Eerst vroeg de assistent van de huisarts hoe het met haar ging. „Goed”, zei Betty Braat (83) – „ik antwoordde naar alle eerlijkheid”. We moeten het ook over het coronavirus hebben, vervolgde de assistente. Wat als Braat dat zou krijgen? Nou, vertelde ze aan de telefoon, laat mij in dat geval maar gaan. „Ze vond het heel mooi, dat ik daar zo over dacht.”
Een paar uur later besefte Braat dat ze het toch niet prettig had gevonden. Had de huisarts niet even langs kunnen komen? Braat had heus weleens over de dood nagedacht – de dag dat het RIVM de eerste coronadode in Nederland meldde, plaatsten artsen vijf stents in haar bloedvaten. En toch was de vraag ook nieuw: „een paar maanden geleden had ik nog nooit van corona gehoord.”
Ouderenbond ANBO noemde het „onacceptabel” dat de beslissing om Covid-19-patiënten al dan niet op de IC op te nemen, afhankelijk wordt gemaakt van hun leeftijd. Ook 50Plus was not amused. De ophef heeft ook veel ouderen bereikt. Als ze het nieuws moeten geloven, zeggen ze, kunnen we de IC het beste mijden. Dat was ook wat Braat aan de doktersassistent als reden gaf, dat ze bang was dat ze er niet meer goed vanaf zou komen, „als tachtiger met hartproblemen”.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/03/data56527263-9dd022.jpg)
„Geen slecht idee, lijkt me”, zegt Jacques de By (94, kerngezond, oud-confectionair) over de huisartsen die nu bij hun patiënten vragen wat ze eigenlijk willen, mocht het zover komen. „Sommige ouderen zijn er boos over. Dat snap ik niet. Artsen willen dat toch weten?” Als hij corona krijgt, blijft hij liever thuis. Hij denkt dat hij er „in het ziekenhuis aan onderdoor gaat”, hoe gezond hij nu ook mag zijn. „Mijn moeder zei altijd: je moet toch érgens aan doodgaan. Nou, zo is het.”
Zijn lijfspreuk is: ik word 100
Ben Disseldorp (79) uit Leiden is niet door de huisarts gebeld, maar als hij gebeld wordt, zal hij zeggen dat hij aan de beademing wil. „Ik wil er nog niet uitstappen.”
Zijn vrouw Ria (72) zegt dat het zijn lijfspreuk is: ik word 100. Zelf staat ze er iets anders in. „Wat als mijn kwaliteit van leven sterk achteruitgaat na een opname? Dan zeg ik: laat mij maar gaan.”
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/04/data57049369-fca045.jpg|//images.nrc.nl/kEVVprqRxL8GTEajN3IH_Uo0pPw=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/04/data57049369-fca045.jpg)
Leny Hoogenboom. Foto David van Dam
Haar vriendin Leny Hoogenboom (77), ze woont in Kwintsheul, zegt beslist: „Als ik naar de intensive care moet, nou, dat hoeft dus niet.” Ook omdat ze gehoord heeft dat ze in dat geval geen afscheid van haar familie meer kan nemen. Haar huisarts heeft ze er nog niet over gesproken. Ze wilde wel nog een afspraak maken, voor een medische keuring, want met ‘team Westland’ zou ze deze zomer de Col du Tourmalet in Frankrijk gaan beklimmen, maar dat ging niet door. En nu ze erover nadenkt, over hoeveel ze nog wil doen, en hoeveel vrienden ze nog heeft, zegt ze: „Als de artsen zeggen dat ik het wel ga halen, dan wil ik toch naar de intensive care. Want ik ben wel een vechter hè?”
Ria wil toch weten wat de artsen op dat moment tegen haar zeggen. Daar laat ze haar keuze dan vanaf hangen. Ben: „Ik wil hoe dan ook beademd worden. Maar ik weet ook niet wat ik zeg als ik geen lucht meer kan krijgen.”
De vriendinnen van Betty Braat waren verbaasd over het antwoord dat ze aan de doktersassistent had gegeven. „Ik vertelde dat ik het zomaar had beslist, maar er wel over had nagedacht.”
Braat, ze werkte als bedrijfsleider in een dames-modestoffenzaak en directiesecretaresse, komt niet meer buiten, maar haar dagen vliegen voorbij. „Ik sta nu wel een uurtje later op. Ik lees uitgebreid de krant. Ik heb veel vriendinnen waar ik mee bel. Ik heb een computer, ik hou een dagboek bij, en de familiegeschiedenis. Ik heb een kat, dus ik stofzuig regelmatig, wat ik zwaar vind. En dan heb ik nog televisie, Netflix en boeken. Daar kom ik niet eens aan toe.”
Ze zegt: „Ik heb al zo veel verdriet gehad. Ik ben van de oorlog, ik heb een Joodse afkomst. Ik wil geen verdriet meer hebben. Ik sluit mijn ogen niet, maar ik scherm me er wel voor af.”
Ze vindt dat jongere mensen beter geholpen kunnen worden op de IC dan zij, want „ik sta toch al op een drempel, wat maakt een jaartje minder dan uit”. Twee vriendinnen van haar zijn om die reden ook overstag gegaan, ze hebben bij hun huisarts gemeld dat ze niet beademd willen worden. „Ik vind het niet leuk hoor, als ik er aan denk, moet ik er ontzettend om huilen. Maar je moet reëel zijn.”