De staat stopt definitief met het fraudebestrijdingssysteem SyRI. De rechter oordeelde in februari dat het systeem in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en haalde er een streep door. Tegen die uitspraak gaat de staat niet in beroep, heeft staatssecretaris Tamara van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, VVD) donderdag aan de Tweede Kamer laten weten. Er wordt een nieuw systeem ontwikkeld.
Het was de bedoeling dat SyRI allerlei instanties zou helpen fraude met de sociale zekerheid op te sporen. Het systeem maakte daarvoor gebruik van risicoprofielen en gegevens uit verschillende bronnen die aan elkaar gekoppeld werden. De rechter oordeelde dat de staat een systeem mag bouwen om fraude tegen te gaan, maar dat de impact van zo’n systeem wel in verhouding moet staan tot de problemen die het verhelpt. Dat was bij SyRI niet het geval, luidde het oordeel: in de wetgeving die SyRI mogelijk maakte waren onvoldoende waarborgen opgenomen voor de privacy van burgers. De precieze werking van het systeem was bovendien zo ondoorzichtig dat zelfs de rechter die naar eigen zeggen niet goed kon controleren.
Niet effectief
SyRI wordt al een tijdje niet meer gebruikt en als er nieuwe aanvragen komen, zullen die worden afgewezen, schrijft Van Ark in haar brief. Ze wijst erop dat de rechter heeft gezegd dat het op zich wel legitiem is om „nieuwe technologieën” te gebruiken voor de fraudebestrijding. Om ervoor te zorgen dat dat kan én er voldoende privacywaarborgen voor burgers zijn, zegt Van Ark op zoek te gaan naar een alternatief. Ze heeft daarover ook contact met onder andere het UWV, de gemeenten en de Belastingdienst. Hoe een nieuw systeem eruit zal kunnen zien, deelt ze pas later met de Kamer.
SyRI sneefde door een rechtszaak die was aangespannen door een aantal maatschappelijke organisaties, waaronder vakbond FNV en Privacy First, en auteurs Tommy Wieringa en Maxim Februari die ook voor NRC schrijven. Het was opnieuw een voorbeeld van een rechterlijke uitspraak waarin de overheid wordt teruggefloten. Hoewel de staat daar in de Urgenda-uitspraak over de klimaatdoelstellingen nog principieel tegen zei te zijn, ziet zij er in in het geval van SyRI dus toch vanaf om verder te procederen. Daarin speelde ook mee dat dit systeem volgens Van Ark „niet bewezen” heeft „efficiënt en effectief [...] en van meerwaarde” te zijn in de fraudebestrijding.