Mij werd uit de woorden van premier Mark Rutte deze week duidelijk dat de maatschappij binnenkort waarschijnlijk een nieuwe prangende vorm van schaarste kent: de publieke ruimte en het openbaar vervoer. Bij alle vragen die Rutte kreeg over waarom de corona-maatregelen niet wat losser kunnen, waarom de sportscholen niet open mogen, of de middelbare scholen, of een paar horecagelegenheden die wél zijn ingericht op anderhalve meter afstand houden, zoals een strandtent met een uitgiftepunt achter plexiglas en een ruim terras (vraag van Geert Wilders), begon Rutte over zijn zorg dat er dan teveel mensen op elkaar zouden botsen, in steegjes of in het openbaar vervoer en zo het virus toch weer teveel gaat rondwaren.
Wij Nederlanders zijn gewend om ons samen te proppen in steegjes, treinen en bussen. ‘Even een stukje doorlopen in het gangpad alstublieft!’ Een dichtbevolkt land, nietwaar. Eigenlijk was er dus al schaarste, zie ook de files die er elke werkdag stonden, maar dat was niks vergeleken bij de anderhalvemetersamenleving. Dan gaat het ov misschien wel op rantsoen.
Het openbaar vervoer wordt de bottleneck van de anderhalvemetersamenleving. Als we afstand moeten houden in metro, trein en bus, kunnen er veel minder mensen mee. Nog maar een kwart van de aantallen reizigers voor de crisis, zegt de branchevereniging van ov-bedrijven.
Maar wie mag er dan mee? Stel dat de samenleving stukje bij beetje meer vrijheid krijgt: wie geef je dan voorrang en waarom? Dat zorgpersoneel en andere cruciale beroepen voorrang krijgen, ligt voor de hand. Maar daarna wordt het lastig. De middelbare scholier of de consultant? Dat moet het kabinet bepalen, zeiden de ov-bedrijven vrijdag in NRC. Er moeten tijdslots komen, een reserveringssysteem en een verbod op niet-noodzakelijke reizen.
Het verdelen van schaarste is iets waar economen veel over nadenken. Het Centraal Planbureau is een project gestart dat gaat over de nieuwe ov-schaarste. „Je kunt kijken naar mechanismes waar economen ervaring mee hebben: beprijzen, veilen en rantsoeneren. In combinatie met voorrang voor specifieke groepen of gebruik,” zegt directeur Pieter Hasekamp.
Behalve het verdelen van ov-plekken, zouden de modellen van het CPB wellicht ook de economische effecten van die verdeling duidelijk kunnen maken. Even absurd gesteld: wat als je moet kiezen tussen het openen van middelbare scholen en de horeca? Wat betekent dat voor de economie nu (horeca) en straks (scholieren zijn onze toekomstige beroepsbevolking)?
De uitkomsten zijn uiteraard niet heilig, maar wel nuttig voor de afwegingen die het kabinet moet maken. Die worden niet minder complex als de samenleving langzaam meer ruimte krijgt. Want er speelt zoveel meer mee dan het virus en de economie. Ook welbevinden: huiselijk geweld, kwetsbare jongeren, eenzame ouderen. Daarom is het voorstel van CU-leider Gert-Jan Segers zo interessant. Hij wil naast het medische Outbreak Management Team een Impact Management Team oprichten, met een econoom, een gedragswetenschapper, een ethicus en een psycholoog. Segers ziet veel van deze afwegingen als ethische. Wat zijn de leidende waarden daarbij, vroeg hij aan Rutte. Een terechte vraag. En wie weet komen in zo’n team ook creatieve ideeën los, zoals alleen uit eten mogen in je eigen postcodegebied.