Hij zag in iedereen een verhaal

De laatste bladzijde In deze rubriek elk weekeinde een necrologie van iemand die recent is overleden. Rik Kuethe (1942-2020) begon als diplomaat en eindigde als journalist. ‘Duizend keer leuker.'

Rik Kuethe (rechts) op de bruiloft van prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven. Op de rug gezien: Caroline, de vrouw van Rik Kuethe.
Rik Kuethe (rechts) op de bruiloft van prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven. Op de rug gezien: Caroline, de vrouw van Rik Kuethe.

Rik Kuethe was vaak verliefd. „De secundaire arbeidsvoorwaarden van een grote verliefdheid zijn dikwijls zo uitstekend. Je wordt zo breed als een grote rivier, geen grassprietje ontgaat je”, schreef hij in zijn fraaie ondergangsroman De zaakgelastigde (1994). Dochter Florine Kuethe geeft de voorkeur aan het woord verliefderig. „Mijn vader kon zich net zo goed verliezen in een framboos als in een vrouw. Hij had verliefdheden op allerlei niveaus.”

In De zaakgelastigde raakt Kuethes alter ego, de diplomaat Willem van Driel, begin jaren tachtig tijdens zijn stationering in Sri Lanka, tegen het decor van etnische moord op Tamils door Singalezen, ten prooi aan een drievoudige crisis: beroepsmatig, echtelijk én buitenechtelijk. Van Driel beseft „aan alle borden op verlies te staan”. Later tekende Kuethe onder zijn eigen naam op hoe het hem daarna verging: na terugkeer in Nederland raakte hij ‘in verval’. Huwelijk in duigen, conflict met Buitenlandse Zaken over het lot van de Tamils, grote liefde die bij haar echtgenoot bleef. Hij zat aan de grond.

Zijn verrassende doorstart op 43-jarige leeftijd als journalist bij Elsevier was zijn redding, aldus jeugdvriend, studiegenoot en oud-ambassadeur Alexander Heldring. „Hij was zielsgelukkig dat hij die kans kreeg. Bij Elsevier hoefde hij alleen maar te schrijven.” Dochter Florine: „Hij zei altijd dat hij als journalist tien keer minder verdiende dan als diplomaat maar duizend keer leuker werk had.”

Rik Kuethe in 2011.

Frederik Philip Kuethe werd op 1 februari 1942 geboren in Laren, als oudste van zes kinderen. Zijn vader was advocaat. Zijn moeder, een verloskundige, kwam uit een familie die fortuin had gemaakt in Nederlands-Indië. Kunst en schoonheid speelden een belangrijke rol in het gezinsleven. Zijn moeder had een exotische bloementuin, zijn vader maakte films.

„Hun villa had een grote kelder”, herinnert Alexander Heldring zich. „Die was deels ingericht als bioscoop. Met vrienden keken we er naar films van zijn vader.” Een van die vrienden was klasgenoot Hans Wiegel, met wie Rik elke dag naar het gymnasium in Hilversum fietste. Wiegel was eind 1953 van Amsterdam naar Laren verhuisd: „Ik was een Amsterdams jongetje, praatte plat. Ik kende niemand in Laren. Rik heeft mij daar doorheen geholpen. Dat hij mij meenam naar huis maakte indruk. Ik kwam uit een eenvoudige familie, mijn vader had een meubelmakerij.”

Na het gymnasium aarzelde Rik tussen journalistiek en rechten. Onder druk van zijn familie werd het rechten. Tijdens zijn studie leerde hij Caroline Langeveld kennen, met wie hij trouwde en drie dochters kreeg. Het buitenland lonkte. Als diplomaat was Kuethe onder meer gestationeerd in Nigeria, Spanje en Sri Lanka. Hij was misschien niet op zijn plaats als diplomaat, maar de dienst verbreedde wél zijn blik.

Voor Elsevier was hij algemeen verslaggever. Als correspondent van het weekblad bereisde hij alle continenten. Hij bewonderde de politieke cultuur van de Verenigde Staten, schreef boeken met levensschetsen van presidenten en ministers van Buitenlandse Zaken.

Eigen stijl

Tijdens lunches en diners van de Amerikaanse ambassade in Den Haag in de jaren 90 nam hij als nestor van het journalistieke gezelschap steevast het woord. Er zat structuur in zijn speeches, waarin hij eerst om begrip vroeg voor het Amerikaanse standpunt in de laatste crisis, om vervolgens stil te staan bij D-Day en Marshallhulp. De conclusie was altijd dat we Amerika dankbaar moesten zijn en blijven.

Arendo Joustra, hoofdredacteur van Elsevier, roemt Kuethes journalistieke vakmanschap: „Rik was het tegendeel van een snob, hij had oog voor iedereen met een verhaal. Daarbij kon hij mooi schrijven, hij had een eigen stijl. Hij had een hoofd als een computer, kon snel en makkelijk associëren. En hij was een vraagbaak over taal.” Kuethe bleef tot zijn dood op 78-jarige leeftijd aan Elsevier verbonden. Joustra: „Mensen zeiden soms tegen mij: wat aardig van je, dat je dat doet. Niks aardig. Rik heeft tot het einde full swing meegedraaid.” Joustra stond ook aan de basis van zijn laatste boek, Het badpak van mevrouw Bos (2017), een alternatieve autobiografie in de vorm van levensschetsen van 52 mensen die hem hadden getroffen als ‘tegemoetkomend verkeer op de levensweg’.

Zoals meer Nederlanders, voelde Kuethe zich persoonlijk beledigd door de verkiezing van Donald Trump tot president. Zijn bewondering voor Amerika wankelde. Toch bleef het land aan hem trekken. ‘De dood van Fred Tinkle’ uit de non-fictiebundel De eeuwige drenkeling (2013) beschouwde hij als zijn beste verhaal. Daarin laat Kuethe zich door een aan aids lijdende parkwachter rondleiden door Savannah, Georgia. Op een begraafplaats met uitzicht over de stad, stuit hij op de grafsteen van de dichter Conrad Aiken, met daarin gebeiteld de tekst: Cosmos Mariner. Destination Unknown. Kuethe: „Cosmos Mariner – niet slecht als motto voor de laatste reis.”