Recensie

Recensie

De toekomst voorspel je niet, die bedenk je samen

Uncharted Zekerheid over de toekomst bestaat niet, al beloven hele bedrijfstakken die. Vertrouw op elkaar en vooral niet op technologie, schrijft Margaret Heffernan.

Grote projecten kan je best beginnen, al is de toekomst ongewis, vindt Heffernan. Zoals de kathedraal van Gaudi in Barcelona.
Grote projecten kan je best beginnen, al is de toekomst ongewis, vindt Heffernan. Zoals de kathedraal van Gaudi in Barcelona. Foto Cesar Rangel / AFP

Planten zijn de toekomst. Met die slogan adverteerde een margarinemerk onlangs. Dat is vast waar, planten zullen nog wel even bestaan. Maar de slogan wijst er vooral op dat mensen veel met de toekomst bezig zijn, misschien zelfs als ze een broodje smeren. Sommige bedrijfstakken richten zich grotendeels op de toekomst, zoals de financiële sector, van verzekeringen en hypotheken tot pensioenen. Maar ook technologiebedrijven en politieke partijen claimen de toekomst in pacht te hebben. En margarineproducenten dus.

We denken de hele dag over de toekomst, schrijft Margaret Heffernan in de inleiding van haar boek Uncharted. Dat is misschien wat overdreven, maar in een complexe wereld wordt het wel lastiger die toekomst te kennen. Mensen, bedrijven en andere organisaties verkeren in onzekerheid. Dat is niet erg, zegt Heffernan, die in het verleden veel over bedrijven en bedrijfsorganisatie heeft geschreven. Alleen moeten ze op een intelligente manier met die onzekerheid omgaan.

Dat gebeurt lang niet altijd, laat ze zien. In de economie bestaat een grote vraag naar voorspellingen, prognoses en wat dies meer zij. Heffernan beschrijft hoe drie Amerikaanse economen – Irving Fisher, Roger Babson en Warren Persons – eind negentiende eeuw, ieder met een eigen methode, probeerden de toekomstige ontwikkeling van de economie te analyseren. Ze beweerden dat met natuurwetenschappelijke nauwkeurigheid te kunnen doen. Toen in 1929 de beurs in elkaar klapte, hadden twee van de drie dat niet zien aankomen. Alleen zwartkijker Babson kreeg gelijk, omdat hij al jaren een crash voorspelde.

Andere systemen of methodes om de toekomst te kennen, falen net zo goed. Het gebruik van analogieën met het verleden gaat mis, omdat er altijd verschillen én overeenkomsten zijn, wat volgens Heffernan niet betekent dat de bestudering van geschiedenis nutteloos is. Het komt erop neer dat een complexe wereld niet te reduceren is tot een economisch model, een ideologie of een simplistische vergelijking met het verleden.

Wat werkt dan wel? Heffernan is een groot voorstander van experimenten als „pragmatische manier om de toekomst te onderzoeken.” De voorbeelden waarmee ze zo’n stelling onderbouwt, haalt ze overal vandaan: van een actrice die op hogere leeftijd King Lear speelt tot een ecologische boerderij. Die breedte is verrassend, maar wekt ook de indruk van een hapsnapcollectie aardige anekdotes. Ook lijkt ze een voorkeur te hebben voor geslaagde experimenten en mislukte voorbeelden te negeren.

In het kader van vernieuwing en experimenten komt ook het Nederlandse bedrijf Buurtzorg van Jos de Blok voorbij, een veel genoemd voorbeeld van een nieuwe manier van werken, met teams die zelf bepalen wat ze doen.

Lees ook: De toekomst is niet weg, de plannen zijn weg

‘Kathedraal-projecten’

Naast experimenteren zoekt ze mogelijkheden om de ‘niet in kaart gebrachte’ toekomst te verkennen bij de kunsten – kunstenaars volgen immers geen gebaande paden.

Het idee dat de toekomst onkenbaar is, hoeft mensen er niet van te weerhouden grote projecten te beginnen. Maar die moeten niet rigide opgezet worden. Ze wijst onder andere op de wetenschappelijke organisatie CERN met zijn deeltjesversneller, en het onderzoek van het menselijk genoom. Ze noemt dat ‘kathedraal-projecten’, waarvan ook Gaudi’s onvoltooide kathedraal in Barcelona een voorbeeld is. Onderling vertrouwen en een sterke band met de omgeving zijn essentieel voor dit soort projecten.

Flexibiliteit tonen en tegelijk vasthouden aan bepaalde waarden is essentieel voor het overleven van organisaties. Dat deed Nokia volgens haar. De voormalige wereldleider in mobiele telefoons werd na een zware dip leverancier van netwerkapparatuur.

Lees ook dit essay over de toekomst na corona: Dit is het moment om keuzes te maken voor de wereld na corona

Schriftelijke oorvijg

Heffernan heeft een hekel aan technologische toekomstvisies. Vertrouwen op technologie – of het nu de algoritmes van Amazon en Netflix zijn of de route-aanwijzingen van de navigatie – maakt mensen dommer en slaafs. Bedrijven die apparaten proberen te bouwen die voor mensen beslissen, zijn de grootste bedreiging voor een menselijke toekomst, schrijft ze.

Transhumanisten, mensen die hun leven het liefst tot het oneindige willen verlengen door technologische foefjes, krijgen van haar een schriftelijke oorvijg. Ze hebben niet begrepen wat leven inhoudt, en dat de dood daarvan een belangrijk onderdeel is.

In dit boek over de toekomst wordt niet gezegd hoe die eruit zal zien; die is immers nog niet in kaart gebracht. Dat lijkt bescheiden, maar je kan het ook verfrissend vinden, gezien de hoeveelheid claims die al wel op de toekomst zijn gelegd.

Heffernan biedt adviezen hoe met de onzekerheid en complexiteit om te gaan. Haar voornaamste tip: toon veerkracht. Ga niet op zoek naar een nieuw, vastomlijnd model, maar onderzoek, observeer, discussieer en betrek daar zoveel mogelijk mensen bij.

Een open blik op de toekomsten (in meervoud) is nodig. Er is immers niet één toekomst die al vaststaat. En met die toekomsten kan het nog alle kanten op. Overigens schrijft ze wel dat met „rationeel optimisme” vooruitgang te bereiken valt. Zo neemt ze dan weer wat afstand van de open houding die ze bepleit.

Ofschoon Heffernan de toekomst niet wil voorspellen, lijkt ze toch een vooruitziende blik te hebben. Haar boek, dat ze afrondde voor de coronacrisis, besteedt meerdere keren aandacht aan epidemieën.