De eerste reacties op de toezegging van 300 miljoen euro aan steun van minister Van Engelshoven (Cultuur, D66) voor „culturele instellingen die van vitaal belang zijn” voor de kunstsector zijn relativerend en positief, een voorlopige oplossing. Zoals Jan Zoet, voorzitter van belangenvereniging Kunsten92, het stelde: een noodzakelijke maatregel die gaat voorkomen dat kunstinstellingen snel gaan omvallen. Maar er wordt ook gesteld dat de miljoeneninjectie de kloof in de kunstsector vergroot tussen gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde organisaties en kunstenaars.
De 300 miljoen euro is bestemd voor „het ophogen van de subsidies” voor instellingen die rijkssubsidie ontvangen en voor instellingen en festivals die een „meerjarige” subsidie krijgen van zes rijkscultuurfondsen, schrijft de minister. Maar, zegt Arjo Klingens van de Popcoalitie (een samenwerkingsverband van een groot aantal organisaties uit de pop- en dancemuziek): „Van Engelshoven is geen minister van gesubsidieerde instellingen, ze is minister van de hele cultuur. Het woord ‘cruciaal’ voor de kunst valt in haar plan en dan valt de popmuziek daar niet onder. Dat is onbegrijpelijk.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data57388212-895d19.jpg)
Het slechtste advies
De popwereld is „erg teleurgesteld”, zegt Klingens. „Er komt weinig geld voor de popmuziek beschikbaar, terwijl de nood hoog is. Er is terecht veel aandacht voor zzp’ers, maar in de popsector bestaan ook talloze bedrijven die nu in gevaar zijn.”
De grotendeels ongesubsidieerde popsector wordt verhoogde leenmogelijkheden voorgehouden in het plan van de minister. Klingens: „Geld lenen is zo ongeveer het slechtste advies wat je in deze omstandigheden kan geven. Mijn advies is om daar geen gebruik van te maken. Het is uitstel van executie.”
Arjen Stuurman van Theaterbureau Hummelinck Stuurman is één van de vrije theaterproducenten die geen geld krijgt, maar wel meer geld zou mogen lenen van de minister. Dat is voor hem geen optie. „De leningen voor vrije producenten zoals ik zijn verzachtend voor de bedrijven die deze fase toch al overleven. Maar dan moet je wel eerst je verlies kunnen compenseren, anders red je het sowieso niet. Dat lukt niet met een lening.” Bovendien, zegt hij, zijn er musicalproducenten die zoveel geld investeren dat ze niet zijn geholpen met een extra lening van een ton. „Voor ons deel van de kunstsector heeft de minister geen oog.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/04/data57375350-75ebb7.jpg)
Een deceptie
Het optreden van minister Ingrid van Engelshoven noemt hij „een deceptie”. „Voor de gesubsidieerde instellingen is 300 miljoen een prima bedrag om voorlopig te overleven. Maar het Rijksmuseum hoefde zich toch al geen zorgen te maken. Niemand laat dat museum omvallen. Maar vrije producenten gaan failliet.”
Caroline Cartens, van het Platform voor Freelance Musici, bekritiseert dat zzp’ers en flexwerkers „opnieuw buiten de boot vallen”. „Velen kunnen alleen aanspraak maken op drie maanden bijstand en zijn verder werkeloos. Wij maken ons sterk voor een uitbreiding van de generieke maatregelen, zoals laatst bij een amendement voor taxichauffeurs.”
De waardering voor de minister is het grootst in de brancheorganisaties met veel gesubsidieerde organisaties. Namens de Museumvereniging noemt directeur Miriam Moll het „fijn” dat de minister „de noden in de cultuursector erkent”. Gabbi Mesters, directeur van de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties, heeft respect voor het werk van de minister. „Dit is een goede eerste stap, die de waarde van kunst en cultuur onderstreept. Het is ook een belangrijk signaal richting andere overheden, de gemeentes.”