Een app die helpt te bepalen of je vandaag met de bus of trein mag, of niet. Over zo’n reserveringssysteem wordt serieus nagedacht, omdat er vanwege het coronavirus straks veel minder ruimte is in het ov. Dat zeggen betrokkenen rond een ambtelijke werkgroep die met ov-bedrijven nadenkt over mobiliteit in de anderhalvemetersamenleving.
Als de anderhalve meter gehandhaafd blijft, dan kan het aantal reizigers in het openbaar vervoer hooguit een kwart bedragen van de aantallen vóór de crisis. Dat zegt woordvoerder Pedro Peters van OV-NL, de branchevereniging van ov-bedrijven. „Op dit moment is dat 10 tot 15 procent. De groeiruimte is dus minimaal.”
Dus kies maar wie die ene stoel krijgt: de student die tentamen moet doen, de verpleegkundige zonder auto, de scholier die tien kilometer van school woont, of de dochter die bij voor haar oude vader zorgt.
Het opengaan van de basisscholen, in mei, legt naar verwachting nog niet al te veel druk op het ov. Maar met elke volgende versoepelingsmaatregel komt het openbaar vervoer voor een nieuw en complex verdelingsvraagstuk te staan. Dinsdag waarschuwde minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid, CDA) de Tweede Kamer dat „elke versoepeling van de maatregelen tot een toename kan leiden van het gebruik van de openbare ruimte en het gebruik van het openbaar vervoer”.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/03/data56857626-070157.jpg)
Inmiddels is er vanuit het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een werkgroep opgericht met ov-bedrijven en reizigersorganisaties die dit vraagstuk moet bespreken.
Want het vrijblijvende karakter van nu – met de oproep om geen bus of trein te nemen als het niet noodzakelijk is – voldoet straks niet meer, zegt Peters van OV-NL. „Dat kan alleen met tijdslots en een verbod op niet-noodzakelijke reizen. Het kabinet zal moeten aangeven wie wanneer mag reizen.” Hij krijgt bijval van reizigersvereniging Rover en werkgeversorganisatie VNO-NCW. „De overheid geeft straks aan wat kan en mag”, zegt een woordvoerder van VNO-NCW.
Rantsoeneren
De openbare ruimte, in het vervoer en op straat, wordt de komende tijd zo’n schaars goed dat zelfs de economen van het Centraal Planbureau er al over nadenken, vertelt directeur Pieter Hasekamp van het CPB. „Je kunt kijken naar mechanismen waar economen ervaring mee hebben: beprijzen en rantsoeneren, in combinatie met voorrang voor specifieke groepen en gebruik.”
Het is denkbaar om gewilde trajecten en tijden in het ov duurder te maken. Schaarste in de trein wordt al beprijsd op internationale trajecten en door de dalurenkorting, zegt ov-specialist Oded Cats. Hij is directeur van het Smart Public Transport-lab van de TU Delft, dat samenwerkt met vervoersbedrijven. Toch heeft dat een belangrijk nadeel, aldus Cats. „Het dagelijkse verkeer via het ov is een basisbehoefte. Die dienst maak je dan minder beschikbaar voor mensen die het niet kunnen betalen.”
Prioritering is denkbaar, zegt hij. „Zoals voorrang voor vitale beroepen, of speciale daluren voor kwetsbare personen.” Een reserveringsapp kan snel geïntroduceerd worden, denkt hij. „Die technieken worden al veel gebruikt bij vervoer op afroep. De meeste ov-aanbieders zouden zo’n app wel willen introduceren.”
Ook de leden van Rover staan hiervoor open, blijkt volgens directeur Freek Bos uit een peiling. „Technisch is zo’n reserveringsapp mogelijk. Het is alleen de vraag hoe dekkend die is. Houdt zo’n app ook rekening met overstappen, bijvoorbeeld?”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data56823060-409559.jpg)
Onderzoeker Cats denkt dat handhaving lastig zal zijn. „De uitdaging is niet de techniek, maar het gedrag van mensen.” Bij de toegangspoortjes van grote stations zou iedereen geweerd kunnen worden die geen geldige reservering op zijn ov-chipkaart heeft. Maar bij kleinere stations of in de stadsbus is dat lastig.
Het ministerie van Justitie kijkt mee met de ambtelijke werkgroep over het anderhalvemeter-ov. „Buschauffeurs, machinisten en conducteurs moeten weten waar ze aan toe zijn”, zegt Peters van OV-NL. „Je ziet nu al dat het chagrijn onder passagiers toeneemt. Als je passagiers gaat weren, kun je dat niet aan het personeel van de vervoersbedrijven overlaten. Dat is een overheidstaak. Dat moet wel geregeld zijn.”
Op het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat circuleert nog een scenario dat politiek gevoelig ligt: het scenario waarin passagiers dichter dan die anderhalve meter bij elkaar komen. In de bus is het bijna onmogelijk om die afstand te houden. De gangpaden zijn te smal, en de bussen zijn te klein om passagiers gescheiden in- en uit te laten stappen. Het RIVM heeft van het kabinet de opdracht gekregen om de veiligheidsrisico’s van versoepeling in kaart te brengen en daarover te adviseren, zeggen zowel Pedro Peters als Freek Bos.
Touringcars
Hoe dan ook: er zullen harde keuzes gemaakt moeten worden, want de alternatieven zijn beperkt. Misschien dat er nog touringcars als bussen ingezet kunnen worden. Maar het spoor- en metronet waren voor de crisis al zwaar bezet. Ook aan het stimuleren van fietsen en wandelen zit een grens. Al snel staan fietsers op een kluitje te wachten bij rood licht.
De auto in, dan maar? Wie puur naar de cijfers kijkt, ziet dat het kan. Van alle reizen in Nederland werd in 2019 slechts 6 procent met het openbaar vervoer gemaakt. Die reizigers kunnen in principe de weg op. Maar onderzoeker Cats somt direct de bezwaren op. „Niet iedereen heeft de beschikking over een auto.” Bovendien, zegt hij, leert de ervaring dat mensen die eenmaal zijn overgestapt op de auto, daar straks aan vasthouden. „En dat geeft weer verkeersopstoppingen en vervuiling.”