Damiaan Denys: „Ik vind de angst voor het debat over beslissingen over leven en dood op de intensive care hypocriet.”

Foto Merlijn Doomernik

Interview

Damiaan Denys: ‘Dit virus stelt ons mateloze consumeren aan de kaak’

Vier stellingen Psychiater Damiaan Denys pleitte vorige week in NRC voor ‘omarming’ van het virus. Hij licht vier van zijn stellingen toe.

In plaats van te proberen het coronavirus te beheersen en te bevechten alsof we in een oorlog zitten, is er volgens Damiaan Denys een beter alternatief. „We moeten het virus omarmen”, schreef hij vorige week zaterdag in een opiniestuk in NRC. „Waarom omhelzen we het niet als vriend in plaats van het als vijand te bevechten?”

Ja, hij heeft daarop veel reacties gehad, vertelt de filosoof en hoogleraar psychiatrie van het Amsterdamse UMC aan de telefoon. „Overwegend positief, maar ook venijnig en negatief. Voor sommigen gaf het een stem aan hun eigen onderbuikgevoel. Maar er waren er ook die me vergeleken met de nazi-arts Mengele.”

Sommige passages uit het opiniestuk roepen ook vragen op. Wat bedoelt hij precies?

  1. ‘Het virus noodzaakt een transcendente visie die de mens van vandaag overstijgt waardoor we hem durven vergeten [...] en in zijn sterfelijkheid berusten.’

    Denys roept op om de dood van mensen en zelfs hele groepen mensen door dit virus te accepteren. Dat lijkt nogal te botsen met het recht op leven zoals dat verankerd is in, onder meer, de Grondwet?

    „Ik vind het leven ook geen recht. Het is een geschenk. Er zijn wel rechten, normen, waarden en consequenties aan verbonden als je het eenmaal hebt gekregen. Maar naar het leven kijken als iets waar ik recht op heb, vind ik een heel bizar standpunt. Er is niemand die verantwoordelijk is voor zijn eigen leven in de zin dat je het tot stand hebt gebracht. Sterven is een element van het leven, het is er onlosmakelijk mee verbonden.

    „De heersende maakbaarheidsopvatting is dat mensen zélf wel kunnen bepalen hoe we leven, hoelang we leven en zelfs hoe we sterven. Ik doe vooral een aanklacht tegen onze behoefte om het leven en de dood tot in den treure te controleren. De discussie over sterfelijkheid wordt nu door het virus eindelijk concreet.

    „Ik vind de angst voor het debat over beslissingen over leven en dood op de intensive care – mogen we wel of niet beslissen over het behandelen van ouderen – hypocriet. Dat soort beslissingen nemen we normaal gesproken in het ziekenhuis namelijk de hele tijd. Alleen is het nu plots zichtbaar geworden. In de geschiedenis is het ook eeuwen zo geweest dat mensen moesten worden opgeofferd, en dat het collectief besloot wie dat ging zijn.

    „Ook vóór Covid-19 waren individuele levens al continu afhankelijk van collectieve keuzes: hoe we mensen op wachtlijsten zetten, welke geneesmiddelen voor zeldzame ziektes worden vergoed, wanneer we doorbehandelen. Of neem keuzes om alcohol en sigaretten toe te laten. Dat zijn allemaal collectieve beslissingen die tot vele doden leiden. Het is niets nieuws dat we de dood van groepen mensen accepteren.”

  2. ‘Het [virus] velt een vonnis over onze gezondheid. Wie oud of verzwakt is, een slecht hart of zwakke longen heeft, in het verleden te veel gerookt, gegeten of gedronken heeft, gaat er het eerst aan.’

    Denys omschrijft het virus als een rechter. Vindt hij dat er iets rechtvaardigs zit in de manier waarop het virus toeslaat?

    „Dat is natuurlijk een gevaarlijke uitspraak, maar je kunt niet zeggen dat het virus oneerlijk is. Het virus lijkt gemiddeld genomen vrouwen en kinderen te sparen, het volgt in die zin dezelfde logica als waarmee reddingsboten werden toegekend op de Titanic. Het zou zeker een ander gevoel oproepen als het virus vooral kinderen en jonge, gezonde mensen zou doden.”

    Lees ook dit interview met de Duitse socioloog Heinz Bude: ‘We gaan een tijd in van compromissen’
  3. ‘Het virus werd geboren op een exotenmarkt waar levende en dode honden, kippen, slangen, civetkatten en vleermuizen zij aan zij worden verzameld door de consumerende mens die zichzelf het recht toe-eigent alles te verorberen wat een aarde te bieden heeft.’

    Denys legt een verband tussen de verspreiding van het virus en de exploitatie van de aarde. Ziet hij het virus als een soort wraak van de natuur?

    „Nee, dat zou het virus te sterk antropomorfiseren. Het virus is gewoon een virus. Maar het hangt ontegenzeggelijk sterk samen met hoe wij leven. Als je kijkt naar hoe dit virus zich gedraagt, dan zie je dat zijn succes niet veroorzaakt wordt door het virus zelf, maar door onze stijl van leven. We eten alles op wat we zien. Als je zomaar allemaal beesten gaat opvreten, dan loop je meer risico dat je besmet raakt door een dierenvirus, ja. Als de westerse mens 30 procent minder per dag zou eten, zou dat veel meer levens redden dan we nu met het bevechten van het virus kunnen doen.

    „Het virus stelt in die zin iets aan de kaak: ons mateloze consumeren en onze wilde rit over de aardbol. We trekken met miljoenen tegelijk per dag over de wereld, en nemen dan dit virus met ons mee. Dat is niet de schuld van het virus, maar van ons gedrag. Het virus dwingt om daar op een andere manier naar te kijken.”

  4. ‘De crisis van het coronavirus draagt het dna van onze moderne levensstijl: consumering, globalisering, mediatisering, individualisering, technocratisering en een heimelijke hunkering naar verloren sacraliteit.’

    Wat ziet Denys eigenlijk voor zich als alternatief voor de dominantie van individuele vrijheid die hij bekritiseert?

    „Ik pleit voor de-invidualisering. We redeneren nu vrijwel uitsluitend vanuit ons sentimentele zelf. Alles draait nu om wat ík voel.

    „Je kunt ook proberen te redeneren vanuit een gemeenschapsgevoel. Een ideologie, een religieuze traditie, een filosofie die je deelt. Dat zijn andere manieren van kijken naar het leven die nu volledig buiten beeld zijn geraakt. Eeuwenlang hebben mensen geleefd met een transcendente visie op het leven, op zichzelf. Er golden gezamenlijke gedragsregels die de verspreiding van het virus nu waarschijnlijk zouden hebben geremd, zoals spijswetten.

    Bepleit hij een terugkeer naar een religieuze samenleving? Of ziet hij bijvoorbeeld iets in collectivistische modellen zoals China? „Ik constateer dat mensen nu niet eens meer in stáát zijn om een ander standpunt in te beelden dan het individualistische. Ik ben er niet voor om weer oude wereldbeschouwingen in te voeren, die hadden ook grote nadelen.

    „Het nationaal-socialisme was ook een transcendente ideologie, een totaal ontspoorde. De moderne levensstijl is een resultante van een heel lange geschiedenis. Ik pretendeer niet dat ik een compleet alternatief maatschappelijk systeem voor ogen heb, dat is ook niet aan mij, maar ik poog te benoemen wat nu misgaat.”