Vrijgesproken? Dan moet Google dat wel laten zien

Vergeetrecht Google Spanje moet de vrijspraak van een psycholoog voortaan bovenaan de zoekresultaten tonen. Goed nieuws voor onschuldigen met besmet blazoen.

Illustratie Midas Son

Belastingregels, ziekteverschijnselen, motoren. Voortdurend vragen we Google naar de meest relevante informatie over allerlei onderwerpen. We scannen de eerste tien resultaten en klikken dan op één van de bovenste links. Of we klikken niks aan en gaan af op de eerste twee regels onder de resultaten. Zo googelen we ook personen – sollicitanten, dates, klanten. In een mum van tijd tovert Google een profiel op ons scherm. Handig, maar problematisch als dat profiel achterhaald is, zoals in het geval van de Spaanse psycholoog Miguel Romero Déniz.

Jarenlang was hij verdachte van misbruik in een proces waar Spaanse media gretig verslag van deden. Hij zou seksuele relaties aangeknoopt hebben met patiënten – tegen hun zin. 27 jaar cel hing hem boven het hoofd. Toen hij vrijgesproken werd, dacht hij van alle blaam gezuiverd te zijn. Niets bleek minder waar. Wie hem googelde, kreeg in de eerste acht resultaten enkel artikelen over de aanklachten voorgeschoteld. Pas het negende linkje meldde zijn vrijspraak. Romero Déniz deed zijn beklag bij de AEDP, de Spaanse Autoriteit Persoonsgegevens. Dit agentschap droeg Google in 2017 op de zoekresultaten voorgoed te blokkeren, op de link over vrijspraak na. In beroep besloot een Spaanse rechtbank onlangs milder. Het staat Google vrij alles te tonen, maar de vrijspraak moet voortaan bovenaan.

Lees ook: Naming and shaming voor de kijkcijfers - zo gaat dat in zijn werk

Emiel Jurjens, advocaat bij Kennedy Van der Laan, bestudeerde het vonnis op verzoek van NRC. Hij voerde in maart nog met succes verweer tegen een muzikant die verwijdering of anonimisering eiste van een nieuwsbericht van 7 juli 1999 uit het online archief van de Volkskrant. Daarin wordt de man als organisator van een piramidespel verantwoordelijk gehouden voor het duperen van tientallen inleggers. In België werd hij veroordeeld. Dat de man nog steeds last heeft van de online beschikbaarheid van het artikel, weegt volgens het gerechtshof „niet in voldoende mate op tegen het belang van de krant, en het daarmee gegeven maatschappelijk belang, om een compleet en integer online archief te behouden”. Juist omdat de eiser volgens het Hof een „publiek figuur” is, moet hij zich „meer publiciteit laten welgevallen”. Eerder wees Google al zijn verzoek af om het stuk uit de zoekresultaten te verwijderen. De Nederlandse rechtspraak is de media in dit soort zaken dus goedgezind, maar dat betekent niet dat rechters blind zijn voor uitspraken elders in de EU, zoals Spanje.

Herschrijven geschiedenis

De Spaanse uitspraak over de psycholoog vloeit volgens Emiel Jurjens voort uit het zogeheten Costeja-arrest uit 2014, beter bekend als ‘het recht om vergeten te worden’. Costeja is de naam van een Spaanse burger, Mario Costeja González, die ooit de krant haalde vanwege een rechterlijk beslag. Hij baalde ervan dat Google maar bleef verwijzen naar die informatie. In zijn klacht bij toezichthouder AEPD verzocht hij de krant om die pagina te verwijderen en Google om de verwijzing te wissen. AEPD verwierp de klacht over de krant, maar gaf hem gelijk inzake Google. Het Hof van Justitie van de EU ging daarin mee en merkte op dat Google gezien moet worden als verwerker van persoonsgegevens. Anders dan een krantensite waarop artikelen steeds verder in het archief wegzakken, is Google volgens het Hof een exploitant die persoonsgegevens „geautomatiseerd, onophoudelijk en systematisch” verzamelt en op commando direct ter beschikking stelt aan derden.

„Het ging eigenlijk altijd over de vraag: wel of niet verwijderen. En niet over de rangschikking van de zoekresultaten.”

EU-burgers die zich in hun reputatie aangetast voelen door zoekresultaten die ‘onjuist, irrelevant, niet langer relevant of ongepast’ zijn, kunnen sinds dit arrest een beroep op het vergeetrecht doen. „Het ging eigenlijk altijd over de vraag: wel of niet verwijderen”, legt Emiel Jurjens uit. „En niet over de rangschikking van de zoekresultaten. Voor zover ik kan overzien, was dat ook nooit een secundaire eis, mocht de rechter het verzoek tot verwijdering afwijzen.”

De Spaanse rechter past hier volgens hem voor het eerst één van de zogeheten CNIL-arresten van het Europese Hof van Justitie toe, uitgesproken op 24 september 2019. CNIL is de naam van de Franse gegevensbeschermingsautoriteit. Dit arrest is een vervolg op ‘Costeja’ en gaat onder meer over Google-resultaten die verwijzen naar iemands strafrechtelijk verleden. Bevolen wordt dat die zoekresultaten de ‘actuele gerechtelijke situatie’ moeten weerspiegelen. De link naar de pagina met de meest recente procesinformatie, moet op de eerste plaats staan. „Google hoeft dat nog niet uit zichzelf te doen, maar als het techbedrijf hierop aangesproken wordt, kan het zijn dat de zoekresultaten aangepast moeten worden.”

Lees ook: ‘Vergeetrecht’ wordt op het web lang niet altijd toegekend

Uit ‘Costeja’ volgt dat het ‘recht op vergetelheid’ alleen geldt voor zoekmachines en niet voor de bron, zoals een krant of een nieuwssite. Jurjens: „In onze praktijk zien we echter regelmatig mensen die direct media aanspreken en verwijdering of anonimisering eisen.” Dat wordt doorgaans afgewezen, ook in processen. „De integriteit en volledigheid van archieven zijn van groot publiek belang in een rechtsstaat. Als daar makkelijk aan gemorreld kan worden, zet dit de deur open naar het herschrijven van de geschiedenis.”

Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens bevestigde dit belang van archieven in vaste rechtspraak, benadrukt Jurjens. „Ook de Nederlandse rechter onderstreept keer op keer dat alleen tijdsverloop en vindbaarheid niet voldoende zijn om aanpassing te bevelen. Het publieke belang van betrouwbare archieven gaat in de regel voor het particuliere belang van iemand die stelt door een oud artikel schade te lijden. Dat is niet alleen het juridische toetsingskader, ook vanuit journalistiek ethisch oogpunt is dit de regel. Zie bijvoorbeeld de Leidraad voor de Raad voor de Journalistiek en de NRC Code.”

Meer kans op eerherstel

Google kan nog in cassatie tegen het vonnis. Houdt de uitspraak stand, dan kan deze volgens Jurjens rechters inspireren die zich in Nederland of andere EU-lidstaten over vergelijkbare zaken buigen. Rachid Finge, woordvoerder van Google Nederland, wil daar niet over speculeren. „Google geeft geen commentaar op individuele uitspraken”, mailt hij. Wel deelt hij een rapport waarin staat dat er sinds 2014 meer dan 900.000 verzoeken binnenkwamen voor verwijdering van 3,5 miljoen pagina’s uit zoekresultaten. Eén procent van de mensen die zo’n verwijderverzoek deed is verantwoordelijk voor twintig procent van de verzoeken.

„De integriteit en volledigheid van archieven zijn van groot publiek belang in een rechtsstaat.”

In dit zogeheten Transparency Report is een selectie verzoeken geanonimiseerd opgenomen, zoals die van een Nederlandse politicus die meent dat hij onjuist is geciteerd. Zijn verzoek tot verwijdering werd niet gehonoreerd, omdat de informatie in het artikel volgens Google relevant was voor het beeld van het „openbare leven van de politicus”. Ook kreeg Google een verzoek van „een individu uit Nederland om een link te verwijderen naar een pagina van een overheidsafdeling die zich bezighoudt met terrorismepreventie”. Die pagina zou informatie bevatten over zijn of haar connectie met een terreurgroep. De beslissing? „We hebben de url niet verwijderd omdat de informatie is gepubliceerd door een overheid en omdat de content van algemeen belang is.”

Lees ook: Als Google meer van je weet dan je huisarts

Dit soort beoordelingen is mensenwerk, en volgens Google best complex. Als voorbeeld geeft het techbedrijf het verzoek van een Spaanse fabrieksdirecteur die bezwaar maakte tegen 49 webpagina’s met corruptiebeschuldigingen. Ter onderbouwing stuurde hij gerechtelijke documenten mee en verklaarde dat hij vrijgesproken is. Dat lag anders, ontdekte een Google-medewerker. De zaak was slechts opgeschort en het verzoek werd dus niet gehonoreerd.

De Autoriteit Persoonsgegevens ontving in 2019 zo’n vijftig verzoeken om te bemiddelen bij het verwijderen van gegevens bij zoekmachines. Casper Itz, woordvoerder van de toezichthouder, ziet wel wat in de Spaanse uitspraak. „Het herschikken van zoekresultaten door Google kan een gepaste uitkomst zijn. Er moet per situatie een afweging worden gemaakt tussen het privacybelang van betrokkene en het belang van het verstrekken van informatie aan het publiek.”

‘Het Hof spreekt de psycholoog uit Telde vrij van misbruik’, meldt Google nu in het eerste resultaat over zijn naam. Romero Déniz kan zijn professionele leven weer oppakken. Maar veel van zijn lotgenoten blijven gebrandmerkt, leert een rondje googelen op verdachten die uiteindelijk vrijgesproken zijn. Veelal vindt Google de aanklacht – of zelfs de trial by media – relevanter dan de vrijspraak. Voor degenen die nog dagelijks last hebben van onbewezen beschuldigingen uit het verleden, gloort er nu dankzij Romero Déniz hoop op eerherstel.