‘Newme’, heten de robots. Van afstand bestuurde kapstokken op wielen waar een afstudeertoga en academische baret aan hangen, en een tablet met het vrolijke gezicht van een afstuderende student. Anno 2020 is dit de meest persoonlijke diploma-uitreiking waartoe de ‘Better Business Universiteit’ van Tokio in staat is. Vanwege de voortrazende pandemie.
Lockdown heet de opening van het zesde seizoen van Netflix sciencefictionserie Black Mirror waarin iedereen een ‘New Me’ nodig heeft. Een contactloze Me. Het is een vertrouwde én bizarre realiteit die ‘showrunner’ Charlie Brooker ons ditmaal voorschotelt. Black Mirror werd populair door sociale en technologische trends uit te vergroten en te combineren met een pessimistisch mensbeeld. Maar recentelijk leken Brookers oude obsessies – tirannie van sociale media, virtuele realiteit, AI, het kopiëren van bewustzijn – wat uitgemolken. Dit seizoen slaat een veelbelovende nieuwe richting in: de epidemiologie.
De diploma-uitreiking aan de ‘Better Business Universiteit’ van Tokio.
Want wij zien het eigenlijk al jaren aankomen, zijn er mentaal op voorbereid na eerdere, korte paniekgolven rond sars, ebola of vogelgriep. Het kriebelt in ieders achterhoofd: eens komt ‘The Big One’, het virus dat het leven net zo gaat ontwrichten als de Spaanse griep ooit deed. Dat lijken opgestapeld in koeltrucks worden afgevoerd naar massagraven.
Het briljante van Lockdown is evenwel: zover komt het niet. Niet helemaal. We zijn te goed georganiseerd. Maar waar dat dan weer toe leidt? Black Mirror projecteert een relatief milde pandemie in een postindustriële wereld die na een kwart eeuw internet vrijwel volledig contactloos kan functioneren. Alleen uit nostalgie en kudde-instinct komen wij nog samen op festivals en in sportstadions. Strikt genomen is dat niet nodig, zoals seks strikt genomen niet meer nodig is voor de voortplanting. Een wereld in continue quarantaine is dus een reële optie – waar we ons wellicht bij neerleggen als ons leven in gevaar is.
In Lockdowns ‘brave new world’ wordt die gedachte op een vanzelfsprekend lugubere manier uitgewerkt. Samenscholingen en bijeenkomsten zijn verboden, scholen, fabrieken, bars, restaurants en theaters zijn dicht, in het hart van voorheen krioelende wereldsteden grazen herten. In het ene land mogen burgers hun huis helemaal niet uit zonder documenten, elders dragen ze vrijwillig mondkapjes en houden anderhalve meter afstand: de besmettingszone. Wie te dichtbij komt, wordt op sociale media aan de schandpaal genageld of per drone gemaand afstand te houden. Bejaarden – zij lopen verhoogd risico – leven en sterven in isolement en worden stilletjes begraven.
Pingpongbal met zuignapjes
Het draait dus om een virus, en hier laat Black Mirror steekjes vallen. Zo’n virus vernoemen naar het Mexicaanse biermerk Corona is weinig smaakvol en de visualisering schiet tekort: het virus oogt als een rode pingpongbal met zuignapjes. Dat dit via vleermuis en schubdier gemuteerde virus zich via de wildvleesmarkt van de Chinese miljoenenstad Wuhan over de wereld verspreidt is een cliché: zoiets werd eerder vertoond in rampenfilm Contagion (2011). Het riekt ook licht naar racisme.
Maar het dient een doel. In Lockdown – een uit de gevangeniswereld overgewaaide term – leveren burgers vrijwillig hun rechten in en sluiten zichzelf op. Landen sluiten de grenzen, vliegverkeer ligt stil, leiders geven elkaar de schuld, alles versobert stukje bij beetje. Black Mirror focust op het jonge stel Josh en Liz. Tot voor kort reislustig en sociaal – in flashbacks zien we ze uitgelaten op een dancefestival en in een vliegtuig richting zonvakantie – die al maanden in eigen huis zijn opgesloten. Hun contacten ‘verglazen’ tot laptop en tablet, ook hun twee kinderen krijgen zo onderwijs. ‘Cabin fever’ dreigt, de liefde van Josh en Liz zucht en kreunt onder groeiende irritatie en een gevoel van gemis nu de terugkeer naar normaal steeds verder achter de horizon verdwijnt. Presidenten en premiers – een deel heeft zichzelf al dictatoriale volmachten toegeëigend – praten namelijk over een permanente ‘anderhalvemetersamenleving’. Er zijn verplichte apps in de maak om burgers altijd en overal in de gaten te houden.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/12/usscali2.jpg)
Black Mirror maakt niet de fout deze pandemie terug te brengen tot een simpel complot, een designvirus van deze of gene regering of bedrijf. Dan zou het de harde vragen uit de weg gaan die Lockdown stelt. Is de angst voor controleverlies en de dood zo groot dat een intelligent groepsdier vrijwillig in een kistdier verandert? Of is onze vrijheidsdrang zo groot dat we voorheen vanzelfsprekende menselijke solidariteit eraan opofferen?
Het coronavirus veroorzaakt namelijk bij het gros van de besmettingen hooguit klein ongemak; vooral ouderen lopen de slopende, langdurige longziekte Covid-19 op. Alleen voor hen gaat de wereld dus op slot. Bij Josh en Liz kookt irritatie over hun grote aantal, bevoorrechte positie en eigendunk langzaam over.
Het begint met de slogan ‘OK Boomer’, maar als een talkshowgast suggereert dikke, ongezonde tachtigers geen medische zorg te geven, richt hun blik zich onwillekeurig op buurman Edward, een irritante pensionado.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/12/data22739539-889890.jpg)
Verdragen onze sociale banden een pandemie? Die vraag beantwoordt Black Mirror huiveringwekkend plausibel in Lockdown, waar bestaande trends van sociale afstandelijkheid en virtueel contact in een stroomversnelling raken en voor onze ogen een verrassende nieuwe wereld ontstaat. En of die ‘Brave New World’ een utopie of dystopie is mag u zelf bepalen. Schoner en veiliger, dat zeker. Saaier en onvrijer, dat ook. Een antiseptische wereld in spaarstand. Je nekharen gaan ervan overeind staan. Dit zou zomaar kunnen gebeuren.