Analyse

Ministerie kleunt mis met appathon

Corona-app Zeven partijen mochten dit weekend een corona-app presenteren, die onder grote druk was ontwikkeld. Geen enkele was goed genoeg.

Experts zaterdag tijdens de appathon op het ministerie van Volksgezondheid.

Experts zaterdag tijdens de appathon op het ministerie van Volksgezondheid.

Foto Marco de Swart

Een kritisch rapport van KPMG over de informatieveiligheid van de voorstellen, de landsadvocaat die zegt dat niet kan worden vastgesteld of een van de voorgestelde apps voldoet aan de privacywetgeving, halve of geen gedeelde broncode en negen geconsulteerde experts die inmiddels hun handen van het selectieproces aftrokken; te gehaast, te chaotisch, te veel fundamentele vragen.

Er is veel aan te merken op de zoektocht van het ministerie van Volksgezondheid naar slimme technologie die moet helpen bij de bestrijding van het coronavirus – die dit weekend eindigde in een tweedaagse ‘appathon’, waarbij de overgebleven voorstellen onder hoog tempo verbeterd moesten worden. De afvalrace begon ruim een week geleden in hoog tempo; 750 ondernemers reageerden in het paasweekend op de oproep van het ministerie om „slimme digitale oplossingen” aan te leveren. Drie dagen later waren er zeven over. De voorkeur is duidelijk: slechts één voorstel bevatte niet direct een contact- en traceerapp gebaseerd op bluetooth, waarmee vrijwel elke telefoon uitgerust is.

De laatste ontwikkelingen rondom het coronavirus leest u in het liveblog.

Het is de hoop van de overheid dat zo’n app in de volgende fase van de bestrijding van het coronavirus een wezenlijke bijdrage kan leveren aan het bronnen- en contactonderzoek van de GGD. Door de wijde verspreiding van Covid-19 is het reguliere GGD-onderzoek ontoereikend. Een app kan een belangrijke rol spelen om dit onderzoek „in ere te herstellen”, zei minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid, CDA) zaterdag tegen NRC. Zonder app blijft Nederland mogelijk langer op slot. Haast is geboden. Bewegingsvrijheid inperken is óók een rigoureuze maatregel, zei de bewindsman.

Die haast zette een belangrijke voorwaarde voor het slagen van een contact- en traceerapp op het spel: draagvlak. Zonder de medewerking (dwang sloot De Jonge dit weekend uit) van het merendeel van de Nederlanders zijn er te veel zwarte plekken en blijft het coronavirus ongrijpbaar voor iedere app – hoe goed of slecht die ook werkt.

Privacyorganisatie Bits of Freedom beëindigde de samenwerking met het ministerie vanwege „het moordende tempo”, ook omdat er veel op het spel staat.

De haast wreekte zich tijdens de appathon, toen zondag een datalek bij één van de voorstellen opgemerkt werd door RTL Nieuws. „Binnen een half uur werd ons gevraagd onze broncode te uploaden”, zegt ontwikkelaar Sander de Vries. Er kwam per ongeluk ook een interne database mee.

‘Extreem onder druk’

Het is makkelijk de appathon te bekritiseren door de gemaakte fouten. Filmpjes die niet goed starten, beeldverbindingen die niet werken. En de opgelegde tijdslimieten steken schril af tegen de potentiële impact die een corona-app op het dagelijkse leven kan hebben. „Dit is de professionaliteit die je krijgt als je mensen extreem onder druk zet”, zegt IT-expert Brenno de Winter.

Tegelijk heeft de overheid zich nog nooit zo publiekelijk via livestreams in de kaart laten kijken bij een groot IT-project. Nederlandse softwareontwikkelaars, verenigd in Code For NL, spraken zondag in een verklaring van „een uniek moment”. „We denken dat dit een aanzet is tot een model dat in de toekomst, zij het onder minder hoge druk” kan leiden „tot een optimale samenwerking tussen overheid en maatschappij”.

De kritiek op het selectieproces met een duidelijke voorkeur voor een contact- en traceerapp met bluetooth blijft. Onduidelijk blijft hoe nauwkeurig die techniek is, zegt De Vries. Ook de landsadvocaat concludeerde dat het risico op vals-positieven bij geen van de apps voldoende wordt ondervangen. Voor half mei hebben Apple en Google verbeteringen aangekondigd die bluetooth betrouwbaarder moeten maken voor dergelijke apps. Complexe technologie is niet nodig, denkt De Winter. Praat met de GGD en dan „denk ik dat je tot verrassend simpele oplossingen kan komen.”