Verstegen & Stigter organiseert samen met NRC jaarlijks de vertaalwedstrijd Nederland Vertaalt. Op 3 januari van dit jaar publiceerde NRC vier vertaalopgaven met een uitnodiging aan lezers van de krant om vertalingen in te sturen. Dat leverde ruim 500 inzendingen op.
Wij geven u hieronder de namen van de genomineerden in de vier categorieën: Engels, Frans, Duits en Spaans, en de vijf genomineerde vertalingen van de Franse vertaalopgave. Op de Vertaaldag, die plaatsvindt op zaterdag 22 augustus in gebouw De Nieuwe Liefde in Amsterdam worden de vier winnaars bekendgemaakt.
Op de Vertaaldag wordt een selectie uit de vertalingen besproken in werkgroepen onder leiding van de jury’s die de inzendingen hebben beoordeeld. Parallel aan de vertaalwerkgroepen vindt een lezingenprogramma plaats, met als sprekers onder anderen: Marjoleine Boonstra, Paulien Cornelisse, Ann de Craemer, Nynke Laverman, Frits van Oostrom en Annelies Verbeke
Toegangskaarten voor de Vertaaldag kosten € 60,- (deelname programma, koffie/thee en uitgebreide borrel). NRC-lezers betalen € 45,-. Het is mogelijk in te schrijven voor het lunchbuffet à € 17,50 per persoon. U ontvangt de NRC-lezerskorting door bij aanmelding de kortingscode NV10NRC te gebruiken.
Voor informatie en aamelding: kijk hier.
Genomineerden Nederland Vertaalt 2020
Engels-Nederlands
Ben Geuzendam
Peter Groenveld
Gerard Klooster
Lenie Meelen
Jan-Wouter Zwart
Frans-Nederlands
Joep Arons
Azing Boonstra
Conny ten Brink
André Jorg
Thom van Rossum
Duits-Nederlands
Pleuni Depmann
Ria Herkelman
Erik Honders
Arnold Hoven
Oda Visser
Spaans-Nederlands
Annelies van der Esch
Gerard Klooster
Gertie Marinus
Jan Oldenziel
Vertaalcollectief El Nudo
Nederland Vertaalt 2020
Frans-Nederlands
Vertaalopgave
Menuet (Francis Jammes, 1868-1938)
Les violes grincent,
Et les clavecins.
Dans le salon bleu, les marquis très minces,
Les dames nu-seins,
Avec des roideurs de marionnettes
Muettes
Font un menuet
Muet.
Ô têtes poudrées!
Les larges yeux noirs,
Près du foyer clair aux larges flambées,
Sont vos purs miroirs:
Sur ces miroirs noirs de perruques roses
Se pose
Un miroitement
Charmant.
Dans le parc bleuâtre
Où pleure un jet d’eau,
Du salon dansant, on peut voir s’ébattre
Des robes Watteau.
Pour fuir les galants, grimpent aux échelles
Des belles,
Laissant voir leurs bas
D’en bas.
Monsieur de Voltaire
Est d’un grand talent.
Il fait avec goût les rimes légères,
Et, voûté, tremblant,
Avec son visage aux rides de pomme,
Cet homme,
Cet homme est vraiment
Charmant.
(Uit: Oeuvre poétique complète, tome 1, 1891-1919, p.55. J&D Editions, Biarritz, 1995)
Genomineerde vertalingen
1. Joep Arons
Menuet
Bij ’t tingelend klavecimbel
En krassende violen
Dansen slanke Markiezen
Met mooie Frivolen
In de blauwe salon
Stilzwijgend
Menuetten
Als marionetten
O, gepoederde gezichten
Ze lijken in het vlammend vuur
Nog zo vlekkeloos puur
Koolzwarte ogen schitteren
Als spiegels van de ziel
Waarboven roze pruiken
Doen ontluiken
Flonkerende
Betovering
Tijdens de dans in de salon
Schijnt in het park de blauwe zon
Waar de fontein haar tranen spuit
Dagen Watteau–japonnen
Hitsige baronnen uit
De jonge schonen
Vluchten ladders op in bomen
Waar ze hun kousen tonen
Aan hen die onder staan
In de nabije serre
Zit de oude Voltaire
Die bevende bultenaar
Met rimpelige appelwangen
Raakt menig gevoelige snaar
Met zijn lichtvoetige gezangen
Die man, die man
Waarachtig tovenaar
2. Azing Boonstra
Menuet
Knerpende vedels spelen zacht
Geleid door de clavecinist
Knokige markiezen dansen in pauwendracht
Met dames, hun borstjes opgedist,
Houterig als een marionet
Menuet
Zwijgend wegen zij hun kans …
Reverence.
Ogen, groot en donker,
In poederwitte facaden
Die met geheimzinnige flonker
In flakkerend haardlicht baden.
Die spiegels, omlijst door weelderige krullen,
Onthullen
Iets dat niet echt kan zijn
Schone schijn
Buiten de balzaal, onder de maan,
Spuit droevig een fontein.
Daar ziet men dartelende jurken gaan
In vaalblauwe schijn.
Kuis gekousd, klimmend in bomen, tonen
De schonen,
Vluchtend voor de graaierij,
Een dij.
Daar zit Voltaire langs de kant
Schrijft rijmen scherp en licht
Met kromme rug en bibberhand
Zijn oog in het doorgroefd gezicht
Dat feilloos observeert
Genadeloos fileert.
Een man die mijn hart echt verovert
Betovert.
3. Conny ten Brink
Menuet
De viool krast schraal,
Het spinet speelt mee.
Chique markiezen, in de blauwe zaal,
Dames in decolleté,
Dansen een houten-klazen-menuet
Nu net
Deftig, ik meen het
Nu net.
Gepoederd gezicht,
Ogen zwoel en zwart,
Door de vlammen in de haard aangelicht,
Zijn de spiegels van uw hart:
In deze spiegels glanst en twinkelt het
van pret.
O zachte glanzing…
Bekoring!
Buiten in het bos
Rond de waterbron,
Gaan de mooie dames helemaal los
In Watteau-japon.
Klimmen in een boom, geven donjuans
Geen kans,
Zicht op een jarretel
Dat wel.
Groot schrijver Voltaire
Is bekend alom.
Hij pent lichte poëzie met veel flair,
En, broos, zijn rug krom,
Met een gezicht als een verweerde peer,
Mijnheer,
Mijnheer, ocharme,
Heeft charme.
4. André Jorg
Menuet
Snerpende vedelen,
Spinetten doen mee
In de blauwe salon dansen iele edelen,
Dames met diep decolleté,
Met de stramheid van ’n stille
Marionet,
Een stil
Menuet.
Oh, die gepoederde hoofden!
De gesperde donkere ogen.
Bij de haard waar de vlammen niet doofden,
Die uw spiegelbeeld tonen mogen:
In die spiegels, zwart van roze pruiken,
Zie je
Een schitterende glitter
Ontluiken
In het park met zijn blauwe glans
Waar de fonteinen vloeien,
zie je vanuit de zaal in een dans
Watteaujaponnen stoeien
Om aan haar aanbidders te ontkomen
Klimmen ze in de ladders, die schonen,
Zodat ze met haar kousen onder de rokken,
De blikken lokken.
Voltaire, de dorpsseigneur
Is heel begenadigd.
Maakt lichtvoetige verzen vol kleur,
En beverig, krom van de jicht,
Met zijn appelgerimpeld gezicht,
Is die man iemand
Is die man waarlijk een charmant
Iemand.
5. Thom van Rossum
Menuet
Bij het kreunen der violen en
De klank der klavecimbels
Dansen slanke markiezen in de blauwe salon
En hun dames in diep uitgesneden japon
Stijf bewegend als een stemloze marionet
De strofen van een menuet
Zonder klanken neergezet.
O gij wit gepoederde pruiken
In die ogen, groot onpeilbaar,
Daar bij de haard waar de vlammen ontluiken
Wordt ge uw pure beeld gewaar.
Die spiegels, zwart onder roze krullen
Onthullen
Met hun glans
Een gracieuze stralenkrans.
In het vaalblauwe parkgazon
Waar waterstralen spartelen,
Ziet men vanuit de danssalon
Watteau-japonnen dartelen.
Om aan hun vrijers te ontkomen
Gaan zij de trappen op, die schonen
Zodat men steels van onderen
Hun kousen kan bewonderen.
Meneer de Voltaire,
Om zijn talenten vermaard
Dicht gaarne zijn verzen, zo fijnbesnaard.
Hij beeft en zijn rug is krom
Zijn gerimpeld gelaat toont de ouderdom.
Toch blijft die man, mijn beeld gestand,
Charmant.