Huh? Lege schappen? Christine Voorma, marketingmanager bij toiletpapierfabrikant Essity, kijkt vrijdagavond 13 maart thuis verbaasd op van de foto’s die ze in de WhatsApp-groep met collega’s voorbij ziet komen. Op de plekken waar in supermarkten normaal gesproken stapels toiletpapier staan, is nu opeens niks meer te vinden. Het is de tweede dag waarop Nederlanders zijn gaan hamsteren, na de aankondiging dat mensen zoveel mogelijk thuis moeten blijven om de verspreiding van het coronavirus te voorkomen.
Voorma’s collega’s zijn al net zo verrast door de foto’s. Ja, ze hadden wel verwacht dat Nederlanders wat meer zouden inslaan, maar zó veel? Dit worden drukke dagen, denken ze.
Geen product was de afgelopen weken zo sterk het symbool van irrationeel hamstergedrag als toiletpapier. Naast houdbare producten kochten Nederlanders, in navolging van een wereldwijde trend, bij hun supermarkten massaal pakken wc-papier – en zonder duidelijke reden. De angst om zonder papier te raken was kennelijk net zo groot als die om geen eten meer in huis te hebben. Het gevolg: late klanten grepen mis.
Het was allemaal niet nodig, verzekerden supermarkten én de politiek. „We kunnen tien jaar poepen”, zei premier Mark Rutte op 19 maart in een Haagse supermarkt. Maar toen was het eigenlijk al te laat. Toiletpapierproducenten draaiden overuren om aan de vraagpiek te voldoen – en konden die, net als de vakkenvullers in de supermarkten, soms maar nauwelijks bijbenen.
Op gewone dagen is het werk van het tienkoppige klantenserviceteam van de Nederlandse tak van multinational Essity redelijk overzichtelijk. Op het kantoor in de bossen bij Zeist houden ze de digitale orders van de supermarkten in de gaten.
Wil een keten een nieuwe lading van het Essity-merk Edet? Dan gaat de fabriek in het Belgische Stembert aan de slag. Het werk is goeddeels geautomatiseerd. Voorraadsystemen van supermarkten zijn gekoppeld aan bestelsystemen van Essity.
Enorme bestellingen
Maar in de dagen na 13 maart is alles anders. Inkoopmanagers van supermarkten komen opeens met enorme bestellingen. Sommigen melden zich per telefoon of mail, buiten de systemen om. En de mensen van de klantenservice zitten verspreid over Nederland thuis te werken.
De massale run op wc-papier is ook voor Essity (een naam die verwijst naar de Engelse woorden essentials en necessities) nieuw. Het Zweedse beursgenoteerde bedrijf is één van ’s werelds grootste producenten van ‘hygiënepapier’. De omzet bedroeg in 2019 12,2 miljard euro. Met ongeveer 46.000 medewerkers en een groot netwerk van fabrieken, waarvan vier in Nederland, produceert het onder andere tissues (Tempo), incontinentieproducten (Tena), hygiënemateriaal voor bedrijven (Tork) en consumentenproducten als Edet. Ook maakt het huismerktoiletpapier voor onder andere Albert Heijn, marktleider onder de supermarkten in Nederland.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/03/data56838773-a923c7.jpg)
Al dat consumentenpapier wordt gemaakt in Stembert, een Ardennendorpje nabij het hoogste punt van België, zo’n dertig kilometer ten zuidoosten van Maastricht. Op een enorm fabrieksterrein, waar vierentwintig uur per dag geproduceerd wordt, werken ‘maar’ driehonderd mensen.
Een deel van hen is verantwoordelijk voor de tientallen meters lange productielijnen, waarop houtpulp van dennen- en eucalyptusbomen (de beste mix voor fijn, zacht papier) verandert in wc-rollen. Aan het einde staat de machine die sierlijke roze lijmlijntjes in het papier preegt, om de verschillende lagen aan elkaar te binden.
Daarna nog even scheurrandjes aanbrengen met een kartelmes, en daarna kunnen de rollen op pallets naar de distributiecentra van supermarkten in Frankrijk, Duitsland en de Benelux. Jaarlijks gaat het om circa 75.000 ton, ongeveer een half miljard rollen per jaar, zo’n zeventig vrachtwagens per dag.
Wc-papier uit Stembert: een half miljard rollen per jaar, zeventig vrachtwagens per dag
Het klantenserviceteam ziet zich in de dagen na 13 maart voor de taak gesteld om – vanuit huis – al die extra orders te verenigen met de productiecapaciteit van de fabriek. Lastig, want de fabriek draait doorgaans al bijna op het maximale niveau. „Het kan niet zomaar heel veel beter”, zegt marketingmanager Christine Voorma.
Toch heeft het management van de fabriek wel een paar opties. Eerst gaat een noodvoorraad de opslag uit, daarna wordt besloten zo min mogelijk verschillende verpakkingen te produceren. Stembert gaat over op grootverpakkingen van twaalf en zestien rollen en laat de kleintjes achterwege. Zo wint de fabriek tijd die een machine anders stilstaat om handmatig instellingen te veranderen. Voorma: „Dat levert weer extra pallets op.”
Handig, maar het klantenserviceteam moet dat wél allemaal weer laten weten aan de supermarkten. Die reageren ontspannen: alleen grote verpakkingen is op dit moment totaal geen probleem. Moeilijker is regelen dat elke winkelketen die bestelt de nieuwe streepjescodes correct doorkrijgt. Voorma: „Als we een nieuwe verpakking gaan maken, kan het dat een supermarkt dat niet in z’n systeem heeft staan.”
Zo’n code invoeren gebeurt wel vaker bij nieuwe producten. „Maar normaal is daar meer tijd voor.” Nu betekent het: eindeloos veel telefoontjes. Bij Voorma is de headset na een tijdje bijna „aan het hoofd vastgegroeid”.
Maximaal persen
Ofschoon de fabriek in Stembert het uiterste uit haar machines probeert te persen, valt in die dagen niet elke extra bestelling meteen te produceren. In principe kunnen Europese producenten iedereen prima van wc-papier voorzien, maar als een deel van de bevolking het product massaal opkoopt en thuis opslaat, wordt het een ander verhaal. Soms is er dus pas na een paar dagen ruimte voor een order. Wel gaat het daarbij volgens Essity om éxtra bestellingen: klanten zitten in zo’n geval niet zomaar zonder papier, en krijgen bijvoorbeeld eerst een ‘normaal’ deel van hun order.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data57064994-7a0da5.jpg|https://images.nrc.nl/YXLYdpU2SwwG65VkMpy00hgjEGw=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data57064994-7a0da5.jpg|https://images.nrc.nl/gelJDiRpBMn5_JjVK1sHhuqg24g=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data57064994-7a0da5.jpg)
Tork, een papiermerk voor bedrijven van het Zweedse Essity.
Foto Anna Ringstrom/Reuters
Hoeveel extra toiletpapier uiteindelijk gemaakt wordt in Stembert, maakt Essity niet bekend; het bedrijf zegt dat nooit op fabrieksniveau te doen.
In de week van 23 maart begint de vraag wat te kalmeren en wordt het ook bij Essity rustiger. De consument houdt zich wat meer in, het aanbod sluit beter aan op de vraag en supermarkten krijgen de distributie op orde. Op steeds meer plekken in Nederland liggen weer rollen op de schappen.
Toch blijft het beeld wisselend. Niet alleen bij Albert Heijn en Jumbo, maar ook bij sommige winkels van de Superunie-inkoopcombinatie, waar ketens als Deen, Plus, Poiesz en Coop deel van uitmaken. Zij kopen hun wc-papier voor een groot deel in bij het Duitse familiebedrijf WEPA. Ook dat papier was de afgelopen weken heiss begehrt, schreef Handelsblatt. De fabrieken van dit concern deden al even hard hun best om méér te maken, zei directeur Martin Krengel tegen de krant.
Hoe het kan dat de ene winkel lange tijd niets meer heeft, en de ander nog wel, lijkt in ieder geval voor een deel van toeval afhankelijk. Volgens een woordvoerder van Jumbo speelde bijvoorbeeld mee dat toiletpapier in het ene filiaal langer gewild bleef dan in andere. „Het is dan een logistieke uitdaging om in hoog tempo de producten daarheen te brengen.”
In een enkel geval werd een tekort ook wel eens creatief opgelost, bijvoorbeeld doordat een franchiser zélf ergens een lading toiletpapier op de kop wist te tikken.
Kleinere ketens als Deen meldden trots aan vakbladen dat ze wendbaarder zijn en daarom de vakken sneller vol kunnen hebben. Dat soort beweringen valt lastig te checken. Feit is wel dat Albert Heijn op 18 maart een grote computerstoring had die de distributie trof. Dit had volgens het bedrijf nog dagen daarna negatieve invloed op de bevoorrading van sommige winkels.
Heeft Essity dankzij het gehamster nu een topjaar? Bestuursvoorzitter Magnus Groth was op 20 maart terughoudend in een gesprek met Reuters. „Het gaat om hamsteren. Dus het is voor ons meer een kwestie van timing van de vraag dan van een toename van de vraag.” Immers: na het hamsteren kopen consumenten vermoedelijk minder snel wc-papier. Beleggers leken dat ook te denken. Op de beurs in Stockholm ging het aandeel Essity de afgelopen weken maar licht omhoog.
Ofschoon veel Europeanen verplicht thuiswerken, is de vraag naar professioneel hygiënepapier van Tork volgens Groth nog niet gedaald. Mogelijk wordt dat verklaard door de hogere vraag naar schoonmaakdoekjes bij bedrijven en ziekenhuizen. De bestuursvoorzitter sloot niet uit dat de afzet van Tork-papier alsnog gaat dalen – als werknemers nog veel langer, of veel vaker, buiten hun kantoren en fabrieken blijven werken.
Gaat Essity dan wellicht consumentenpapier produceren in de Tork-fabriek in Cuijk? Dat soort dingen beslist het bedrijf tegen die tijd wel, zegt een woordvoerder. En, met enige opluchting: „In ieder geval zal die situatie niet zo’n rush veroorzaken als in de tweede week van maart.”