Optimisme is de nieuwe vijand in de coronacrisis. Want het gevoel dat de strijd tegen het virus wordt gewonnen is prettig, maar meteen problematisch: het kan leiden tot gemakzucht – en dus tot een nieuwe golf besmettingen. Een duivels dilemma dat premier Mark Rutte (VVD) vorige week een diepe zucht ontlokte tijdens een persconferentie. „Ik wil zielsgraag zeggen: er kan weer veel meer. Tegelijk is dat ook heel eng en gevaarlijk.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/05/data57773474-a5f756.jpg)
Een dilemma dat de komende weken nog veel groter kan worden. Tot nu bleven burgers en bedrijven over het algemeen binnen de grenzen van de coronaregels, vaak zelfs meer dan officieel nodig werd geacht – winkels hoefden niet dicht, maar veel, zoals de Ikea en Bijenkorf, gingen dat wel. Toch kan het snel weer drukker op straat worden, als meer winkels weer opengaan en mensen meer durven. Wat als de grenzen van de regels nu wél worden opgezocht? Wat als er meer mensen zelfs overheen gaan? Rutte zei woensdag na afloop van het ministeriële crisisberaad dat de naleving van de coronamaatregelen „toch wat lijkt te verrommelen”. De „zwaarbevochten ruimte” in het dagelijkse leven kan ook weer verdwijnen, zei hij. „Blijf zoveel mogelijk thuis.”
Eigen verantwoordelijkheid
Anders dan Frankrijk of Spanje heeft Nederland tot nu toe niet gekozen voor strenge handhaving van de coronaregels. Het kabinet roept op tot veel thuisblijven, maar laat het aan de burger zelf om dit al dan niet te doen. „Deze hele crisis runnen we met 17 miljoen mensen”, zei Rutte ook woensdag weer.
Aan die nadruk op eigen verantwoordelijkheid kleven nadelen. „Mensen hebben dan de ruimte om informatie te vermijden of te betwisten”, zegt crisiscommunicatie-expert Noud Bex. Maar het alternatief – straffen – is ook niet aantrekkelijk, zegt Bas van den Putte, hoogleraar gezondheidscommunicatie aan de Universiteit van Amsterdam. „Straffen werkt niet op de lange termijn, tenzij er een hoge pakkans is en dat zou alleen in een politiestaat zijn vol te houden.”
Dat de aanpak van het kabinet uiteindelijk werkte, was te ‘danken’ aan de angst, zegt Van den Putte. „De situatie was nieuw en dat leverde angst en onzekerheid op. Het toverwoord is intrinsieke motivatie. Men moet er zelf van overtuigd zijn dat het goed is om de maatregelen te volgen.”
Nederland bleef thuis, maar hoelang nog? Nu het aantal doden en ziekenhuisopnames aan het dalen is, lijkt de druk ervan af. „Die goede cijfers maken mensen minder gemotiveerd”, zegt Van de Putte, tevens lid van de Adviesraad Corona Gedragsunit, die het RIVM helpt gedragsregels op te stellen.
Abstract
Wat het extra lastig maakt om de motivatie hoog te houden: de schadelijke effecten van de maatregelen – economische neergang, eenzame ouderen – worden direct gevoeld, terwijl de positieve effecten minder goed zichtbaar zijn. Van den Putte: „Al die mensen die níét op de intensive care terecht zijn gekomen door de maatregelen, zie je niet.” En maatschappelijk mag het coronavirus er dan inhakken, als ziekte voelt het vaak nog wat abstract. Van den Putte: „Veel mensen kennen niemand die het virus gehad heeft. Dat maakt het ver weg.” Het kabinet moet daarom constant burgers blijven overtuigen en duidelijk maken „dat het weer mis kan gaan”.
Het tekent de spagaat waarin Rutte zit. De premier wil graag wat vrijheid bieden, maar moet tegelijkertijd streng blijven. Want wat als soepelere maatregelen na een paar weken de situatie toch weer erger blijken te hebben gemaakt?
Crisismanagement is ondankbaar werk, zegt Bex. Je bent niet aan het bouwen, maar aan het voorkomen dat de zaak instort. „Het gaat in dit soort situaties om het beperken van de schade en daar ga je geen applaus voor krijgen, zeker als het lang gaat duren.”