‘Laten we even een pas op de plaats maken”, dacht Deirdre Carasso, directeur van Stedelijk Museum Schiedam toen haar museum half maart de deuren moest sluiten. Veel andere musea gingen direct online tentoonstellingen en rondleidingen organiseren, maar Carasso wilde eerst uitzoeken waar mensen in deze crisis behoefte aan hebben. „Veel Schiedammers zijn niet aangesloten op onze digitale kanalen. Hoe kunnen we hen toch bereiken? We zijn weliswaar ook een landelijk museum, maar in deze crisis kijk je toch als eerste naar je directe omgeving. Wat kunnen wij doen voor de stad?”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/04/data57375350-75ebb7.jpg)
Drie weken later kwam het Schiedams museum met een oproep aan plaatselijke kunstenaars om troostkunst te maken: een schilderij, tekening of sculptuur die een moment van troost kan bieden in de coronacrisis. „De reacties waren overweldigend”, aldus Carasso. Binnen 48 uur hadden vijftig kunstenaars zich aangemeld. Ze stuurden binnen een week een afbeelding van een werk, variërend van een foto van een ‘bakkie troost’ (Aldo Hoeben) tot een geschilderde groene kat (Jacques Tange). Van alle inzendingen liet het museum affiches drukken, die Schiedammers achter hun ramen kunnen hangen. „Binnen een paar dagen hebben we al bijna duizend bestellingen, uit heel het land. In Schiedam brengen we de posters zelf langs. Onze vrijwilligers staan te trappelen om iets te kunnen doen.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data57388212-895d19.jpg)
Met het project wil het museum kunstenaars een steuntje in de rug bieden – iedere deelnemer krijgt een honorarium. Carasso heeft zo’n 17.500 euro beschikbaar, met dank aan het De Groot Fonds en het Fonds Schiedam Vlaardingen. „We krijgen ook veel vragen van mensen die de originele werken graag willen kopen. Dat zijn extra inkomsten voor de kunstenaars. En we hebben ansichtkaarten van enkele werken laten maken, om de kunstenaars financieel te steunen. Die kunnen mensen voor 15 euro per set kopen.”
Hart onder de riem
Kunstenaars worden financieel hard getroffen door de coronacrisis, ziet ook Meta Knol, directeur van het Leidse Museum De Lakenhal. „Ze verdienden sowieso al weinig en hebben daardoor vaak geen buffer kunnen opbouwen. Ook zijn ze sterk afhankelijk van opdrachtgevers.” Om hen toch een hart onder de riem te steken, heeft de Lakenhal het jonge Leidse kunstenaarscollectief ROEM gevraagd om een maand lang de impact van de coronacrisis in kaart te brengen. Voor de opdracht heeft het museum 12.000 euro vrijgemaakt.
Net als Carasso wilde ook Meta Knol niet meegaan met de hype van online tentoonstellingen. „We wilden niet het zoveelste museum zijn dat digitale leukigheid brengt. Die eerste impuls hebben we heel snel de kop ingedrukt.” In plaats daarvan heeft het museum ervoor gekozen om de twaalf kunstenaars van ROEM de vrije hand te geven. „Het is een open opdracht. Allemaal reageren ze vanuit hun eigen perspectief op de maatschappelijke veranderingen. Zo is iemand bezig meubels te ontwerpen waar je coronaproof mee uit eten kunt. Een andere kunstenaar onderzoekt wat het gemis van lichamelijk contact met je doet. Maar ook het virus zelf is een onderwerp: hoe ziet dat er visueel uit, met al die gekke zuignapjes?”
Voor ROEM is de opdracht een godsgeschenk, beaamt woordvoerder Marissa Karlas, die als beeldhouwer nu alternatieve gezichtsmaskers aan het ontwerpen is. „Door de coronacrisis raakte ons collectief direct in de problemen. Opdrachten gingen niet door, en het werd lastiger om aan de voorwaarden van al verkregen subsidies te voldoen, omdat veel van onze activiteiten uit events bestaan. We hebben onze zomerexpositie moeten cancellen. Terwijl we juist in deze tijd heel sterk de urgentie voelen om te maken.”
Door de opdracht van De Lakenhal kan de zomertentoonstelling, zij het in gewijzigde vorm, toch doorgaan. Hoe de resultaten straks getoond gaan worden, weet Karlas nog niet precies. „We denken aan een avontuurlijke stadswandeling, waarbij je onze coronakunst onderweg tegenkomt. Die kun je dan vanaf half mei in Leiden gaan volgen, en voor mensen in quarantaine ook op onze site.”
Troost bieden
Juist nu zouden musea, maar ook particulieren, moeten investeren in kunstenaars, vindt Meta Knol. „Kunstenaars kunnen ons met andere ogen naar de werkelijkheid laten kijken. Het ervaren van kunst kan je blik verruimen, je even uit de dagelijkse realiteit tillen of troost bieden. In deze bijzondere tijd krijgt dat opeens een grote urgentie. Iedereen die het zich kan veroorloven, zou nu kunst moeten kopen. Er moet een nieuw mecenaat opstaan.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/04/data57554691-dcf4c4.jpg)
Solidariteit zal in de toekomst nog belangrijker worden, zegt ook Deirdre Carasso. „De cultuursector vormt een fragiel ecosysteem. We zullen veel meer moeten gaan samenwerken, ook met andere disciplines. Kunnen wij als musea bijvoorbeeld iets voor de theaters doen? Zij hebben een ander verdienmodel en zijn door deze crisis nog harder getroffen dan wij.”
Intussen heeft Carasso nog een tweede opdracht beschikbaar gesteld uit het aankoopbudget van haar museum. „We hebben de Schiedamse fotograaf Margi Geerlinks gevraagd het dagelijks leven in Schiedam tijdens de coronacrisis in beeld te brengen. Ze fotografeert thuisonderwijs, buurtwinkels, gaat op bezoek bij genezen coronapatiënten, legt begrafenissen vast. Medewerkers van ons museum gaan met haar mee en tekenen de verhalen op.” Ook van dit project ligt de uitkomst nog niet vast. Een boek, een tentoonstelling? „De vorm moeten we nog bedenken. Dat is van later zorg. Eerst maar eens vastleggen wat er nu gebeurt.”