Het coronavirus maakt nu vooral slachtoffers in rijke landen, maar veel ernstiger gevolgen dreigen voor arme landen. Het WFP, de voedselhulporganisatie van de Verenigde Naties, sloeg deze week groot alarm over dreigende voedseltekorten onder miljoenen mensen in met name Afrika en het Midden-Oosten.
Directeur David Beasley zei tegen de VN-Veiligheidsraad dat dit jaar ook zónder het coronavirus „de grootste humanitaire crisis sinds de Tweede Wereldoorlog” dreigt. Dit door de vele conflicten, natuurrampen als de sprinkhanenplaag in oostelijk Afrika en veranderende weerpatronen. Door de uitbraak van het coronavirus dreigt deze situatie verder te escaleren, waarschuwde hij. Veel landen staan „aan de rand van een hongerpandemie” die kan leiden tot „hongersnoden van bijbelse proporties”.
Het WFP voorziet dat het aantal mensen met levensbedreigende honger aan het einde van dit jaar bijna kan zijn verdubbeld. Los van de coronacrisis gingen er al 820 miljoen mensen elke avond met honger naar bed en hadden er 135 miljoen voedselhulp nodig. Zonder ingrijpen loopt dat laatste aantal dit jaar op naar 265 miljoen. In het slechtste scenario, zo schetst Beasley, als het WFP de dertig miljoen mensen die het meest van hulp afhankelijk zijn niet kan bereiken, kunnen er gedurende drie maanden dagelijks 300.000 mensen sterven, los van de doden die het virus veroorzaakt. In meer dan dertig landen kan er hongersnood ontstaan.
Vooral mensen die in conflictgebieden of vluchtelingenkampen wonen en al verzwakt zijn, dreigen te bezwijken aan toenemende voedseltekorten. Het WFP noemt met name het noordoosten van Nigeria, Zuid-Soedan, Syrië en Jemen, maar ook Congo, Afghanistan, Venezuela, Ethiopië, Soedan en Haïti.
Landen die sterk afhankelijk zijn van geïmporteerd voedsel, zoals Somalië, of die hun inkomsten zien instorten, zoals olieproducent Angola, lopen eveneens een groot risico. Kinderen zijn weliswaar veel minder vatbaar voor het coronavirus dan volwassenen, maar zij zijn wel het meest kwetsbaar voor ondervoeding.
Geen inkomsten meer
In deze crisis kunnen tekorten op twee manieren ontstaan. In de eerste plaats kunnen lockdowns, grensrestricties en uitval van menskracht de keten van productie, transport, verwerking en handel in levensmiddelen verstoren. Ook raken mensen hun inkomsten kwijt, waardoor ze voedsel dat wel beschikbaar is, niet kunnen betalen.
Of het echt zo desastreus zal uitpakken als het WFP schetst, is onduidelijk, zegt Thea Hilhorst, hoogleraar humanitaire studies aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. „Het belangrijkste kenmerk van de coronacrisis is onzekerheid. We weten bijvoorbeeld nog niet hoe het virus zal huishouden in Afrika. De een zegt dat het kan meevallen, onder meer omdat de bevolking jong is. Een ander wijst dan weer op het relatief hoge percentage aan ondervoede mensen, die een zwakkere gezondheid hebben.” Ook is het afwachten welke oplossingen mensen in het vaak grote informele deel van de economie zullen vinden, zegt Hilhorst. „Als voedselketens worden onderbroken, gaat een deel van de mensen misschien weer meer eten lokaal verbouwen.”
Het WFP kan dus niet goed voorspellen wat er zal gebeuren, maar „ze zouden wel gek zijn als ze zich niet zouden voorbereiden om op te schalen, en vérder op te schalen als dat nodig blijkt”, aldus de hoogleraar. Het WFP zegt zo veel mogelijk voorraden naar distributiepunten te brengen zolang de aanvoerroutes open zijn. Naar verwachting lopen de kosten dit jaar met 2 miljard dollar op. Donoren is gevraagd om toegezegd geld vervroegd over te maken. Van een ander hulpverzoek, dat de VN in maart deden, is pas een kwart binnen.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/04/data57196156-2ece42.jpg)