„Wat Zweden goed doet”, zegt econoom Lars Jonung, „is dat niet iederéén thuis blijft, maar vooral degenen die gevaar lopen.”

Foto Andres Kudacki/AP

Interview

‘We zijn bezig harakiri te plegen. We overreageren’

Lars Jonung | Econoom Het coronavirus richt veel meer economische schade aan dan de Zweedse econoom Lars Jonung in 2006 voorspelde. „ Dat alles plat zou komen te liggen hadden wij niet voorzien.”

Toen Lars Jonung in januari hoorde dat het coronavirus zich ook buiten China begon te verspreiden, dacht hij meteen: „Aha, dit is hem dan.” Jonung (75) is een Zweedse macro-econoom die in 2006, toen hij voor de Europese Commissie in Brussel werkte, met een Duitse collega een rapport schreef over de economische impact die een pandemie in de Europese Unie zou hebben. Hun conclusie was dat de economie in het beste geval met 1,6 procent zou krimpen, en in het ergste geval met 4,1 procent. Na drie, vier maanden zou de groei snel weer aantrekken.

Jarenlang lag dat rapport in een la, vertelt Jonung via WhatsApp vanuit zijn zomerhuis in Osterlen, waar hij met zijn vrouw in vrijwillige quarantaine zit. „We schreven dat rapport toen de vogelgriep de kop opstak. De Wereldgezondheidsorganisatie waarschuwde dat we ons moesten voorbereiden op een grote grieppandemie, die de hele wereld op een dag kon raken. In Brussel vroegen we ons natuurlijk af wat dat voor de Europese economie zou betekenen. Dus bestudeerden mijn collega en ik drie eerdere pandemieën: de Spaanse griep van 1918, de Aziatische griep van 1957 en de Hongkong-griep van 1968. We gebruikten ook een rapport van de Congressional Budget Office in de VS, uit 2005. Ons rapport ging uiteindelijk een la in omdat er sindsdien wel epidemieën zijn geweest als sars en ebola, maar geen echte mondiale pandemie.”

De economische ravage is nu veel groter dan u voorspelde. Het IMF berekent al 7,5 procent krimp voor de eurozone. Heeft u zich vergist?

„Ja, omdat we twee dingen niet voorzien hadden. Ten eerste dat de beurzen zulke harde klappen zouden krijgen. Dat beschadigt het financiële systeem en dus het bedrijfsleven, dat geen geld kan lenen en schulden niet kan afbetalen. Het tweede was dat ongeveer heel Europa op slot zou gaan. Daarom is wat er nu gebeurt erger dan ons worstcasescenario destijds. Véél erger. In Canada en Duitsland zijn in 2006 vergelijkbare onderzoeken gedaan, die tot min of meer dezelfde conclusies kwamen als wij. De Duitse studie, van het economisch onderzoeksinstituut RWI, voorspelde 1,1 tot 3,3 procent krimp. De Canadezen waren opgewekter en hielden het op minder dan 1 procent krimp. Dat we nu harakiri zouden plegen, had niemand destijds kunnen verzinnen.”

Is dit een vergissing?

„Ik vrees van wel. We overreageren.”

Uw rapport ging ervan uit dat een derde van de bevolking ziek wordt, dat van de zieken 2,5 procent sterft, en dat alle besmette Europeanen drie weken thuis moeten blijven.

„Ja. We hanteerden ongeveer de percentages van de Spaanse griep in 1918. In ons worstcasescenario zou 0,75 procent van de Europese bevolking sterven. In sommige sectoren, zoals horeca en toerisme, voorspelden wij een neergang van 80 procent. Transport zou met 67 procent afnemen, evenals culturele en sociale evenementen. Maar industrie, bouw en landbouw krimpen bij ons maar 10 procent. Dat alles plat zou komen te liggen en dat lockdowns zo lang zouden duren, hadden wij niet voorzien.”

Waarom niet?

„Je neemt aan dat beleidsmakers nuchtere kosten-batenanalyses maken, dat ze sociaal-maatschappelijke belangen afwegen tegen economische, en dat ze dan tot rationele beslissingen komen. Dat gebeurt in veel landen niet. Wat we wel zien, zijn desperate politici die daadkrachtig en sterk willen overkomen, die burgers opsluiten en hun vrijheden afnemen. Sommige regeringen, zoals de Hongaarse, gebruiken de pandemie zelfs als excuus om dat te doen. Het enige land waar dit niet gebeurt, is Zweden. Terecht, naar mijn mening.”

Je neemt aan dat beleidsmakers nuchtere kosten-batenanalyses maken

Lars Jonung econoom

Om economische redenen?

„Deels. Maar er spelen meer dingen. Zweden is dunbevolkt. Je kunt uren wandelen zonder iemand tegen te komen. Kinderen gaan hier na hun eindexamen op kamers. In Italië blijven ze vaak bij hun ouders wonen. Als ze ziek zijn, steken ze hun ouders sneller aan.”

Heeft Zweden gewoon geluk?

„Kijk, er is maar één manier om het virus te stoppen: ophouden met ademen. Als je iedereen thuis zet, rem je besmettingen af. Maar zodra je de deur weer openzet, kan het virus zich opnieuw verspreiden. Wat Zweden goed doet, is dat niet iederéén thuis blijft, maar vooral degenen die gevaar lopen. Mensen zoals ik.”

Ligt het Zweedse dodental niet hoger dan in andere noordelijke landen?

„Ja. Misschien zeggen we over vier, vijf jaar, terugkijkend, dat we sommige dingen beter hadden moeten doen. Feit blijft dat het virus behalve bij ouderen maar bij twee andere groepen hard heeft toegeslagen: bij rijken die hebben geskied in de Dolomieten, en bij migranten. In migrantenwijken bij grote steden leven mensen dichter op elkaar en komen boodschappen van de overheid minder goed aan.”

U bekritiseert de lockdowns. Maar de helft van de Europeanen is ouder dan 43 jaar. Een derde zit in de risicogroep van zestigplussers. Als Europa minder vergrijsd was, was de druk op regeringen om het land plat te leggen dan kleiner geweest?

„Misschien. Maar ik heb geen restricties. Die heb ik ook niet nodig. Het recht op bewegingsvrijheid is vastgelegd in de Zweedse grondwet. Daar kan de regering zelfs in een noodtoestand niet aan tornen. Maar omdat ik niet ziek wil worden, blijf ik gewoon thuis. Mijn vrienden doen hetzelfde. We zwaaien naar elkaar. We appen. Iedereen neemt zijn verantwoordelijkheid.”

Uw rapport voorspelde snel economisch herstel. Hoe gaat dat er nu uitzien?

„Elk land probeert nu restricties op te heffen, maar deze pandemie hakt er zo diep in dat snel opveren moeilijk wordt. Werkloosheid, faillissementen – al die ontwikkelingen die volgens ons beperkt zouden blijven, staan nu robuust herstel in de weg.”

Dat klinkt pessimistisch.

„Ik mag klinken als een koele, berekenende econoom, maar ik ben juist realistisch en optimistisch.”