Afstand houden is het devies bij de bestrijding van het coronavirus. Dat wordt ons aan alle kanten duidelijk gemaakt, en velen houden zich er trouw aan. Toch zijn er nog steeds mensen die dit niet zo belangrijk lijken te vinden. Onlangs nog, bij de bouwmarkt, werd mij luchthartig verteld dat het allemaal wel meeviel zolang je niet hoestte – en werd mijn verzoek tot meer afstand bij de kassa vriendelijk doch beslist weggewuifd. Ik denk niet dat deze meneer het slecht bedoelde; hij was gewoon niet zo bang voor het coronavirus. Toch is dit een uitstekend voorbeeld van een ernstig gebrek aan social mindfulness, oftewel het welwillend aandacht hebben voor anderen. Social mindfulness betekent dat je het perspectief van de ander kunt innemen en dat ook kunt toepassen.
De standaardtest om social mindfulness te meten gaat uit van een voor velen zeer herkenbare situatie. U bent met z’n tweeën en u mag allebei een pen kiezen uit een bakje waarin nog twee blauwe pennen en een zwarte pen staan. U mag als eerste, en u mag niet met elkaar overleggen. Welke neemt u? Beslist u voordat u verder leest.
Autonomie
Als u de zwarte pen kiest zijn er alleen nog twee blauwe over, en heeft de ander geen echte keuze meer. Kiest u een van de blauwe pennen, dan kan de ander – net als uzelf – ook gewoon kiezen. Literatuur in de psychologie laat zien dat mensen het meestal prettig vinden om zelf te kunnen kiezen. Dat heeft te maken met autonomie en zelfbeschikking. Uit ons eigen onderzoek blijkt dat mensen die anderen de keuze laten inderdaad aardiger worden gevonden en meer worden vertrouwd. Dat werkt zelfs als het om een eenvoudige pen gaat. De keuze aan de ander laten is in dit geval maar een klein gebaar dat weinig tot niets kost. Dit simpele principe kan echter grote gevolgen hebben.
Want laten we de situatie in de bouwmarkt eens in dit licht bekijken. Meneer kiest hier de zwarte pen: ik heb geen andere keuze dan te weinig afstand. Voor meneer maakt dat niet uit; hij neemt graag het risico. Het zij hem gegund. Maar de blauwe pen – twee stapjes naar achteren zetten – had bijzonder weinig moeite gekost en had mij gevrijwaard van het risico om zelf besmet te raken. En daarmee van het risico om anderen te besmetten, onder wie mijn partner, familie en mijn ouders op leeftijd. Maar ook anderen in de bouwmarkt of de supermarkt, in het dorp waar ik woon, en verder. In het extreme geval had meneers keuze kunnen leiden tot onnodige verlenging van de crisis. Tenslotte is de pandemie waarschijnlijk ook ergens begonnen met een enkele patiënt.
Groepsrelaties
In onze publicaties spreken wij doorgaans over social mindfulness als ‘low-cost prosociality’; sociaal gedrag dat weinig kost maar wel bijdraagt aan een meer respectvolle en soepele omgang met elkaar. Als je anderen laat merken dat ze gezien en erkend worden, is er al veel gewonnen. De kleine gedragingen die bij social mindfulness horen, kunnen daarvoor zorgen. Dat geldt voor vele situaties, van interpersoonlijk contact tot groepsrelaties. Meer social mindfulness zal niet onmiddellijk oorlogen stoppen of slepende conflicten oplossen, maar kan zeker helpen bij het creëren van een meer sociale omgeving. En dat is weer van groot belang voor het persoonlijk en algemeen welzijn.
Maar, zo realiseerde ik me in de bouwmarkt, daar blijft het niet bij. Social mindfulness kan wel degelijk bijdragen aan een veiliger wereld. Afstand houden betekent dat je elkaar respecteert door ervoor te zorgen dat jij in ieder geval geen anderen besmet, ook al geef je er zelf niet zoveel om. Daarmee geef je die anderen ook de keuze – en de plicht – om eenzelfde zorg voor anderen te tonen. Voorlopig is dat immers de beste manier om verdere verspreiding van het virus te bestrijden. Sociaal dichtbij zijn betekent soms dat je mensen de kans geeft om een eindje verderop te gaan staan. Social mindfulness is dus van levensbelang. Zeker vandaag.
Niels van Doesum is universitair docent bij de sectie Sociale, Economische en Organisatiepsychologie aan de Universiteit Leiden. Dit is een gastbijdrage aan de Gedragscolumn, die wordt geschreven door sociale wetenschappers.