers (29) is al anderhalf jaar bezig met een groot kunstproject, Suite, waarvoor ze met collega Paul van der Eerden (1954) werkt aan ruim honderd gezamenlijke tekeningen. Het resultaat zou in maart getoond worden op de kunstbeurs Drawing Now in Parijs.
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/05/web-1405cultalentromymuijrers.jpg|//images.nrc.nl/CGyA-UqrCvIdbTMFU9YXRn2IDWM=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/05/web-1405cultalentromymuijrers.jpg)
Foto Hessel Waalewijn
‘Op 13 maart, de dag dat alle musea dichtgingen, kwam ik terug uit Ierland, waar ik een expositie had. Samen met Paul van der Eerden wilde ik hard gaan werken aan ons gezamenlijke tekenproject, dat we eind maart zouden presenteren in Parijs. We hadden afgesproken dat we drie dagen in de week samen zouden tekenen, in zijn atelier in Dordrecht. Zelf woon ik nogal klein in Den Haag. Toen zeiden Paul en zijn echtgenote: kom maar tijdelijk bij ons wonen. Ik heb geen auto, en reizen in het openbaar vervoer vond ik te risicovol.
„De tentoonstelling werd uitgesteld, eerst naar mei en toen naar volgend jaar. Ik baal ervan, het was een belangrijk internationaal podium, en het was mijn grote droom om te exposeren in Parijs. Het enige voordeel is dat we nu meer tijd hebben om verder te werken aan onze tekeningen. Ik woon nog altijd in bij Paul en zijn vrouw. Mijn andere twee banen als zzp’er – ik was gastvrouw in de Wonderkamers van het Kunstmuseum en bij Nest in Den Haag – liggen ook stil, dus ik heb even geen inkomen. Ik leef nu van de subsidie die we van het Mondriaan Fonds hadden gekregen voor ons tekenproject.
„Het is fijn om in deze eenzame tijd met iemand als Paul te kunnen sparren. We begrijpen elkaar als tekenaars. Zonder hem zou ik meer moeite hebben om deze tijd door te komen. De samenwerking geeft me houvast. We geven elkaar ook taakjes. Dan geef ik een vel papier waarop ik een vlek en wat lijnen heb achtergelaten, en dan ziet hij er bijvoorbeeld dansende figuren in. Zo associëren we verder, heel vrij, tot het eindresultaat. Als een tekening af is, laten we hem nog een paar weken liggen voordat we hem op ons blog publiceren. En soms zijn er tekeningen die we eerst afkeurden, maar die toch een herkansing krijgen. Die probeer ik dan te redden.
„We hebben nu 130 officiële werken. Galeriehouder Maurits van de Laar heeft aangegeven dat hij ze in november wel wil tonen in Den Haag, nu de kunstbeurs niet doorgaat. Zo is er toch iets om naartoe te werken.”
Inl: suiteproject.wordpress.com
Lisenka Heijboer Castañon Dank, angst en (on)rust
Lisenka Heijboer Castañon (28) was in New York bezig naam te maken als operaregisseur en zou deze zomer haar eerste grote repertoire-opera, ‘La clemenza di Tito’ van Mozart, regisseren.
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/05/web-1405cultalentlisenkaheijboer.jpg|//images.nrc.nl/rSVlwaNM0KdBcL7BXNJtL1qjGkQ=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/05/web-1405cultalentlisenkaheijboer.jpg)
Foto Milan Amzic
‘Ik deed een fellowship aan The Juilliard School in New York maar kwam halsoverkop terug naar Amsterdam toen opeens duidelijk werd hoe ingrijpend ons leven ging veranderen. Ik was al acht maanden in New York en zou de laatste maanden nieuwe korte opera’s regisseren van jonge componisten. De school sloot de deuren en later werd, zoals verwacht, ook de productie die ik deze zomer zou maken geannuleerd. Mozarts La Clemenza di Tito met De Nederlandse Opera Academie en het Nationaal Jeugdorkest onder leiding van Antony Hermus, mijn eerste complete repertoireregie.
„Ik verheugde me op samenwerken met Antony en realiseerde me ook dat succesvolle Nederlandse operaregisseurs zoals Lotte de Beer en Floris Visser bij DNOA hun eerste stappen zetten. Omdat opera’s enorme (financiële) operaties zijn, is het moeilijk om door te breken. Intendanten nemen een risico als ze een jonge regisseur engageren voor een productie, en dat doen ze dus niet, tenzij ze echt heel veel vertrouwen hebben in de goede afloop. La Clemenza was daarom naast een prachtige uitdaging ook een belangrijke kans om mezelf als ‘vakvrouw’ te bewijzen en nieuwe opdrachten te krijgen.
„Ik zal altijd eigen werk blijven maken, zoals VROUWENSTEMMEN vorig jaar op het Grachtenfestival in Amsterdam. Maar bij eigen werk is de schaal vaak beperkt en ik wil ook graag grootschalige, meeslepende operavoorstellingen maken; het genre waar ik zo verliefd op ben. Dat soort voorstellingen wordt heel ver vooruit geprogrammeerd, soms wel vijf jaar. Daarom voelt het nu soms al alsof de tijd begint te dringen. Ik blijf niet eeuwig een ‘jong talent’.
„In het begin maakte ik me verschrikkelijk druk om de verloren kans en het gevoel dat mijn carrière nooit van de grond komt. Maar met de dag lijkt het nuttelozer die toekomst nog proberen te voorspellen. Mijn ervaring van tijd is veranderd en ik voel ook geen haast meer om nú te duiden wat deze periode betekent. Net toen ik dacht dat ik nooit meer een idee zou hebben, kwam mijn inspiratie weer op gang. Ik droom nu zonder te luisteren naar mijn eeuwige zorgen over de cultuursector. Ik leer nieuwe dingen over mijzelf, ervaar een diep gevoel van dankbaarheid, angst, rust en onrust. Hopelijk kan ik morgen helpen het trauma van vandaag te verwerken.”
Aafke Romeijn Rustig leven maakt niet rustig
In maart verscheen haar bundel Leegstand. Aafke Romeijn (33) probeert erin onder woorden te brengen hoe ze zich voelt tijdens een depressie.
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/05/web-1405cultalentaafkeromeijn.jpg|//images.nrc.nl/2osXji9-cEIAVTC4aguVi46RXd4=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/05/web-1405cultalentaafkeromeijn.jpg)
Foto Bianca Toeps
‘Alles lukt me, behalve leven,’ zeg ik. ‘Ik schrijf boeken, ik geef optredens, maar bestaan, gewoon ademen en doorgaan, daartoe ben ik niet in staat’.”
Het is een van de momenten waarop schrijver Aafke Romeijn (1986) in haar bundel Leegstand onder woorden probeert te brengen hoe ze zich voelt tijdens een depressie. In een soort dagboek, afgewisseld met verhalen en gedichten, houdt ze bij hoe het suizen een gieren wordt, hoe lang het wachten duurt totdat de wanhoop is omgezet is rust, wachtend op de volgende keer dat ze weer in datzelfde gat valt.
Ze schreef alles tussen september en januari, de bundel kwam in maart uit.
„Ik had een overvol programma tijdens de Boekenweek: vijftien lezingen in zeven dagen. Daarna zou nog een tour volgen. Uiteindelijk is het bij één optreden gebleven, in een bibliotheek in Leusden.”
Als alles opeens wegvalt door corona, terwijl het leven zelf vaak niet lukt: hoe is dat? Romeijn heeft nieuwe medicijnen die ze probeert en omdat de GGZ op „z’n gat ligt”, belde ze haar oude psychiater. „De onzekerheid en de stress zijn niet fijn, tegelijkertijd hebben weinig prikkels en een rustig leven zin voor mij. Ik weet het dus eigenlijk niet. Het is wel zo dat optredens soms mijn gedachten stopzetten.”
Haar bundel, die door gebrek aan aandacht summier door de boekhandels werd ingekocht, verkocht ze via haar eigen webshop. Dat ging goed, er komt een herdruk. „Ik ben die bundels gaan signeren. Mensen die me al kennen hebben hem gekocht, terwijl je eigenlijk mensen wilt bereiken die je nog niet kennen. En ik wilde er natuurlijk uit voordragen.”
Inmiddels biedt Romeijn teksten aan via Paquet, zet ze Leegstand op muziek en werkt ze aan een vervolg op haar debuutroman Concept M, die opvallend genoeg al over een pandemie ging waardoor het land plat kwam te liggen. „Dat houdt me wel bezig. Ik ben bang dat iedereen straks komt met een boek over een pandemie.”