Tweeëneenhalf rondje in een stadspark – het Amstelpark in Amsterdam – kun je natuurlijk geen wandeling noemen, maar het gaat om het idee. Twan Huys (56) is een „gepassioneerd wandelaar” en schreef daar een boek over, Wandellust. Dus wandelen zullen we. Hij op beigekleurige schoenen, ik ernaast met de telefoon op opnamestand in de hand. Onverwacht en onvoorzien, zegt hij, komt zijn boek precies op het goede moment. Nu Nederlanders veel thuiswerken en niet naar de sportschool mogen, lijkt wandelen nóg populairder dan het al was. „Iedereen doet het.” Hij heeft in elk geval nog nooit zoveel lezersreacties gekregen, en zijn boek is binnen een maand toe aan de derde druk. „Dus ik ben vrolijk.”
Twan Huys schrijft over de zeventien wandelingen die hij het afgelopen jaar maakte dwars door Nederland, steeds met iemand anders. „Ik ben geen alleenwandelaar.” Met Rowwen Hèze-zanger Jack Poels gaat hij naar de Peel, een natuurgebied in Limburg waar ze beiden als kind speelden. Schaapherder Susanne Schraven vergezelt hem in de Leuvenumse bossen en met schrijver Geert Mak loopt hij door het Friese Gaasterland.
Zou nieuwsgierigheid de verkoop van zijn boek ook een beetje hebben geholpen? Misschien hoopt de lezer wel dat Twan Huys, tussen de stappen door, een onthulling doet over waarom de talkshow waaraan hij zijn naam had verbonden vorig jaar voortijdig stopte. RTL Late Night trok te weinig kijkers en Twan Huys zelf kreeg te veel kritiek. Zijn overstap van de publieke naar de commerciële omroep – door een tv-deskundige Bert van der Veer betiteld als ‘de transfer van 21ste eeuw’ – liep uit op een teleurstelling. De ophef die ermee gepaard ging, was enorm – het einde van het programma was de opening van het NOS Journaal, fotografen lagen tot diep in de nacht voor zijn voordeur. „Ik was gewend beoordeeld te worden op wat ik doe, niet op wie ik ben.”
Bets en Frits Huys
Hij is een wandelaar, zegt hij. Altijd geweest. Zijn ouders hebben het hem geleerd. Bets en Frits Huys, beide 86 jaar oud, voormalig leraar Engels en huisvrouw, namen hem elk weekend mee de natuur in. „Ik ging mee omdat het moest en omdat er niks anders te doen was. Ze lokten me met een pannenkoek na afloop.” Het plan om te gaan wandelen en al lopend zijn ouders te interviewen sluimerde al langer. „De grap was dat zij dan met mij mee moesten.” Een onmogelijk plan toen hij nog alle doordeweekse dagen een televisieprogramma maakte, z’n redding toen dat abrupt werd stopgezet. De uitspraak ‘wandelen is het beste medicijn’ (van Hippocrates) werd het motto van zijn boek.
Precies twee keer maakte hij met zijn ouders een lange tocht, een in Zuid-Limburg en een in Schoorl. „Toen zeiden ze: dit tempo houden we niet vol. Zoek maar iemand anders.” Achteraf misschien ook maar goed. „Ik vind hun levensverhaal heel interessant, maar voor buitenstaanders is het te particulier.” Petites histoires zijn het, zegt hij, geen grote drama’s, totaal niet spectaculair. Hij vertelt over zijn moeder, slagersdochter, oudste van zeven kinderen. Tijdens de oorlog zat ze weken in de kelder, haar ouderlijk huis langs de Maas lag in de Duitse vuurlinie. „Ze zal 8 of 9 zijn geweest. Er werd een granaat naar binnen gegooid. Iedereen moest naar buiten. De lijken lagen langs de weg.” Behoorlijk spectaculair toch? „Dat vroeg ik ook. Of dat geen traumatische gebeurtenis was voor haar.” Maar? „Nou ja, nee. Ze zei dat ze er nooit in die termen over nadacht. Toen niet en later niet.” Zijn ouders, zegt hij, zijn overal op een fijne manier doorheen gecruiset. „Ze hebben hun kinderen een fantastische opvoeding gegeven. Een tien, vinden mijn zus en ik.”
Dertig man per week interviewen
Hij wandelde door met anderen, en voerde gesprekken die door „buitenlucht en natuur” ontdaan leken van „ijdelheid en ego”. Wandelen en interviewen tegelijkertijd, zegt hij, was een verademing. „Al het artificiële van een tv-interview valt weg. Geen mensen om je heen, niet de druk om binnen acht minuten to the point te komen en het gesprek weer netjes af te hechten.” Was het te zwaar soms, vijf avonden in de week een talkshow? „Een land door een crisis leiden, dát is zwaar. Ik wist waar ik aan begon. Ja, je werkt in een noodtempo, maar ik vond dat leuk, spannend.” Noodtempo? „Nou ja, reken maar uit. Vijf à zes gasten per uitzending, maal vijf. Grosso modo interview je dertig man in een week.” Dat is veel. „Het went. Talkshowhost David Letterman heeft ooit gezegd dat hij op vrijdag niet meer wist wie de gasten van maandag waren.”
Een fazant vlucht de struiken in. Twan Huys stopt even bij een veld vol wilde hyacinten. „Blue bells.” Hij vertelt over de allereerste wandelingen die hij kort na de laatste uitzending maakte. Hij logeerde bij vrienden in New Hampshire. „Vlak bij hun huis is een bos. Daar, op een heuveltop, is een Thais boeddhistisch klooster. Naast de oprijlaan ligt een rots met de inscriptie: It’s like this.” Het bleek een uitspraak van een van de boeddhistische leraren en nu is het min of meer zijn lijfspreuk. Aha, vertaal ik losjes: het is zoals het is. „Nee, nee. Dat klinkt alsof je nergens meer controle over hebt. Het is meer: zie de dingen zoals ze zijn. Niet zoals je wilt dat ze al of niet zijn.”
De talkshow is onder een ongelukkig gesternte geboren
Elke interviewer, zegt hij, interviewt deels óók zichzelf. „Je zoekt antwoorden op vragen die je ook jezelf stelt.” Hoe krabbelden anderen op na een grote klap? Journalist Caspar Janssen, die hij nog kende van de school voor journalistiek in Tilburg, vertelde hem dat hij na de dood van zijn dochtertje alleen nog over de natuur wilde schrijven. Met cabaretier Herman Finkers sprak hij over diens burn-out. „Kun je wel stoppen met je werk als er zoveel mensen afhankelijk zijn van je talent? Prinses Irene kon hem uit ruime ervaring vertellen hoe het voelt om publiekelijk bespot te worden.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/03/data42105202-52b75b.jpg)
Zijn talkshow, zegt hij, is onder een ongelukkig gesternte geboren. „Van begin af aan was de publiciteit negatief.” Maar daar zal je hem verder niet over horen piepen. „Kritiek hoort erbij, voorbeelden genoeg in de televisiegeschiedenis.” Mies Bouman, de Linda de Mol van destijds, die de overstap maakte naar een andere omroep. „Stápels haatpost kreeg ze. Stront door de brievenbus. Na drie uitzendingen is ze ermee gestopt.” Sonja Barend. Die hoefde niet eens van omroep te wisselen om door Jan Blokker in de Volkskrant voor „gratenkut” te worden uitgemaakt.
Grote uitglijer
De omroepbazen, schrijft hij in het voorwoord, wilden een ambitieus, informatief programma, zonder de eindeloze rij televisiesterren uit eigen stal. Maar toen de kijkers wegbleven, verschenen de sterren alsnog. Werd het programma te licht om door hem te worden gedragen? „Ik verzet me tegen het beeld van een man in pak die een keurig nieuwsprogramma presenteert en die je dus niet tegenover Patty Brard mag zetten.” (De laatste afleveringen van Late Night zat Patty Brard naast hem, als sidekick.) „Mijn belangstelling is heel breed. Politiek, wetenschap, entertainment. Kijk maar naar de line-up van College Tour.” Een door hem bedacht en gepresenteerd interviewprogramma. Nobelprijswinnaar Desmond Tutu, voetbaltrainer Louis van Gaal, fotomodel Doutzen Kroes. „Als iemand jong is, succesvol, en nog geen grote uitglijer heeft gemaakt, ja, dan is er minder drama dat het gesprek interessant maakt. Maar ik heb totaal geen moeite met lichtere onderwerpen.”
Even niet opletten en we zijn het park al uit gelopen. Aan de overkant van de weg staat een bankje aan het water. De eenden in het gras slapen onverstoorbaar door als we er plaatsnemen. Verwacht niet dat een jaar wandelen hem aanzette tot diepgravende analyses over wat er misging en waarom. Daar was hij ook niet op uit, zegt hij. „Bij een vechtscheiding weet je achteraf ook niet wie er precies waarvoor verantwoordelijk is.” Eindeloos wroeten in de oorzaken, vindt hij alleen maar zelfkwelling. Liever dan stilstaan bij de kwaal waarvan hij herstellen moest, verheugt hij zich over de genezing die het medicijn bewerkstelligde. „Ik heb rust. Door het wandelen is mijn leven vertraagd, dat is de grootste revelatie.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/02/data55390550-5f3776.jpg)
Het is geen wedstrijd, zegt hij, maar wat hij heeft meegemaakt, valt in het niet bij wat sommigen in zijn boek ondervonden. „Met de beste bedoelingen begon ik aan een groot avontuur. Het is niet gelukt. Jammer. It’s like this.” Hij heeft duidelijk nagedacht over een passende vergelijking. „De aandacht voor mij en het programma is als parfum. Even heel heftig, maar snel vervlogen.” Zo snel dat hij na RTL Late Night zó weer een nieuwe talkshow had kunnen presenteren. Welke televisiebaas hem daarvoor vroeg, zegt hij niet, maar wel dat hij ervoor bedankte.