De Kalverstraat is nu zelfs een hardlooproute

Buitensport We zijn massaal gaan hardlopen en wielrennen nu de sportaccommodaties zijn gesloten. Experts raden wel aan niet te intensief te trainen. En bij voorkeur solo.

Hardlopers blijken tijdens de coronacrisis steeds vaker doordeweeks actief te zijn, ook in de duinen rond Haarlem.
Hardlopers blijken tijdens de coronacrisis steeds vaker doordeweeks actief te zijn, ook in de duinen rond Haarlem. Foto Olivier Middendorp

Een rondje Urk gaat als volgt: eerst een stuk door het Urkerbos, dan over de Westermeerdijk langs het IJsselmeer richting de vuurtoren, erlangs naar de haven, daar een lusje maken en vervolgens terug naar huis. Een rondje van 6 tot 8 kilometer – heerlijk, vindt de 40-jarige Jeannette van de Berg het. „Stukje inlopen, dan snel, dan weer rustig uitlopen, echt een intervaltraining. En maar hopen dat het flink waait langs de dijk. Daar vol tegenin gaan, dat vind ik het allerlekkerst.”

Sinds kort rent Van de Berg twee keer per week deze route met een vriendin. Normaal gesproken staat ze drie keer in de week in de sportschool, maar die is gesloten vanwege de maatregelen tegen het coronavirus. „Ik mis de sociale component van sporten in een klasje heel erg en ik wil fit blijven. Dus ga ik hardlopen, en wandelen.”

Nu sportaccommodaties zijn gesloten, zijn er – naast de denksporten – twee te beoefenen sporten over: hardlopen en wielrennen. Dat doen mensen massaal. NRC analyseerde data van Strava, een populaire app voor sporters om afgelegde afstanden te registreren. Onder de hardlopende Strava-gebruikers was in de laatste week van maart een toename te zien van bijna 60 procent ten opzichte van de gemiddelde activiteit dit jaar. Onder wielrenners was de toename nog sterker: 120 procent.

Mogelijk is sprake van onderschatting van de toegenomen drukte bij hardlopen. Strava wordt meer gebruikt door wielrenners dan hardlopers en mensen die nu beginnen met hardlopen zijn niet direct fanatieke Strava-gebruikers.

Het voorjaar is traditiegetrouw het seizoen waarin meer mensen beginnen met fietsen en rennen, omdat het weer beter wordt en de dagen langer. Maar niet alleen de Strava-data geven een indicatie van de toegenomen activiteit. „Ik denk dat we twee tot drie keer meer bezoekers naar onze website trekken dan normaal”, zegt Olivier Heimel, hoofdredacteur van Runner’s World Nederland. Ook in hardloopwinkels is de toegenomen interesse te merken, zegt Jordy Hindriks, sales- en marketingmanager bij de keten Run2Day. „We hebben onze omzet de afgelopen weken met 30 tot 40 procent zien stijgen.”

Fietstrainers uitverkocht

Matthijs van Bon, eigenaar van wielerzaak Van Bon Sport in Apeldoorn, zegt dat er een gigantische run is op één specifiek product: de fietstrainer. Een apparaat waar wielrenners hun racefiets in kunnen hangen om binnen te fietsen: „Normaal verkopen we die vooral in de winter, nu is er een wereldwijd tekort. Ik vrees dat ik veel klanten moet teleurstellen.”

Voor Gilbert Verboom (59) uit Woerden is het te riskant om nu op de weg te trainen: „Ik val in een risicocategorie, met een milde vorm van COPD en astma.” Hij zou normaal gesproken zo’n twee per week naar z’n werk in Haarlem fietsen: 46 kilometer heen, 46 kilometer terug. En dan nog de toertochten met z’n club WTC Woerden in het weekend. Verboom: „Ik moet wel in conditie blijven, dus ik fiets alleen nog maar thuis, op de hometrainer. Drie, vier keer per week.”

Foto Olivier Middendorp

Verboom maakt daarbij gebruik van de app Zwift. Daarop kun je in je eentje of met anderen virtuele routes en wedstrijden rijden. De app past de weerstand van je hometrainer aan waardoor je ook beklimmingen kunt simuleren. Verboom: „In de winter doe ik het veel, maar nu houdt de app het fietsen enigszins leuk.”

Lees ook: De Grote Thuiswerkgids: alles wat je nodig hebt om het thuisblijven te overleven

Zwift is populair onder profs en amateurs nu ze thuis moeten zitten. In de afgelopen tijd is het gebruik behoorlijk gestegen, laat de ontwikkelaar desgevraagd weten, zonder exacte getallen van de gebruikers bekend te willen maken. Het recordaantal fietsers dat tegelijkertijd de app gebruikte steeg op 24 maart van 16.000 naar ruim 24.000.

Mengelmoes van doelgroepen

Het zijn uiteenlopende type mensen die de coronacrisis aangrijpen om te gaan hardlopen. „We zien een mengelmoes van drie doelgroepen naar onze winkels komen”, zegt Hindriks van Run2Day. „Mensen die normaal in de sportschool zitten of naar yogales gaan, mensen die in groepsverband sporten zoals voetbal of hockey, en veel beginners.” Dat kan Heimel van Runner’s World beamen. „De artikelen die het meest worden aangeklikt zijn hardlopen in coronatijd en stukken over beginnen met hardlopen.”

Voor het wielrennen geldt dat minder. „Het is geen hobby waar je zomaar even aan begint”, zegt Van Bon. Met een racefiets alleen ben je er niet, je moet ook soms prijzige accessoires aanschaffen als schoenen en een helm. „Daarnaast doen veel fysieke fietsenwinkels vanwege de afstandsregels geen bikefittings, maten opnemen om iemand de juiste maat fiets te verkopen.”

De data van Strava laten meer interessante ontwikkelingen zien. Zo blijken hardlopers normaal vooral in de weekenden te lopen, maar nu steeds vaker ook doordeweeks. Voor wielrennen is de grootste drukte nog altijd zichtbaar in het weekend. Maar de weekdagen zijn drukker dan normaal nu mensen moeten thuiswerken en ook de kinderen niet naar school kunnen.

Peter Brouwer (44) loopt in deze periode hard met zijn oudste zoon Ruben (10). „Ze zitten nu toch thuis. We hebben bovendien drie kinderen en twee laptops, dus het is ook een manier om de laptoptijd een beetje te verdelen.” De coronamaatregelen waren voor Brouwer aanleiding om weer te gaan lopen na een lange blessure. „Ik heb twee jaar niet kunnen rennen, maar hoewel ik alweer een tijdje fit ben, bleef ik het maar uitstellen. Ruben sport normaal gesproken tien uur per week: hij turnt op redelijk hoog niveau en zit op voetbal, die moet zijn energie kwijt. Dus hebben we besloten samen te gaan rennen.”

Vader en zoon maken twee keer per week een rondje door het centrum van Winsum en de omliggende Groningse weilanden. „We lopen vijf kilometer binnen een half uur. Geen geklets, hardlopen is een bezigheid, geen gezelligheid”, zegt Brouwer. Ze hebben plannen om hun hardlooprondje uit te breiden naar tien kilometer, zodat ze na de coronacrisis samen aan georganiseerde wedstrijdloopjes kunnen meedoen.

Groepjes wielrenners

Meer dan hardlopen beoefen je wielrennen in groepsverband. Niets zo lekker als bij iemand ‘in het wiel hangen’ om uit de wind te blijven. Maar op dit moment wordt wielrenners gevraagd alleen te rijden. Met het motto #ridesolo roepen wielerbond KNWU en minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid, CDA) mensen op niet meer in groepjes te fietsen.

Een flink aantal wielrenners slaat dat advies nog altijd in de wind, zo blijkt uit de Strava-data. In de laatste week van maart reden dagelijks gemiddeld ruim tweehonderd groepjes rond op de onderzochte trajecten. Wel minder dan in de weken ervoor en in gemiddeld kleinere groepjes.

„Wij zeggen tegen onze leden: volg de richtlijnen van de KNWU. Dat gebeurt voor zover ik weet ook”, zegt Matthijs de Vries (39), voorzitter van wielervereniging De Friesche Leeuw uit Leeuwarden. Zelf fietst De Vries af en toe met een vast fietsmaatje: „We zijn recent ook samen op trainingskamp naar Mallorca geweest, dus dat durf ik wel aan.”

Ivo Hegge (29), voorzitter van wielerclub Team Brabant 2000, komt op zijn trainingstochten – in z’n uppie – nu en dan groepjes van twee of drie wielrenners tegen. „Je weet natuurlijk niet of dat partners zijn, of huisgenoten. Onze leden hadden er in het begin moeite mee om niet in groepjes te rijden, maar nu houden ze zich er netjes aan.”

Andere routes

Hardlopers en wielrenners vertellen ook andere routes te lopen en fietsen dan anders. De Amsterdamse Kalverstraat is ineens onderdeel van een hardlooproute. „Een luxe”, noemt Rishma Moennasing het dat ze een paar keer per week door het centrum van Amsterdam kan rennen. „Het is overal zo stil, dat nodigt uit om elke keer een andere route te rennen. Je bent een toerist in eigen stad, de mooie dingen vallen nog meer op nu je er in je eentje van kan genieten. Een mooie ervaring.” Ook Ivo Hegge past z’n trainingsrondjes aan. „Ik vermijd fietspaden zo veel mogelijk, omdat je daar toch dichter langs elkaar rijdt. Als het kan, rij ik nu op brede polderwegen waar het vrij rustig is.”

Voor Moennasing is het hardlopen een uitlaatklep nu ze thuis moet werken. „Het is heel hectisch, dus sport is een manier om alles even los te laten. Je bent geneigd in deze tijd je conditie te verwaarlozen. Dat wil ik niet laten gebeuren.” Hetzelfde geldt voor Matthijs de Vries: „Mijn vrouw en ik werken allebei thuis en geven ook nog thuisonderwijs aan onze drie kinderen, dat is best intensief. ’s Ochtends gaat m’n vrouw vaak een rondje hardlopen en ik stap ’s middags een of twee uurtjes op de fiets om toch even de deur uit te zijn.”

Niet te gek

Wel is het zaak om niet te hard van stapel te lopen – of te fietsen. Experts raden aan niet te intensief te trainen, omdat zware training een negatieve invloed kan hebben op je immuunsysteem. Ivo Hegge: „Maak het niet te gek, onderhoud vooral je conditie.” Pas op dat je niet overbelast raakt, zegt ook Olivier Heimel van Runner’s World. „Zelfs als je conditie goed is omdat je een andere sport doet, dan kun je door veel hard te lopen last krijgen van je pezen. Die zijn de belasting niet gewend.”

Nu het kabinet de maatregelen heeft verlengd tot zeker 28 april, zijn sportievelingen nog wat langer veroordeeld tot hardlopen en wielrennen. Jeannette van de Berg is zeker niet van plan te stoppen, ze wil zelfs meer gaan doen. Als het warmer wordt, gaat ze ook wielrennen. Daar is ze vorig jaar al mee begonnen. „De hoop om snel weer naar de sportschool te kunnen, is vervlogen. Dan kun je wel bij de pakken neer gaan zitten, maar je hebt geen keus”, zegt ze. Voorlopig blijft ze stug het rondje Urk rennen.

Met medewerking van Stef Tervelde.