Een dansfeestje, zo omschreef de politie een bijeenkomst in Breda. „Toen collega’s ter plaatse kwamen zagen zij tot hun grote verbazing dat er tientallen mensen aanwezig waren die dicht op elkaar stonden te dansen en te feesten”, schreef de politie op Facebook.
Agenten zagen een dj, een geluidsinstallatie en een lichtshow. „Ongelooflijk dat dit in deze tijd nog steeds gebeurt.” Een straat verderop was volgens de politie ambulancepersoneel bezig met een patiënt die mogelijk besmet was met het coronavirus.
Ook burgemeester van Breda, Paul Depla, reageerde vrijwel meteen. Hij noemt het feestje in zijn stad in de regionale krant BN De Stem ,,asociaal en oliedom.” Door dit soort gedrag, zegt de burgemeester, bestaat de kans dat we nog langer opgezadeld zitten met beperkende maatregelen. ,,Blijkbaar zijn er mensen die lak hebben aan de regels die in deze coronatijd voor iedereen gelden.”
Met het paasweekend in het vooruitschiet is de vraag: in hoeverre kunnen Nederlanders zich inhouden? Want Breda was niet de enige gemeente in Nederland waar de politie moest optreden. In het Twentse Borne berichtte de politie over een „schijt-aan-corona-feest”. In een pand waren meerdere personen aanwezig, klonk muziek en werd alcoholhoudende drank genuttigd. Toen de politie arriveerde, rende een aantal aanwezigen weg.
In Middelburg kwam de politie af op een feestje in een kleedkamer van een voetbalclub. Er waren elf mannen aanwezig, die een feestje aan het vieren waren. Ze zongen onder meer ,,quarantaine, quarantaine”, zo meldde de politie. Op een foto is te zien dat twee agenten in de kleine wit betegelde kleedkamer staan, in het hoekje staat het groepje mannen: allemaal in het zwart gekleed.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/03/web-1403bincoronanachtleven03.jpg)
Drie organisatoren en een dj
Het appartementencomplex in Breda waarover alle ophef ontstond, ligt er na het weekend rustig bij. Het gaat om tientallen woningen, die om een grote binnentuin liggen. Ouders zitten in de zon terwijl kinderen op het afgeschermde pleintje spelen. Meerdere buurtbewoners vinden alle ophef van het weekend totaal overtrokken, maar willen er niet met hun naam in de krant over vertellen.
Het ging om een feestje dat is georganiseerd door drie bewoners, stellen meerdere bewoners, maar waarbij mensen voor hun huis zijn gebleven en met een biertje of wijntje in de hand hebben meegedanst. Het doel was de evenementenbranche te steunen: voor de dj die zou gaan draaien zou er wat geld worden ingezameld. Op beelden die bewoners laten zien, is muziek te horen, en flitst het licht door de binnentuin.
Volgens bewoner Perry Langen is alle ophef zwaar overdreven. „Het is georganiseerd omdat we iets leuks wilden doen in deze coronatijden. Het plan was een feestje van half negen tot half elf, een lichtshow met zachte muziek. Iedereen op zijn eigen balkon. Zodat we even allemaal wat anders aan ons hoofd zouden hebben.”
Langen telde ongeveer zestig mensen, allemaal buurtbewoners. Er draaide naast de lichtshow wat Nederlandstalige muziek, ook konden er verzoekjes worden ingediend. Hij zegt dat er mensen wellicht samen hebben gedanst, maar alleen als ze in hetzelfde huis woonden. Het enige wat er volgens hem verkeerd is gegaan, is dat de muziek op een gegeven moment te hard is gezet, waardoor de politie kwam. „Als de drank in de man is, is de wijsheid in de kan.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/03/data56419455-ca2bb8.jpg)
Wat kan er wel, en wat niet?
Volgens Peter Achterberg, hoogleraar sociologie aan Tilburg University, zijn de regels om verspreiding van het virus tegen te gaan multi-interpretabel. Daardoor kan de neiging ontstaan om feestjes te organiseren. „Mensen kijken toch: wat kan er wel en wat niet? Bijvoorbeeld, als we anderhalve meter afstand houden, kunnen we misschien nog een feestje vieren. Het blijkt dat hoe meer informatie er is, hoe meer interpretatie van burgers. En daardoor kunnen sommige mensen denken dat een feestje bijvoorbeeld echt wel kan.” En, zegt Achterberg, hoe langer de maatregelen duren, hoe vervelender ze worden, en hoe meer mensen zin hebben in een verzetje.
De socioloog denkt dat het naar buiten komen van dit soort feestjes, waarbij de politie meteen ingrijpt, kan helpen om vergelijkbare bijeenkomsten in de toekomst te voorkomen. „Het komt in het nieuws, dat lezen mensen die wellicht ook van plan waren met een aantal mensen iets te organiseren. Dan is de kans groot dat zij ontmoedigd raken en er van af zien. Al zijn dit soort excessen nooit helemaal te voorkomen.”
Autohandelaar Pieter van de Ven, eigenaar van het bedrijf in Borne waar de politie afgelopen weekend binnenviel, heeft achteraf spijt. Omdat zijn omzet blijft afnemen, had hij een kijkdag georganiseerd voor een veiling van zijn auto’s. De dag ervoor kwamen er 10 tot 12 vrijwilligers meehelpen met opbouwen. „Om ze te bedanken heb ik toen wat drankjes ingeschonken. Maar de showroom is zo groot, dat we die anderhalve meter hebben aangehouden.” Het was volgens Van de Ven ,,geen schijt-aan-corona-feestje. Ik wilde mijn vrijwilligers bedanken en dat was misschien ondoordacht. Maar ik ben ook geschrokken van de reactie van de politie.” De politie Oost-Nederland stelt dat het „schijt-aan-corona-feest” hier wel degelijk de lading dekt. De woordvoerder verwijst naar toespraken van minister-president Mark Rutte, over feestjes waar meerdere mensen bewust op af komen, de komst van de politie tegenwerken en aangeven dat de komst van de politie grote onzin is. Het feestje in Borne dekt ruimschoots die lading, stelt de woordvoerder. Tegen de garagehouder zal een proces-verbaal worden opgemaakt, omdat het vanwege de noodverordening verboden is om besloten feesten te organiseren.
Volgens een woordvoerder van de politie Zeeland-West-Brabant wordt er een proces-verbaal tegen de organisatoren opgemaakt omdat zij een evenement hebben georganiseerd terwijl dit onder de noodverordening verboden is. Daarbij hebben ze zich niet gehouden aan de regel van anderhalve meter afstand houden. Het zou gaan om groepen mensen op de binnenplaats van vijf tot tien personen. De woordvoerder meldt dat hij weet dat de feestvierders er een andere mening over hebben, maar zegt zich te baseren op de waarnemingen van de agenten ter plekke.
Perry Langen heeft het gevoel dat het appartementencomplex in Breda een slechte naam heeft gekregen. „Ik denk nog steeds dat we weinig verkeerd hebben gedaan, terwijl we zijn weggezet als een stel asocialen. Maar een ding is zeker: zo’n feestje als afgelopen weekend gaat hier niet meer gebeuren.”